Campus

Plagiaat: goed of fout

Free softwareprogrammeur en media-activist Jaromil discussieert op 8 december tijdens een borreldebat bij TBM met copyrightdeskundige Just de Leeuwe over de zin en onzin van copyright en open source.


Ze staan lijnrecht tegenover elkaar, free software programmeur Jaromil en copyrightdeskundige Just de Leeuwe van TU Delft Library. Wie De Leeuwe over auteursrechten vraagt, krijgt een vurig pleidooi over het onderwerp. “Copyright is waardevol en moet je niet weggooien maar juist goed regelen.” 


De Leeuwe is zo gepassioneerd over het onderwerp omdat hij dagelijks vragen van studenten en docenten over auteursrechten krijgt. “Vaak hebben wetenschappers een contract ondertekend waarin ze hun auteursrecht hebben weggeschonken. Uitgevers willen namelijk graag met auteursrechten aan de haal. Daarom kun je maar beter goed van te voren uitzoeken hoe het met die rechten zit. Want anders kunnen uitgevers doen en laten wat ze willen met jouw werk.”

Copyright is er niet makkelijker op geworden door internet en Youtube, zegt De Leeuwe. “De wet op de auteursrechten is van 1912, maar de techniek zegt wat anders dan de wet. Door internet is alles vluchtiger geworden en kunnen we muziek en videofragmenten uploaden. Het is makkelijk om aan materiaal te komen, maar wat precies de bron is en waar het vandaan komt, is vaak onduidelijk.”



De Leeuwe pleit dan ook voor plagiaatcheckers en voor het brandmerken van mensen die plagiaat plegen. “Op de website van een uitgever zag ik bij een uitgave een groot label met de tekst: ‘Dit is vals, de maker heeft plagiaat gepleegd’. Ze hadden de uitgave kunnen verwijderen, maar in plaats daarvan lieten ze zien dat je niet op deze manier met het werk van anderen mag omgaan. In de middeleeuwen bekogelden ze mensen op het marktplein met rotte eieren als ze zich misdroegen. Dit is virtueel met eieren gooien.”

De copyrightdeskundige is dus geen voorstander van het rücksichtslos delen van auteursrechten. “Fotografen en schrijvers zijn bijvoorbeeld afhankelijk van de inkomsten van hun auteursrechten, het zou kwalijk zijn als zij hun werk moeten delen zonder er geld voor te krijgen.”



Dennis Roio, alias Jaromil, deelt juist wel graag. Hij is een groot voorstander van open source. “Ik hang hierin John Nash aan: ‘Een persoon doet datgene wat voor zichzelf en de groep het beste is.’ Iedereen moet vrij zijn om te delen, maar het is aan de fotograaf of schrijver zelf of hij zijn auteursrechten wil opgeven. Het gaat mij vooral om vrije software en technieken, zodat iedereen dezelfde kansen heeft om dingen te maken. Nu hebben grote softwarebedrijven nog een monopolie op technieken, zodat niet iedereen dezelfde kansen heeft en dat vind ik gevaarlijk. Softwarebedrijven kunnen daar misbruik van maken”, zegt Jaromil. “We moeten juist kennis delen en geen monopolie willen.”

Door peer-review kunnen virussen en bugs voortijdig uit computersystemen worden gevist, zegt Jaromil. “De Radboud Universiteit kraakte de ov-chipkaart. Het heeft veel publiek geld gekost om de fouten eruit te zeven. Als het systeem van te voren peer-reviewed was, dan hadden die fouten er al niet meer ingezeten.”



Jaromil is een fan van plagiaat. “Een dj mixt ook muziek. Wij gaan altijd een interactie aan met eerder werk bij het bedenken van nieuwe dingen. Walt Disney verstripte oude Russische fabeltjes voor zijn tekenfilms. Het gaat niet om wat origineel is.”

Toch denkt Jaromil dat hij en De Leeuwe uiteindelijk wel tot consensus komen. “Het probleem met plagiaat is niet zozeer het lenen van andermans ideeën, maar het feit dat je net doet alsof je het zelf hebt bedacht”, zegt Jaromil. “Studenten moeten leren dat ze respect hebben voor andermans ideeën en daar aan refereren. Zelfs in de hackerwereld is respect voor de bijdrage van anderen van groot belang. Hoe vaker je als hacker aangeeft wiens kennis je gebruikt hebt, des te groter is je reputatie.” 



Borreldebat Copyright vs Open Source wordt georganiseerd door Delft Debatteert, VOX Delft, Curius en Studium Generale. Donderdag 8 december, 17.00 uur, faculteit TBM, toegang gratis.

Lennart Romeijn woont sinds drie maanden in het DSC-mannenhuis ‘De Heren van 9-11’ aan de Voorstraat. Zijn kamer is niet meer dan een hok van 1,5 x 3,50 en 1,70 meter hoog, toegankelijk via een luik in de vloer van de kamer van een ouderejaars. Naast de standaard HJ-taken (vuilnis, oud papier, deurbel, telefoon) moeten de HJ’s zorgen dat de hot tub in de tuin warmgestookt wordt. Als de HJ zich niet goed gedraagt, gaan het kleed en de halter op het luik. De HJ kan proberen het luik open te krijgen, of moet door het raam op de eerste verdieping naar buiten. De kamer is wel goedkoop: voor 120 euro in de maand zit je droog. Romeijn: “Deuren zijn overgewaardeerd.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.