Onderwijs

‘Plannen 3TU te vaag’

Heel goed dat de drie technische universiteiten nauwer willen samenwerken, zegt de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Maar misschien zijn de vijf ‘centers of excellence’ niet de beste manier om dat te doen.

De drie technische universiteiten hebben eind vorig jaar bij de regering een plan ingediend voor de oprichting van vijf grote onderzoeksinstituten, die de vorming van de 3TU-federatie vaart moeten geven. De overheid heeft er vijftig miljoen euro voor over, als de plannen tenminste goed genoeg zijn.

De AWT is in principe positief over samenwerking tussen de technische universiteiten, maar mist in de plannen een verslag van de huidige samenwerking, een idee hoe de oprichting van de federatie sneller kan gaan, welke knelpunten er nog zijn en hoe die weggewerkt kunnen worden.

“We weten ook niet of de universiteiten vakgroepen in de ene stad zullen opheffen om ze elders te versterken”, zegt Peter Baggen van de AWT. “De oprichting van de centers zal heus geen weggegooid geld zijn, maar is het de beste manier om de samenwerking vorm te geven? Het huidige plan geeft ons niet genoeg informatie om daar iets over te zeggen.” Naar verwachting neemt de regering begin maart een besluit over de miljoenensubsidie.

Ook directeur Anton Franken van Technologiestichting STW vindt dat de plannen concreter hadden mogen zijn, al wil hij de voorstellen het voordeel van de twijfel gunnen. “Ik ben positief over de gekozen onderzoeksthema’s, het leerstoelenbeleid en het inzetten op wetenschappelijke excellentie, bijvoorbeeld door dertig tophoogleraren aan te trekken. Maar een aantal zaken blijft nog te vaag. Je leest bijvoorbeeld nergens hoe wetenschappelijke kennis precies bij bedrijven terecht moet komen.”

Franken ziet ook een organisatorisch probleem: wat te doen als de hoogleraren uit Delft, Twente en Eindhoven het binnen een gezamenlijke leerstoel of een center of excellence niet eens kunnen worden? “Daar moeten heldere afspraken over komen. Zo garandeer je blijvende eensgezindheid.” Nog belangrijker acht Franken de vraag hoe de universiteiten kennisvalorisatie en excellent onderzoek gaan belonen. “Dat is de cruciale succesfactor, zo kun je als 3TU het proces sturen. Het gaat er om dat de samenwerking ook doorgaat als die 50 miljoen op is.”

Werkgeversorganisatie VNO-NCW had graag zien dat de drie TU’s nu al zouden fuseren. Die visie deelt Franken niet. “Dit soort samenwerking kun je niet van bovenaf opleggen. Bovendien vreet zo’n fusieproces energie. Ik denk dat het beter is om je als federatie op de buitenwereld te richten. Bovendien is concurrentie niet slecht, zolang je daar maar niet in doorslaat.”

Franken vindt dat het kabinet eisen mag stellen aan de plannen en de uitwerking mag laten monitoren. “Maar op een gegeven moment moet je er toch vertrouwen in durven te hebben. Iedereen heeft er belang bij dat het goed gaat. Voor de betrokken colleges van bestuur staan hun goede reputatie op het spel.”

De drie technische universiteiten hebben eind vorig jaar bij de regering een plan ingediend voor de oprichting van vijf grote onderzoeksinstituten, die de vorming van de 3TU-federatie vaart moeten geven. De overheid heeft er vijftig miljoen euro voor over, als de plannen tenminste goed genoeg zijn.

De AWT is in principe positief over samenwerking tussen de technische universiteiten, maar mist in de plannen een verslag van de huidige samenwerking, een idee hoe de oprichting van de federatie sneller kan gaan, welke knelpunten er nog zijn en hoe die weggewerkt kunnen worden.

“We weten ook niet of de universiteiten vakgroepen in de ene stad zullen opheffen om ze elders te versterken”, zegt Peter Baggen van de AWT. “De oprichting van de centers zal heus geen weggegooid geld zijn, maar is het de beste manier om de samenwerking vorm te geven? Het huidige plan geeft ons niet genoeg informatie om daar iets over te zeggen.” Naar verwachting neemt de regering begin maart een besluit over de miljoenensubsidie.

Ook directeur Anton Franken van Technologiestichting STW vindt dat de plannen concreter hadden mogen zijn, al wil hij de voorstellen het voordeel van de twijfel gunnen. “Ik ben positief over de gekozen onderzoeksthema’s, het leerstoelenbeleid en het inzetten op wetenschappelijke excellentie, bijvoorbeeld door dertig tophoogleraren aan te trekken. Maar een aantal zaken blijft nog te vaag. Je leest bijvoorbeeld nergens hoe wetenschappelijke kennis precies bij bedrijven terecht moet komen.”

Franken ziet ook een organisatorisch probleem: wat te doen als de hoogleraren uit Delft, Twente en Eindhoven het binnen een gezamenlijke leerstoel of een center of excellence niet eens kunnen worden? “Daar moeten heldere afspraken over komen. Zo garandeer je blijvende eensgezindheid.” Nog belangrijker acht Franken de vraag hoe de universiteiten kennisvalorisatie en excellent onderzoek gaan belonen. “Dat is de cruciale succesfactor, zo kun je als 3TU het proces sturen. Het gaat er om dat de samenwerking ook doorgaat als die 50 miljoen op is.”

Werkgeversorganisatie VNO-NCW had graag zien dat de drie TU’s nu al zouden fuseren. Die visie deelt Franken niet. “Dit soort samenwerking kun je niet van bovenaf opleggen. Bovendien vreet zo’n fusieproces energie. Ik denk dat het beter is om je als federatie op de buitenwereld te richten. Bovendien is concurrentie niet slecht, zolang je daar maar niet in doorslaat.”

Franken vindt dat het kabinet eisen mag stellen aan de plannen en de uitwerking mag laten monitoren. “Maar op een gegeven moment moet je er toch vertrouwen in durven te hebben. Iedereen heeft er belang bij dat het goed gaat. Voor de betrokken colleges van bestuur staan hun goede reputatie op het spel.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.