Campus

Overleven in Delft

Hoe kun je overleven als Delft overstroomt? Drie IO-studenten sloten zich op om daar achter te komen. Na drie dagen dorst en spaghetti koken met bier, bedachten ze producten om de overlevingskans te vergroten.

Het resultaat van hun ‘Denk- Vooruit’project gaven ze dinsdag aan minister Ter Horst in het Nationaal Crisis Centrum in Den Haag.

Als er een ramp plaatsvindt, is er geen tijd meer om de voorraadkasten vol te stoppen. Daarom moesten George Tokaya (21) en Rick Blokdijk (20) zien te overleven met de inhoud van de keukenkastjes in hun studentenhuis. “We hadden maar anderhalve liter water in huis. Best vervelend als je met zijn drieën bent en daar drie dagen mee moet doen”, weet Blokdijk nu. “Na een dag zonder water word je gruwelijk sloom.”

Dus begon de grote speurtocht naar vocht. Ze begonnen in de stortbak van hun toiletpot. “Daar groeiden alleen maar algen in, dat konden we niet drinken”, zegt Blokdijk met een vies gezicht. De IO’ers plaatsten vervolgens emmers onder de kranen en vingen zo een liter water uit de leidingen op. “Je leeft helemaal op na het drinken van zo’n glas water”, zegt Blokdijk. Ook de theepotten in het huis bleken nog resten oude thee te bevatten. “Dat was verrassend lekker”, zegt de IO’er.

In hun kasten vonden ze een grote hoeveelheid voedsel. Maar veel was onbruikbaar. Tokaya: “We hadden alleen gedroogde tomaten, sardientjes en brood in huis, de rest moest allemaal worden gekookt.” Die situatie duurde niet lang, want de studenten bedachten een typisch Delftse oplossing. Ze verzamelden alle aanwezige kaarsen in lege kopjes, staken deze aan en goten er vet bij. Dat leverde een grote vlam op, waardoor ze spaghetti konden koken. “Iedere TU’er weet dat vet brandt, dus we hadden dit vrij snel bedacht”, zegt Tokaya.

Om het weinige water te sparen, kookten ze de spaghetti met bier. “Dat ging prima”, zegt Blokdijk. “Maar spaghetti met bitter bier, mayonaise, sardientjes en gedroogde tomaatjes is niet lekker.”
Door de gesimuleerde stroomuitval was er ook geen informatievoorziening. “Als je geen radio met batterijen hebt, is dat heel lastig tijdens een ramp, want je weet niet wat er aan de hand is.”

De ervaring van de 72 uur durende ‘bodystorm’ gebruikten de studenten voor hun minorproject ‘Denk Vooruit’, een samenwerking tussen het Nationale Crisis Centrum van Binnenlandse Zaken en de faculteit Industrieel Ontwerpen. Tokaya en Blokdijk bedachten samen met drie andere IO-studenten producten om de overlevingskans te vergroten. En tegelijkertijd wilden ze mensen meer bewust te maken van het belang van een goede rampvoorbereiding. Er bestaat volgens Tokaya een overlevingspakket voor rampen. “Maar dat is erg duur.” De IO’ers hebben geen vijftig euro over voor het pakket, ook omdat ze veel producten van het pakket al in huis hebben. Daarom bedachten ze een alternatief: het ‘Noodplakhet’: een tekening van een huis, schematisch ingedeeld in vertrekken. Bij het pakket zitten stickers. “Die plak je op producten die je nodig hebt tijdens een ramp, zoals batterijen en een radio”, legt Tokaya uit. Daarnaast plak je een sticker op de kamer waarin het product ligt. “Elke keer als je de sticker ziet, denk je er even aan hoe belangrijk het is tijdens een ramp. Zo maak je mensen bewust van het belang van hun noodproducten en bespaar je tegelijkertijd op de kosten van een duur pakket”, denkt Tokaya.

Minister Ter Horst was erg enthousiast over het Noodplakhet. “We gaan bekijken of het verder ontwikkeld kan worden”, zei ze tijdens de eindpresentatie van het minorproject. Tokaya en Blokdijk zijn blij met haar reactie. “Ik weet niet of er daadwerkelijk wat uit komt”, zegt Tokaya. “Maar het is leuk dat we ons verhaal verteld hebben aan iemand die er daadwerkelijk iets mee kán doen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.