Opinie

Opinie – ‘Jammer-dan’ op de TU

De huidige discussie over het studierendement is een uitgelezen kans te kijken naar hobbels die zijn opgeworpen voor de student. Het is duidelijk dat de harde knip en het ophogen van de bsa studenten niet helpen, vindt Martijn Lugten.


Twee belangrijke stukken naast elkaar in Delta 11 (31 maart). Ten eerste de verstandige keuze van de Tweede Kamer om de harde knip niet te star te maken. Daarnaast een column van Ellen Touw waarin zij oproept de bindend studieadvies (bsa)-eis niet op te schroeven naar 45 ECTS. Haar redenering is helder: je kunt op verschillende manieren naar 180 ECTS in vier jaar komen. De vraag is of je studenten wilt beoordelen op aanpassingsvermogen aan het systeem of op hun kwaliteiten als ingenieur. 


De studentenraad pleit al jaren voor het zo studeerbaar mogelijk maken van het studieprogramma. De afgelopen jaren zijn er maatregelen ingevoerd die de studeerbaarheid niet verbeteren. Ten eerste de harde knip, waarmee de TU vooruit liep. De TU tolereert niet dat studenten nog vakken in de masterfase kunnen doen.


Dit zorgt voor situaties waarin studenten een half jaar lang maar twee ECTS kunnen halen omdat ze hun laatste bachelor-vakje niet hebben gehaald. Helemaal vervelend als je vervolgens drieduizend euro extra mag betalen. Helaas heeft het college van bestuur (cvb) het idee dat alles op rolletjes loopt met de invoering van de harde knip. Daarbij vergeten ze dat de echte harde knip pas in september van start gaat omdat de P+90-regeling nog van kracht is. Intussen zijn er talloze studenten gedupeerd en heeft het cvb geen oog voor hun problemen.


Ten tweede het bsa. De discussie rond het bsa is heropend nadat de commissie-Brakels adviseerde de grens naar 45 ECTS op te schroeven. Dit lijkt op een operatie bij een zieke patiënt. Terwijl de wond nog helende is, wil de chirurg de boel alweer overhaast openhalen om te experimenteren met een nieuwe (niet aangetoonde) techniek, waarvan hij hoopt dat het beter werkt. Er zullen weinig artsen zijn die een dergelijke onverantwoorde ingreep aandurven. De commissie-Brakels kijkt graag naar Geneeskunde als voorbeeld voor blokonderwijs. Misschien moet de commissie ook maar eens kijken naar andere voorbeelden uit de medische wereld.


Ik ben het volledig eens met Ellen Touw dat er meer wegen naar Rome leiden. Goede begeleiders en een overzichtelijk programma kunnen studenten deze wegen laten zien. Een stuk verantwoorder om in te investeren.


Martijn Lugten, vice-voorzitter Oras, commissaris onderwijs.

“De afgelopen twintig jaar zie je het bedrag per student steeds minder worden,” zegt Rullmann in het filmpje. “Dat betekent dat er meer studenten komen en minder middelen beschikbaar zijn. Faciliteiten en docenten kunnen geen gelijke tred houden met de groei van het aantal studenten.”
Ook René Smit, voorzitter van de Vrije Universiteit in Amsterdam, komt aan het woord. Hij vindt dat Nederland te weinig investeert in de kwaliteit van het onderwijs, “zeker als je het vergelijkt met andere landen”. Volgens Yvonne van Rooy van de Universiteit Utrecht staat Nederland voor grote problemen. “Wij als universiteiten, onze onderzoekers en studenten, zijn ervoor om oplossingen aan te dragen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.