Campus

[Or-verkiezingen] Marleen Keijzer: ‘Sommige gebouwen moeten echt vervangen worden’

Op 3 en 4 november mogen TU-medewerkers stemmen voor de ondernemingsraad, maar op wie? In deze vierdelige serie stellen de lijsttrekkers zich voor. Deel 3: Marleen Keijzer.

Marleen Keijzer: "Sommige gebouwen moeten echt vervangen worden. Zo’n voorbeeld is Technische Natuurkunde, dat gebouw barst uit zijn voegen". (Foto: Mark Prins/TU Delft)

Marleen Keijzer (Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica) promoveerde aan de TU Delft, was even weg maar is nu ‘al heel lang’ docent bij wiskunde. En dat voor iemand die geen docent wilde worden. “Ik wilde pertinent niet in Leiden studeren, omdat afgestudeerden van die universiteit daarna vaak als onderwijzer aan de slag gingen.” Uiteindelijk werd Keijzer het toch.

Inhoudelijk bezig zijn met wiskunde, lesgeven en onderzoek vindt ze leuk, maar toch begon het een paar jaar geleden te kriebelen. Daarom besloot ze zich kandidaat te stellen voor de ondernemingsraad (or). “Het is interessant en totaal anders dan wat ik normaal doe. In de or houd ik me bezig met financiën, beleid en HR en werk ik samen met een grote groep mensen. Ik heb al veel kennis opgedaan.”

‘Evasysenquêtes  meten niet de onderwijskwaliteit, terwijl iedereen denkt van wel’

U staat op de lijst voor de Academisch Belang. Waar staat deze partij voor?
“Onafhankelijkheid. Academisch Belang is een kleine partij met drie leden die een duidelijke, eigen mening hebben. Een belangrijke pijler voor ons was de ombudsman, die er nu gelukkig is. Ook hebben we de afgelopen periode, samen met andere fracties, meegeholpen om de financiën rond te krijgen, zijn we bezig met een analyse van de Graduate School en hebben we de problemen rond Evasysenquêtes aangekaart. Die worden met de beste bedoelingen afgenomen, maar ze meten niet de onderwijskwaliteit, terwijl iedereen denkt van wel.

De enquêtes worden verspreid via een openbare link en kunnen door iedereen, dus ook door mensen buiten de TU, anoniem worden ingevuld. Het slaat toch nergens op dat TU-docenten met zo’n instrument worden beoordeeld?
We hebben dit aangekaart bij het college van bestuur en na een brief en een presentatie heeft Rob Mudde dit opgepakt met de studentenraad. Het is geen leuk onderwerp. Op de huidige manier gaat het niet goed, maar omdat er geen alternatief is stopt iedereen het een beetje weg. Toch moeten we hier wél over praten.”

Waar wilt u zich de komende jaren voor inzetten?
“De financiën en dan met name vastgoed. Sommige gebouwen moeten echt vervangen worden. Zo’n voorbeeld is Technische Natuurkunde, dat gebouw barst uit zijn voegen. Maar een groot en nieuw gebouw kost veel geld. Binnen de financiële ruimte moet de or daarom in de gaten houden dat niet al het geld voor vastgoed naar onderhoud gaat. Dat is natuurlijk ook nodig, maar er moet ook geld overblijven voor nieuwbouw. Dat wordt een grote uitdaging.
Ook is de werkdruk op de TU nog steeds gigantisch hoog, blijkt uit de medewerkersmonitor.
Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan hebben de faculteiten en diensten plannen gemaakt om de werkdruk te verlagen. De or kijkt of die plannen ook echt worden uitgevoerd en of de situatie verbetert.”

Wat is volgens u de grootste uitdaging voor de medezeggenschap aan de TU?
“Dat je niet alles kunt doen. Je moet prioriteiten stellen. Daarom is het belangrijk om als or samen te kijken naar onderwerpen waar we het meeste verschil kunnen maken.

‘Ik vind techneuten geweldig, ik vind nerds geweldig, dus ik zit helemaal op mijn plek’

Daarnaast zijn sommige groepen in de raad ondervertegenwoordigd. Zo hebben we momenteel geen jong wetenschappelijk personeel en geen promovendi in de raad. En dat is niet gek, want zij hebben vrijwel geen tijd. Gelukkig zijn bij sommige onderdeelcommissies wel promovendi betrokken en onderhouden we goed contact met TU-promovendinetwerk Promood.”

Hoe ziet uw ideale TU Delft eruit?
“In ieder geval on campus. De lol van het thuiswerken is er nu wel af. Online lesgeven is niet zo leuk, ik mis het contact en de interactie met studenten. Als ik nu op de campus een les verzorg, dan kom ik helemaal blij en hyper thuis.

Verder is de TU voor mij al behoorlijk ideaal. Ik vind techneuten geweldig, ik vind nerds geweldig, dus ik zit helemaal op mijn plek. Iedereen is ook vreselijk eigenwijs, dat is soms wel een beetje lastig. Aan de andere kant is dat ook goed, want als wetenschappelijk personeel kun en moet je heel autonoom bezig zijn.
Wel heeft de TU nog een enorme vastgoedopgave. Er gebeurt al heel veel, zoals Pulse en Echo en het onderhoud bij CiTG en ik heb zin om naar de gerenoveerde verdiepingen van EWI terug te verhuizen, maar er is dus nog meer nodig.”

Hoe zorgt u ervoor dat u in deze tijd, nu vrijwel iedereen thuiswerkt, weet wat er speelt onder medewerkers?
“Normaal gesproken organiseren we regelmatig or-lunches waarbij medewerkers zo binnenlopen. Dat hebben we online ook geprobeerd, maar dat verliep moeizaam.

Omdat ik in het dagelijks bestuur van de or zit, krijg ik genoeg mee. We krijgen veel mail, dus medewerkers weten ons te vinden. Daarnaast word ik binnen mijn eigen faculteit regelmatig aangesproken en hebben we goed contact met de verschillende odc’s. Het thuiswerken heeft ons daarin niet beperkt. Juist omdat we (de or) met zijn allen zijn, horen we veel.
Voor de volgende periode van de medezeggenschap zou het goed zijn om vaker gezamenlijke themabijeenkomsten te houden voor or- en odc-leden. Zo kunnen we samen prioriteiten stellen voor de medezeggenschap.”

Nieuwsredacteur Marjolein van der Veldt

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

m.vanderveldt@tudelft.nl

Comments are closed.