Campus

Over werkdruk en verkeerde vierkante meters

Vastgoed, werkdruk, internationalisering en toenemende studentenaantallen. Dat zijn de grote onderwerpen op de agenda van de ondernemingsraad van de TU Delft.

Screenshot uit een oproep voor kandidaten voor de ondernemingsraad in 2017. (Bron: YouTube)

  • Vastgoed


Waar de or en het college van bestuur al een tijd over spreken is dat de TU verhoudingsgewijs veel geld uitgeeft aan gebouwen. “Je zou liever geld uitgeven aan onderwijs en onderzoek”, zegt or-voorzitter Erik Louw. Maar ja, het pand van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica is volgens hem ‘slecht’ met verouderde installaties. “Technische Natuurwetenschappen naast de Aula is niet zo functioneel meer, bij Civiele Techniek heb je weinig ruimte vanwege alle gangen en stook je je het apezuur.”


Collegevoorzitter Tim van der Hagen erkent dat vastgoed veel kost. “We hebben te veel vierkante meters en voor een deel de verkeerde vierkante meters, als je kijkt naar de verhouding kantoorruimtes, labs en onderwijsfaciliteiten. We moeten daar een omslag in maken. Als we dát doen, hebben we betere labs en onderwijsvoorzieningen én zijn we daar per jaar minder geld aan kwijt. Dat geld komt weer ten goede aan onderwijs en onderzoek.” Dat is belangrijk voor het volgende punt op de agenda:


  • Toenemende studentenaantallen


Er zijn volgens Louw te weinig onderwijsruimtes waardoor lessen worden gegeven in bijvoorbeeld de bioscoop. “Het knelt in bepaalde gebouwen.” Van der Hagen noemt de toenemende studentenaantallen ‘geweldig’, maar vindt dat er dan ook meer financiering moet komen voor zowel vastgoed als docenten. “Tot nu toe blijven die financiën achter, maar in het nieuwe regeerakkoord staat dat de bekostigingssystematiek van universiteiten een aanpassing behoeft. Vooral vanwege de enorme druk op bèta & techniek. Als dat niet gebeurt, zullen we meer numeri fixi krijgen.”


  • Werkdruk


De stijgende aantallen studenten veroorzaken werkdruk. Kwestie van extra docenten? “Lastig”, vindt Louw, want: zijn die wel te vinden? En zijn ze voldoende gekwalificeerd? Een andere oorzaak van werkdruk is volgens Louw het terugbrengen van de nakijktermijn van drie naar twee weken. “Dat betekent hetzelfde werk doen in minder tijd.”


Louw ziet ook regeldruk als oorzaak. “Denk aan het circus van invullen en controleren van declaratieformulieren, of aan de verschillende regels van onderzoekfinanciers. Hoe ga je die administratie doen? Wij hebben één systeem, maar onderzoekers herkennen daarin niet altijd de bedragen die ze in hun oorspronkelijke onderzoeksvoorstel hadden genoemd. Daar is dan weer overleg over wat veel regeldruk oplevert. Met de dienst Finance zullen we moeten praten over een makkelijker en begrijpelijker systeem.”


Van der Hagen is het met Louw eens. “We moeten proberen het leven van onze mensen makkelijker te maken. De ondersteunende diensten moeten klantgericht zijn en dat kan nog wel een slagje beter. Werkdruk is hardnekkiger. We moeten een cultuur krijgen waarin mensen gerust durven zeggen dat iets niet in hun agenda past. Dat moeten we accepteren. Toenemende studentenaantallen helpen daarbij niet. Die kun je alleen verwerken als je bijvoorbeeld minder onderzoek doet.”


Hoe dan verder? “We proberen systemen efficiënter te krijgen, meer personeel aan te nemen en daar financiering voor te krijgen”, zegt Van der Hagen. “We maken de komende maanden concrete plannen om de werkdruk tegen te gaan.”


  • Internationalisering


Louw werpt de vraag maar even op: “Welke taal spreken we? Voor wetenschappers is Engels niet verkeerd. Regel is dat bachelors in de nationale taal en masters in het Engels zijn. Als je de bachelor in het Nederlands houdt, kan het vóórkomen dat je geen Nederlandstalige docent hebt. De bestuurstaal moet Nederlands blijven. Bij Bouwkunde heb je een niet-Nederlandse decaan, voor mensen in de ondersteuning wordt dat ingewikkeld. Ik heb er geen oplossing voor, maar je moet het er wel over hebben.”


Dat laatste vindt Van der Hagen ook. “Je moet er geen regel voor willen maken. We zijn een Nederlandse universiteit, geworteld in Delft, maar we hebben veel mensen die van buiten komen. Voor een deel zullen we het onderzoek en het onderwijs in het Engels doen, maar ik denk dat de bestuurstaal een tijdje in het Nederlands zal blijven.”


Daarbij vraagt Van der Hagen zich af hoe het moet met medezeggenschap voor niet-Nederlandse medewerkers en studenten. Als decaan hield hij vergaderingen met de facultaire studentenraad in het Engels, omdat niet alle studenten het Nederlands machtig waren. “Het is lastig om in het Engels dingen over het voetlicht te krijgen, anderzijds sluit je een deel van de populatie uit als je in het Nederlands vergadert. Daarover moet je in gesprek blijven.”



Overige onderwerpen zijn:


  • Het aanpassen van regels vanwege de veranderde Arbowet


Louw vraagt zich bijvoorbeeld af hoeveel mensen je met welke uitrusting inzet om een gebouw te ontruimen. “Hoe ga je met de brandweer om? Moeten we zelf een brand kunnen blussen?”


  • Medezeggenschap voor flexwerkers TU


De TU neemt deel in een aantal bedrijven dat uit de universiteit is ontstaan. Louw: “Er gaan steeds meer mensen werken in FlexDelft, een soort uitzendbureau voor de TU zelf, in hoeverre valt dat onder de or? Zijn het in rechtmatige zin TU-medewerkers? Hebben zij dezelfde rechten? Vallen zij bij reorganisaties onder het sociaal plan? Volgens Van der Hagen kijkt de afdeling Legal daar naar. “We zijn er nog niet honderd procent uit. We moeten zorgen dat die mensen goed vertegenwoordigd worden: óf door de gemeenschappelijke óf door een eigen medezeggenschap.”


  • De begroting


Volgend jaar wordt het verdeelsysteem voor de faculteiten geëvalueerd. Louw wil weten in hoeverre het systeem eerlijk is en zijn doelen haalt. “Krijgen faculteiten genoeg om te doen wat ze moeten doen? En tot hoever ga je met de ondersteuning?”


Van der Hagen wil tot slot kwijt dat hij het jammer vindt dat zo weinig mensen zich beschikbaar hebben gesteld voor de medezeggenschap. “Dat is zorgelijk, maar het is landelijk en niet alleen bij de TU. Medezeggenschap leeft minder dan in het verleden. Dat is niet goed. We gaan dat evalueren.”

Nieuwsredacteur Connie van Uffelen

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl

Comments are closed.