Wetenschap

Opinion please – Chaos on the street

London is preparing for the Christmas shopping rush. Since the beginning of this month one of the city’s busiest junctions, Oxford Circus, has a diagonal pedestrian crossing, the BBC reports.


The lights at the crossing stop all vehicular traffic and allow pedestrians to cross the intersection in all directions simultaneously. A video on the BBC website shows that soon after the lights have turned green, pedestrians swarm across the street and the centre of the crossing transforms into what looks like an anthill.


The mayor of London, Boris Johnson, believes that once people get the hang of it, the crossing will be able to handle double the number of pedestrians. But people do need to become more skilful when passing each other in the centre of the crossing. When, after 30 seconds, time is up and the light changes, many people have to run to the traffic islands to avoid being run over by buses.


“Such a crossing is a good idea if you have to deal with huge amounts of pedestrians,” says traffic expert, Theo Muller (faculty Civil Engineering & Geosciences). “I’ve also seen an enormous diagonal crossing in front of a train station in Tokyo, where every cycle up to 3,000 pedestrians cross the street. It was quite an experience to witness. I think about ten times more people cross there each time than at Oxford Circus.”


Generally speaking, Muller says that ‘X’ crossings are advantageous for pedestrians and unfavourable for motorists: “When there are relatively many pedestrians, the average waiting time for people will decrease. In the end it’s a political choice to favour pedestrians.”

Muller has also seen an ‘X’ crossing in Vlaardingen (the only one of its kind in the Netherlands) that “serves no purpose”. “Only a handful of people cross during each cycle,” he says, adding that in such cases it’s not worth deviating from the optimal traffic cycle for motorists.


Muller investigates various ways in which traffic can be orchestrated at junctions using traffic lights: “Slightly complicated intersections, such as the one next to TU Delft’s Botanical Garden, where traffic from seven directions meet, can be organized in roughly a thousand different ways.” Which one is most efficient depends, among other factors, on the amount of time the traffic needs after each consecutive green light to clear the crossing. 

The BBC video clearly shows pedestrians having difficulties in clearing the intersection when their crossing time is up. “It’s interesting to see how chaos arises in the centre,” says Dr Winnie Daamen, of the transport and planning section (faculty of Civil Engineering & Geosciences). “How do people decide what lane to follow and how to pass one another? I’d find it interesting to study this,” concludes the researcher who specialises in the dynamics of pedestrians at bottlenecks, such as revolving doors or train station entrances.

Ingenieurs en beleidsmakers zijn geneigd risico’s van nieuwe technologieën als een technisch probleem te zien waarmee experts aan de slag moeten. Ze leunen op kansberekeningen en kosten-batenanalyses. Volgens Sabine Roeser van Techniek, Bestuur en Management en Lotte Asveld, werkzaam bij het Rathenau Instituut, is het niet ethisch om op die manier met nieuwe technologieën om te gaan.
In het boek ‘The Ethics of Technological Risk’ dat zij samenstelden, presenteren zij en collega-ethici nieuwe denkwijzen over het ethisch verantwoord doorvoeren van technische innovaties waar mogelijk risico’s aan kleven voor de samenleving. Deze week presenteren ze het boek in Den Haag.
Naast theorieën staat het boek vol casussen over de meest omstreden gebieden, zoals medische technologie, genetisch gemodificeerde gewassen en stralingsrisico’s door mobiele telefonie.
Om verantwoord om te kunnen gaan met risico’s, moeten politici eerst onderkennen welke ethische vraagstukken er spelen, vinden Asveld en Roeser. “Om de bevolking er van te overtuigen dat een ontwikkeling vrijwel zonder risico is, laten politici het ene onderzoek na het andere uitvoeren”, zegt Roeser. “Uit die onderzoeken rollen kansberekeningen en kosten-batenanalyses die draagvlak moeten creëren. Maar dat zou niet het doel mogen zijn van onderzoek, maar slechts een neveneffect. Politici die alleen draagvlak willen creëren zijn populisten. Ze nemen de bevolking niet serieus.”
Uit die onderzoeken rollen weliswaar harde getallen over risico’s, maar hoe moet je die waarderen? “Neem nou de mogelijke gezondheidsrisico’s van straling van gsm-masten”, zegt Asveld. “Daar is volop naar gekeken, maar er is geen onderzoek gedaan naar langetermijneffecten. Daar moeten politici eerlijk over zijn. Anders zijn ze niet ethisch bezig.”
Een ander voorbeeld van wat Roeser en Asveld de technocratische benadering noemen, is de discussie over kernenergie. “Kernfysici hameren op getallen”, zegt Roeser. “Ze zeggen dat de kans op een ongeluk extreem klein is. Maar wat als het toch gebeurt, dan zijn de gevolgen rampzalig. Daar moet je ook rekening mee houden. Bovendien, hetzelfde werd vroeger gezegd over de kernreactor in Tsjernobyl, en zie wat er is gebeurd. Zelf denk ik niet dat het ongegrond is om te denken dat het ook nu mis zou kunnen gaan.”
Asveld ontwikkelde voor haar promotieonderzoek een risicoanalyse-methode die veel breder is opgezet dan de technocratische benadering. “Mijn methode moet tunnelvisie voorkomen. Kosten-batenanalyses moeten meer zijn dan rekensommetjes. Het is belangrijk om de
intuïtie en angst van mensen die direct geconfronteerd worden met nieuwe ontwikkelingen mee te wegen.”
Roeser somt een reeks andere factoren op. Wat is het effect van de technologie op de natuur? Is er voldoende gekeken naar alternatieve technologieën? Is onderzocht of de mogelijke lasten door iedereen even zwaar gedeeld worden of dat bepaalde bevolkingsgroepen er in het bijzonder onder kunnen lijden?
Voorbeelden van onderzoekers en beleidsmakers die door hun koppigheid de mist in zijn gegaan heeft Asveld volop. “Na de ramp van Tsjernobyl gaven schapenhouders in Wales aan dat er als gevolg van het neerdalende radioactieve stof iets mis was met hun schapen. Wetenschappers zagen geen verschil. Maar er was wel degelijk iets veranderd aan het gedrag van de dieren. De schapenhouders hadden dat direct in de gaten, maar ze werden niet serieus genomen. Hetzelfde geldt voor een kanaal in New York, het Love Canal. Omwoners zeiden dat ze ziek werden van chemicaliën in het water. Wetenschappers namen dit niet serieus, terwijl achteraf bleek dat er wel degelijk iets mis was met het water.”
Maar moet angst altijd serieus genomen worden? Soms is het toch volstrekt irrationeel? “De zorgen moeten wel wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden”, zegt Asveld. “Als mensen vrezen dat gevaarlijke marsmannetjes via gsm-masten met elkaar communiceren, dan nemen we dat niet serieus.”
Volgens Roeser is het verstandiger om die vraag om te draaien. “Bezwaren tegen technologieën worden maar al te vaak ten onrechte opzij geschoven omdat ze voort zouden komen uit ‘irrationele angst’. Angst is juist vaak wel rationeel”, aldus de filosoof die haar hoofdstuk in het boek voornamelijk heeft gewijd aan emotie als morele raadgever bij technologische ontwikkelingen. “Deze gedachte is nieuw binnen de risico-ethiek. Om rationele keuzes te kunnen maken heb je emoties nodig.”

Lotte Asveld and Sabine Roeser (eds.) (2009), The Ethics of Technological Risk, Earthscan Publishers, London 

De boekpresentatie vindt plaats op vrijdag 13 februari van 14.30 uur tot 17.15 uur op de Haagse campus van de TU Delft, Lange Voorhout 44. Deelname is gratis, graag wel aanmelden via: www.ethicsandtechnology.eu/bookethicsrisk

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.