Onderwijs

‘Oras heeft alle verkiezingsbeloftes waargemaakt’

Valt er niets te kiezen tussen Oras en AAG? Toch wel, vindt Daphne Nederstigt, nummer één op de lijst van Oras. "Er zijn duidelijke verschillen."

Het campagnevoeren valt de studente bouwkunde niet zwaar. “Het is niet moeilijk om standpunten te verkondigen waar je zelf achter staat. Vooral eerstejaars weten vaak niet wat de studentenraad doet. Als ik die studenten ons programma kan uitleggen, kan ik ze misschien ook overhalen om op ons te stemmen.”

Voor Oras zijn onderwijs, faciliteiten en ontplooiing buiten de studie het allerbelangrijkst, zegt Nederstigt (20). “Natuurlijk zijn dat geen punten waar AAG op tegen zal zijn. Maar er is een verschil tussen ergens tegen zijn en ergens iets aan doen. En Oras heeft tot nu toe alle verkiezingsbeloftes waargemaakt.” De partij won vorig jaar zeven van de tien zetels.

Ook de werkwijze van Oras valt volgens Nederstigt niet te vergelijken met de aanpak van AAG. “We hebben intensieve contacten met de studie- en studentenverenigingen, waar men weet wat er onder studenten leeft. Een breed draagvlak is voor Oras belangrijk. De afgelopen jaren hebben veel studenten via Oras-enquêtes hun mening kenbaar kunnen maken: wat ze van de docenten vinden, hoe het onderwijs in hun ogen verbeterd kan worden. Dat nemen we allemaal mee. Pas als we een plan hebben geschreven, stappen we naar het college van bestuur.”

Nederstigt acht de kans dat een Oras-standpunt niet overeenkomt met de mening van een meerderheid van de studenten niet zo groot. “We vormen als fractie een doorsnede van de studentenpopulatie: we zijn immers afkomstig van verschillende faculteiten en verschillende studentenverenigingen. Maar als blijkt dat de studenten over een bepaald punt anders zijn gaan denken, dan gaan we daar mee aan de slag. We werken niet vanuit principes, maar vanuit wat de student wil.”

“Geen idee”, antwoordt Nederstigt op de vraag welke kwaliteiten je moet bezitten om het tot lijsttrekker van Oras te schoppen. “De huidige fractie heeft die volgorde bepaald. De andere zes hadden ook op nummer één kunnen staan. Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen kwaliteiten, dat merk je nu al. Mijn sterkste punt? Als ik iets beloof, kom ik mijn afspraak na.”

Nederstigt zegt sterk te worden gemotiveerd door de dingen waar ze zelf tegen aan loopt. “Een tekort aan werkplekken op een faculteit als Bouwkunde, bijvoorbeeld. Dat is een frustratie die ik deel met veel studenten, Dan is het prettig als je de kans krijgt om er iets aan te doen.”

Met zeven van de tien zetels in de studentenraad heeft Oras veel onderwerpen kunnen aanpakken, zegt Nederstigt. En dat wil de partij graag zo houden. “We gaan voor zeven.”

Een punt dat ze zegt persoonlijk belangrijk te vinden, is het verbeteren van de informatie over de TU Delft aan buitenlandse studenten. “Nu valt het niveau van die studenten soms tegen, vooral als het om de beheersing van het Engels gaat. Dat levert frustraties op, bijvoorbeeld als er een gezamenlijk verslag moet worden geschreven. Terwijl die mix van buitenlandse en Nederlandse studenten juist zo leuk kan zijn.”

Nederstigt ontkent dat Oras enkel oog heeft voor praktische, alledaagse zaken. “We bemoeien ons wel degelijk met de discussies van de langere adem, bijvoorbeeld over de toekomst van het onderwijs op de TU. Maar omdat de TU een tamelijk logge organisatie is, waar je met veel mensen en meningen rekening moet houden, kun je daar niet zo snel voor veranderingen zorgen. Juist de kleinere zaken die je in een jaar tijd kunt verwezenlijken, worden door de studenten opgemerkt. Ook omdat ze er dagelijks mee te maken krijgen.”

Dat het realiseren van een Oras-plan als het opknappen van de collegezalen meer tijd blijkt te kosten dan was voorzien, noemt ze een tegenvaller. “Maar je moet het stap voor stap doen, anders gaat het mis. Elke faculteit heeft nu eenmaal andere wensen en voorkeuren. We moeten de studenten wel uitleggen waarom het zo lang duurt.”

De invoering van de harde knip was een nederlaag voor de studentenraad, erkent ze. “De enige nederlaag, maar wel een belangrijke. We hebben als studentenraad hard tegen de invoering gevochten, maar werden ook in hoger beroep in het ongelijk gesteld. Wel hebben we bereikt dat de harde knip pas in 2010 wordt ingevoerd en dat studenten hoogstens een half jaar studievertraging kunnen oplopen. Wat nog steeds te veel is, natuurlijk.”

Vergeleken met de studentenraden van de TU Eindhoven en de Universiteit Twente heeft de Delftse studentenraad meer invloed. Nederstigt: “Delft is met Groningen de enige universiteit waar studenten al hun tijd vrij mogen maken voor het lidmaatschap van de studentenraad. Dat zegt iets over het belang dat het college hecht aan het overleg.” Voor de geloofwaardigheid van de studentenraad is een behoorlijke opkomst tijdens de verkiezingen essentieel, vindt de lijsttrekker. “Hoe meer draagvlak, hoe sterker je staat. Traditioneel ligt de opkomst in Delft stukken hoger dan op de meeste andere universiteiten. Vorig jaar was het zo’n 35 procent. Dat zou best hoger mogen zijn. Voor mij is het allerbelangrijkste dat de studenten stemmen. Bij voorkeur op Oras, natuurlijk.” (JP)

“We werken niet vanuit principes, maar vanuit wat de student wil”, zegt Daphne Nederstigt, lijsttrekker van Oras. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Het campagnevoeren valt de studente bouwkunde niet zwaar. “Het is niet moeilijk om standpunten te verkondigen waar je zelf achter staat. Vooral eerstejaars weten vaak niet wat de studentenraad doet. Als ik die studenten ons programma kan uitleggen, kan ik ze misschien ook overhalen om op ons te stemmen.”

Voor Oras zijn onderwijs, faciliteiten en ontplooiing buiten de studie het allerbelangrijkst, zegt Nederstigt (20). “Natuurlijk zijn dat geen punten waar AAG op tegen zal zijn. Maar er is een verschil tussen ergens tegen zijn en ergens iets aan doen. En Oras heeft tot nu toe alle verkiezingsbeloftes waargemaakt.” De partij won vorig jaar zeven van de tien zetels.

Ook de werkwijze van Oras valt volgens Nederstigt niet te vergelijken met de aanpak van AAG. “We hebben intensieve contacten met de studie- en studentenverenigingen, waar men weet wat er onder studenten leeft. Een breed draagvlak is voor Oras belangrijk. De afgelopen jaren hebben veel studenten via Oras-enquêtes hun mening kenbaar kunnen maken: wat ze van de docenten vinden, hoe het onderwijs in hun ogen verbeterd kan worden. Dat nemen we allemaal mee. Pas als we een plan hebben geschreven, stappen we naar het college van bestuur.”

Nederstigt acht de kans dat een Oras-standpunt niet overeenkomt met de mening van een meerderheid van de studenten niet zo groot. “We vormen als fractie een doorsnede van de studentenpopulatie: we zijn immers afkomstig van verschillende faculteiten en verschillende studentenverenigingen. Maar als blijkt dat de studenten over een bepaald punt anders zijn gaan denken, dan gaan we daar mee aan de slag. We werken niet vanuit principes, maar vanuit wat de student wil.”

“Geen idee”, antwoordt Nederstigt op de vraag welke kwaliteiten je moet bezitten om het tot lijsttrekker van Oras te schoppen. “De huidige fractie heeft die volgorde bepaald. De andere zes hadden ook op nummer één kunnen staan. Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen kwaliteiten, dat merk je nu al. Mijn sterkste punt? Als ik iets beloof, kom ik mijn afspraak na.”

Nederstigt zegt sterk te worden gemotiveerd door de dingen waar ze zelf tegen aan loopt. “Een tekort aan werkplekken op een faculteit als Bouwkunde, bijvoorbeeld. Dat is een frustratie die ik deel met veel studenten, Dan is het prettig als je de kans krijgt om er iets aan te doen.”

Met zeven van de tien zetels in de studentenraad heeft Oras veel onderwerpen kunnen aanpakken, zegt Nederstigt. En dat wil de partij graag zo houden. “We gaan voor zeven.”

Een punt dat ze zegt persoonlijk belangrijk te vinden, is het verbeteren van de informatie over de TU Delft aan buitenlandse studenten. “Nu valt het niveau van die studenten soms tegen, vooral als het om de beheersing van het Engels gaat. Dat levert frustraties op, bijvoorbeeld als er een gezamenlijk verslag moet worden geschreven. Terwijl die mix van buitenlandse en Nederlandse studenten juist zo leuk kan zijn.”

Nederstigt ontkent dat Oras enkel oog heeft voor praktische, alledaagse zaken. “We bemoeien ons wel degelijk met de discussies van de langere adem, bijvoorbeeld over de toekomst van het onderwijs op de TU. Maar omdat de TU een tamelijk logge organisatie is, waar je met veel mensen en meningen rekening moet houden, kun je daar niet zo snel voor veranderingen zorgen. Juist de kleinere zaken die je in een jaar tijd kunt verwezenlijken, worden door de studenten opgemerkt. Ook omdat ze er dagelijks mee te maken krijgen.”

Dat het realiseren van een Oras-plan als het opknappen van de collegezalen meer tijd blijkt te kosten dan was voorzien, noemt ze een tegenvaller. “Maar je moet het stap voor stap doen, anders gaat het mis. Elke faculteit heeft nu eenmaal andere wensen en voorkeuren. We moeten de studenten wel uitleggen waarom het zo lang duurt.”

De invoering van de harde knip was een nederlaag voor de studentenraad, erkent ze. “De enige nederlaag, maar wel een belangrijke. We hebben als studentenraad hard tegen de invoering gevochten, maar werden ook in hoger beroep in het ongelijk gesteld. Wel hebben we bereikt dat de harde knip pas in 2010 wordt ingevoerd en dat studenten hoogstens een half jaar studievertraging kunnen oplopen. Wat nog steeds te veel is, natuurlijk.”

Vergeleken met de studentenraden van de TU Eindhoven en de Universiteit Twente heeft de Delftse studentenraad meer invloed. Nederstigt: “Delft is met Groningen de enige universiteit waar studenten al hun tijd vrij mogen maken voor het lidmaatschap van de studentenraad. Dat zegt iets over het belang dat het college hecht aan het overleg.” Voor de geloofwaardigheid van de studentenraad is een behoorlijke opkomst tijdens de verkiezingen essentieel, vindt de lijsttrekker. “Hoe meer draagvlak, hoe sterker je staat. Traditioneel ligt de opkomst in Delft stukken hoger dan op de meeste andere universiteiten. Vorig jaar was het zo’n 35 procent. Dat zou best hoger mogen zijn. Voor mij is het allerbelangrijkste dat de studenten stemmen. Bij voorkeur op Oras, natuurlijk.” (JP)

“We werken niet vanuit principes, maar vanuit wat de student wil”, zegt Daphne Nederstigt, lijsttrekker van Oras. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.