Opinie

Oude tentamens (4)

Oude tentamens (4)Oude tentamens zijn belangrijker dan een college of het bijbehorende boek. Dat was twintig jaar geleden al bekend, toen ik zelf student op de TU (toen nog TH) was en dat schijnt nu nog steeds zo te zijn, volgens ingezonden brieven in Delta 04, 05 en 06.

br />
De voorgaande schrijvers stellen dat de basiskennis van studenten niet toereikend is als een vak gehaald wordt door oude tentamens te leren en dat zij daarmee niet in staat zullen zijn het onderzoek op peil te houden, natuurlijk voor zover afgestudeerden zelf onderzoeker worden.

Maar dat kan enorm meevallen als het aantal te leren oude tentamens heel groot is, de verschillende tentamenvragen zijn gebaseerd zijn op de hele reikwijdte van het vak in kwestie en studenten niet van tevoren weten welke selectie de docent zal aanbieden op een tentamen.

Speciaal voor de TU Delft is eind jaren negentig een toetsmanagementsysteem ontwikkeld om geautomatiseerd te toetsen, waarbij het toetsmateriaal, de toetsvragen, uit een gestructureerde ‘itembank’ komen. Met dit systeem, ‘Etude’ genaamd, kunnen onder meer multiple choice- en open rekenvragen met functies, formules en variabelen geconstrueerd worden.

‘Etude’ kan gebruikt worden voor oefentoetsen en tentamineren. Met name voor oefentoetsen kan gebruik gemaakt worden van hints, feedbacks, een hoofd en deelvragen mechanisme en interactief toetsen.

Het ‘automatische’ van geautomatiseerd toetsen zit bij tentamens vooral in het nakijkwerk, voor de oefentoetsen is dat vooral de interactiviteit in de feedbacks en de directe score waarin het ‘Etude Afname Systeem voorziet’. Het voordeel van het gebruik van een itembank is dat opgaven gestructureerd kunnen worden opgeslagen, gerubriceerd volgens leerdoelen, trefwoorden en moeilijkheidgraad. De indeling in leerdoelen maakt de samenstelling van een toets bestaande uit vragen over de hele reikwijdte van de lesstof overzichtelijker.

Het gebruik van oefentoetsen geeft ook de mogelijkheid nieuwe vragen te toetsen op maakbaarheid. De analysemodule ‘Sonate’, die geïntegreerd gebruikt kan worden bij ‘Etude’, geeft inzicht in de maakbaarheid van elke vraag, in relatie tot alle andere vragen. Nu kan het bezwaar geopperd worden dat een vraag uit een oefentoets niet in een tentamen terug zou mogen komen, maar dat is een kwestie van aantallen en plannen van het inzetten van vragen.

Dit alles ontslaat de docent die ‘Etude’ gebruikt niet van het werk al de opgaven ook daadwerkelijk te bedenken en in te voeren, en ook nog een relevante itembankstructuur op te zetten, maar het maakt het managen van toetsmateriaal wel overzichtelijker. Het nakijkwerk is verleden tijd en interactieve oefentoetsen zijn mogelijk geworden ten opzichte van een situatie met alleen schriftelijk toetsen. Overigens laten veel docenten die ‘Etude’ gebruiken het invoeren van opgaven door student-assistenten, die het werken met een nieuw softwarepakket vaak sneller oppikken, doen.

Aan de ontwikkeling van ‘Etude’ hebben enkele onderwijskundigen meegewerkt, dus is hier geen sprake van slechts een ’technocratische’ oplossing voor een onderwijskundig probleem. Voor een verantwoord gebruik van de techniek, in casu ‘Etude’, is wellicht deskundig advies van een onderwijskundige die ervaring heeft met toetsen wel aan te raden.

J.F. Krook, DTO – Software Ontwikkeling.

www.icto.tudelft.nl/etude

Oude tentamens (4)

Oude tentamens zijn belangrijker dan een college of het bijbehorende boek. Dat was twintig jaar geleden al bekend, toen ik zelf student op de TU (toen nog TH) was en dat schijnt nu nog steeds zo te zijn, volgens ingezonden brieven in Delta 04, 05 en 06.

De voorgaande schrijvers stellen dat de basiskennis van studenten niet toereikend is als een vak gehaald wordt door oude tentamens te leren en dat zij daarmee niet in staat zullen zijn het onderzoek op peil te houden, natuurlijk voor zover afgestudeerden zelf onderzoeker worden.

Maar dat kan enorm meevallen als het aantal te leren oude tentamens heel groot is, de verschillende tentamenvragen zijn gebaseerd zijn op de hele reikwijdte van het vak in kwestie en studenten niet van tevoren weten welke selectie de docent zal aanbieden op een tentamen.

Speciaal voor de TU Delft is eind jaren negentig een toetsmanagementsysteem ontwikkeld om geautomatiseerd te toetsen, waarbij het toetsmateriaal, de toetsvragen, uit een gestructureerde ‘itembank’ komen. Met dit systeem, ‘Etude’ genaamd, kunnen onder meer multiple choice- en open rekenvragen met functies, formules en variabelen geconstrueerd worden.

‘Etude’ kan gebruikt worden voor oefentoetsen en tentamineren. Met name voor oefentoetsen kan gebruik gemaakt worden van hints, feedbacks, een hoofd en deelvragen mechanisme en interactief toetsen.

Het ‘automatische’ van geautomatiseerd toetsen zit bij tentamens vooral in het nakijkwerk, voor de oefentoetsen is dat vooral de interactiviteit in de feedbacks en de directe score waarin het ‘Etude Afname Systeem voorziet’. Het voordeel van het gebruik van een itembank is dat opgaven gestructureerd kunnen worden opgeslagen, gerubriceerd volgens leerdoelen, trefwoorden en moeilijkheidgraad. De indeling in leerdoelen maakt de samenstelling van een toets bestaande uit vragen over de hele reikwijdte van de lesstof overzichtelijker.

Het gebruik van oefentoetsen geeft ook de mogelijkheid nieuwe vragen te toetsen op maakbaarheid. De analysemodule ‘Sonate’, die geïntegreerd gebruikt kan worden bij ‘Etude’, geeft inzicht in de maakbaarheid van elke vraag, in relatie tot alle andere vragen. Nu kan het bezwaar geopperd worden dat een vraag uit een oefentoets niet in een tentamen terug zou mogen komen, maar dat is een kwestie van aantallen en plannen van het inzetten van vragen.

Dit alles ontslaat de docent die ‘Etude’ gebruikt niet van het werk al de opgaven ook daadwerkelijk te bedenken en in te voeren, en ook nog een relevante itembankstructuur op te zetten, maar het maakt het managen van toetsmateriaal wel overzichtelijker. Het nakijkwerk is verleden tijd en interactieve oefentoetsen zijn mogelijk geworden ten opzichte van een situatie met alleen schriftelijk toetsen. Overigens laten veel docenten die ‘Etude’ gebruiken het invoeren van opgaven door student-assistenten, die het werken met een nieuw softwarepakket vaak sneller oppikken, doen.

Aan de ontwikkeling van ‘Etude’ hebben enkele onderwijskundigen meegewerkt, dus is hier geen sprake van slechts een ’technocratische’ oplossing voor een onderwijskundig probleem. Voor een verantwoord gebruik van de techniek, in casu ‘Etude’, is wellicht deskundig advies van een onderwijskundige die ervaring heeft met toetsen wel aan te raden.

J.F. Krook, DTO – Software Ontwikkeling.

www.icto.tudelft.nl/etude

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.