Campus

Oudste botter

Het vissersschip ‘Trui’ of ‘BU130’ is sinds 1965 eigendom van De Bolk. De vaste ligplaats is Enkhuizen. ,,Ver weg, maar varen kan nu eenmaal beter op het IJsselmeer en de Waddenzee”, zegt Marijn van Galen, voorzitter van de Stichting tot Behoud van de BU130.

De Trui is dertien meter lang en weegt ongeveer twintig ton. ,,Door de massa kan het schip ook bij harde wind nog goed varen.”

Wanneer de lente aanbreekt worden de zeilen gehesen en gaan de leden van De Bolk het water op. De vereniging telt ongeveer acht actieve schippers. Ook het onderhoud wordt van oudsher gedaan door de eigen leden. Maar sinds de beurzen niet meer zo ruim zijn en de eeuwige student niet meer bestaat, besteedt de vereniging de lastige klussen uit aan een scheepswerf. Van Galen: ,,Om dat te financieren verhuren we het schip aan onszelf. En voor grote restauraties krijgen we geld uit fondsen.”

De Bolk wil het schip zo authentiek mogelijk houden. ,,We gebruiken bijvoorbeeld geen lak, maar ‘harpuis’ % een mengsel van lijmolie en hars. Daarom plakt alles aan boord een beetje. Toch is vrijwel geen enkel onderdeel van de Trui nog in originele staat. ,,Hout heeft maar een beperkte levensduur. Zo’n dertig jaar, schat ik”, verklaart Van Galen.

’s Winters staat de boot een week op een scheepshelling in Rotterdam. Daar zorgen ongeveer tien leden voor het onderhoud aan de onderkant van de boot. Maar ook tijdens de overige winterweekenden wordt er geklust. ,,Oudere leden dragen daar de kennis over aan de jongeren.” (RK)

Het vissersschip ‘Trui’ of ‘BU130’ is sinds 1965 eigendom van De Bolk. De vaste ligplaats is Enkhuizen. ,,Ver weg, maar varen kan nu eenmaal beter op het IJsselmeer en de Waddenzee”, zegt Marijn van Galen, voorzitter van de Stichting tot Behoud van de BU130. De Trui is dertien meter lang en weegt ongeveer twintig ton. ,,Door de massa kan het schip ook bij harde wind nog goed varen.”

Wanneer de lente aanbreekt worden de zeilen gehesen en gaan de leden van De Bolk het water op. De vereniging telt ongeveer acht actieve schippers. Ook het onderhoud wordt van oudsher gedaan door de eigen leden. Maar sinds de beurzen niet meer zo ruim zijn en de eeuwige student niet meer bestaat, besteedt de vereniging de lastige klussen uit aan een scheepswerf. Van Galen: ,,Om dat te financieren verhuren we het schip aan onszelf. En voor grote restauraties krijgen we geld uit fondsen.”

De Bolk wil het schip zo authentiek mogelijk houden. ,,We gebruiken bijvoorbeeld geen lak, maar ‘harpuis’ % een mengsel van lijmolie en hars. Daarom plakt alles aan boord een beetje. Toch is vrijwel geen enkel onderdeel van de Trui nog in originele staat. ,,Hout heeft maar een beperkte levensduur. Zo’n dertig jaar, schat ik”, verklaart Van Galen.

’s Winters staat de boot een week op een scheepshelling in Rotterdam. Daar zorgen ongeveer tien leden voor het onderhoud aan de onderkant van de boot. Maar ook tijdens de overige winterweekenden wordt er geklust. ,,Oudere leden dragen daar de kennis over aan de jongeren.” (RK)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.