Onderwijs

‘Openlijk ex-moslim zijn is geen probleem’

Docent filosofie ir. Behnam Taebi (TBM) vindt zichzelf het levende bewijs dat je in Nederland zonder problemen openlijk ex-moslim kunt zijn. Deze week keerde hij zich samen met een klein groepje medestanders tegen het comité van ex-moslims van Eshan Jami.

“Belediging van moslims is contraproductief.”

Behnam Taebi (30), docent filosofie bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management, was deze zomer vaak op reis. Telkens als hij even terug was in Nederland zag hij de naam Eshan Jami opduiken. Jami vergeleek de profeet Mohammed met Osama bin Laden en noemde hem ‘een verschrikkelijke man’. Jami werd bedreigd en geslagen, kreeg beveiliging, een steuncomité en ladingen aandacht.

Taebi ergerde zich, maar ergens snapt hij alle ophef rondom Jami wel: “Het was komkommertijd.” Maar toen de media maar bleven berichten over het comité van ex-moslims, toen de toon van het debat in de ogen van Taebi ‘richting het onbeschaafde ging’ en Geert Wilders zich er steeds meer mee ging bemoeien, werd het volgens hem en een groepje medestanders tijd voor een ander geluid. Een dag voordat Jami in Den Haag zijn comité officieel oprichtte, gaven Taebi en zijn groepje een persconferentie in de Amsterdamse El-Oumma-moskee.

Hun boodschap was de volgende dag, 11 september, terug te lezen in verschillende kranten. Metro kopte: ‘Ex-moslims nemen afstand van ‘provocerende Jami’. Trouw zette boven een artikel: ‘Stem van een zwijgende meerderheid’, en: ‘Het is helemaal niet zo eng om ex-moslims te zijn”. Taebi zou die avond zijn zegje mogen doen in het RTL Nieuws en bij Eén Vandaag.

Die middag is op zijn werkkamer bij TBM weinig te merken van de media-aandacht die de filosofiedocent overstelpt. Graag wil hij uitleggen wat hem drijft: “Jami presenteert zich als hét geluid van ex-moslims. Terwijl er voor ons en vele andere ex-moslims helemaal geen noodzaak bestaat voor de oprichting van een comité”, denkt Taebi. “Ik ben het levende bewijs dat je heel goed afvallig kunt zijn, zonder verstoten of bedreigd te worden.”

De filosofiedocent heeft eigenlijk niets op met termen als afvallig of ex-moslim, vertelt hij. “Wanneer ben je een ex-moslim? Er zijn zoveel moslims die bier drinken, die varkensvlees eten. Christenen zitten vaak niet elke zondag in de kerk, bij moslims werkt het net zo. Er is een groot grijs gebied.”

De omslag van moslim naar ex-moslim verloopt bij de meeste mensen niet van de ene op de andere dag, legt Taebi uit. Zelf was hij al geen praktiserende moslim meer toen hij in 1996 naar Nederland kwam, maar hij heeft er wel jaren over gedaan om het geloof van zich af te schudden. “Niet zozeer de islam stond me tegen, maar vooral dat het me was opgelegd.”

Volgens Taebi kunnen ex-moslims in Nederland er gewoon voor uitkomen dat ze niet meer geloven. Bedreiging of mishandeling komen volgens hem slechts zelden voor. “Natuurlijk moeten we incidenten veroordelen, maar laten we strijden tegen de idioten en niet tegen alle moslims.” Het comité van Eshan Jami is in Taebi’s ogen overbodig. “We moeten niet de fout maken om in de straten van Amsterdam een strijd te voeren die thuishoort in Iran.”

Waarom dan toch naar voren treden als ex-moslim? Taebi: “Ik erger me eraan dat ieder individu dat opstaat om de islam te beledigen, zoveel media-aandacht krijgt. De beledigingen raken mij niet, want ik ben geen moslim, maar ik denk wel dat het contraproductief is om een hele groep te stigmatiseren. We moeten ons realiseren dat we het samen moeten doen, dat we verdraagzaam moeten zijn.”

Volgens Taebi is de tolerantie van veel Nederlanders zo ver te zoeken dat moslims zich niet meer vrij voelen hun geloof te belijden. “De cijfers over discriminatie op de arbeidsmarkt spreken voor zich. Met een Marokkaanse achternaam, of met een hoofddoekje, kun je het vaak wel vergeten een baan te vinden. Dat drijft twijfelende moslims in de hoek van de fundamentalisten.”

De TBM-docent denkt dat een gesprek tussen moslims en niet-moslims, ook over afvalligheid, veel verdeeldheid kan voorkomen. Volgens hem zal blijken dat de meningen van de meerderheid niet zo ver uiteen liggen. “Tijdens onze persconferentie maandag kregen we steun van de voorzitter van vereniging van imams. Moslims zijn niet achterlijk of barbaars.”

Hen wel zo noemen, draagt niet bij aan de emancipatie van moslims of ex-moslims, denkt Taebi. “In tegendeel, de emancipatie loopt juist vertraging op als je mensen schoffeert.” Maar hoe denkt de docent dan over de vrijheid van meningsuiting? Iedereen moet toch kunnen zeggen wat hij denkt in een democratie? Taebi is terughoudend: “Bezig je het vrije woord, dan moet je je realiseren dat je verantwoordelijkheden hebt. Vrijheid van meningsuiting geeft je niet het recht om mensen te beledigen. Er wordt zoveel onzin uitgekraamd, maar wat schieten we ermee op?”

Vandaar dat Taebi graag van Jami wil horen wat zijn doel is. “Wil hij opkomen voor ex-moslims, of wil hij de partij van Wilders aan meer zetels helpen? Ik weet dit wel: als je ex-moslims wilt helpen, dan hoef je de profeet niet te beledigen, dan moet je je toon matigen. Niet uit angst, maar uit beschaving.”

Behnam Taebi: “Ik ben het levende bewijs dat je heel goed afvallig kunt zijn, zonder verstoten of bedreigd te worden.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Behnam Taebi (30), docent filosofie bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management, was deze zomer vaak op reis. Telkens als hij even terug was in Nederland zag hij de naam Eshan Jami opduiken. Jami vergeleek de profeet Mohammed met Osama bin Laden en noemde hem ‘een verschrikkelijke man’. Jami werd bedreigd en geslagen, kreeg beveiliging, een steuncomité en ladingen aandacht.

Taebi ergerde zich, maar ergens snapt hij alle ophef rondom Jami wel: “Het was komkommertijd.” Maar toen de media maar bleven berichten over het comité van ex-moslims, toen de toon van het debat in de ogen van Taebi ‘richting het onbeschaafde ging’ en Geert Wilders zich er steeds meer mee ging bemoeien, werd het volgens hem en een groepje medestanders tijd voor een ander geluid. Een dag voordat Jami in Den Haag zijn comité officieel oprichtte, gaven Taebi en zijn groepje een persconferentie in de Amsterdamse El-Oumma-moskee.

Hun boodschap was de volgende dag, 11 september, terug te lezen in verschillende kranten. Metro kopte: ‘Ex-moslims nemen afstand van ‘provocerende Jami’. Trouw zette boven een artikel: ‘Stem van een zwijgende meerderheid’, en: ‘Het is helemaal niet zo eng om ex-moslims te zijn”. Taebi zou die avond zijn zegje mogen doen in het RTL Nieuws en bij Eén Vandaag.

Die middag is op zijn werkkamer bij TBM weinig te merken van de media-aandacht die de filosofiedocent overstelpt. Graag wil hij uitleggen wat hem drijft: “Jami presenteert zich als hét geluid van ex-moslims. Terwijl er voor ons en vele andere ex-moslims helemaal geen noodzaak bestaat voor de oprichting van een comité”, denkt Taebi. “Ik ben het levende bewijs dat je heel goed afvallig kunt zijn, zonder verstoten of bedreigd te worden.”

De filosofiedocent heeft eigenlijk niets op met termen als afvallig of ex-moslim, vertelt hij. “Wanneer ben je een ex-moslim? Er zijn zoveel moslims die bier drinken, die varkensvlees eten. Christenen zitten vaak niet elke zondag in de kerk, bij moslims werkt het net zo. Er is een groot grijs gebied.”

De omslag van moslim naar ex-moslim verloopt bij de meeste mensen niet van de ene op de andere dag, legt Taebi uit. Zelf was hij al geen praktiserende moslim meer toen hij in 1996 naar Nederland kwam, maar hij heeft er wel jaren over gedaan om het geloof van zich af te schudden. “Niet zozeer de islam stond me tegen, maar vooral dat het me was opgelegd.”

Volgens Taebi kunnen ex-moslims in Nederland er gewoon voor uitkomen dat ze niet meer geloven. Bedreiging of mishandeling komen volgens hem slechts zelden voor. “Natuurlijk moeten we incidenten veroordelen, maar laten we strijden tegen de idioten en niet tegen alle moslims.” Het comité van Eshan Jami is in Taebi’s ogen overbodig. “We moeten niet de fout maken om in de straten van Amsterdam een strijd te voeren die thuishoort in Iran.”

Waarom dan toch naar voren treden als ex-moslim? Taebi: “Ik erger me eraan dat ieder individu dat opstaat om de islam te beledigen, zoveel media-aandacht krijgt. De beledigingen raken mij niet, want ik ben geen moslim, maar ik denk wel dat het contraproductief is om een hele groep te stigmatiseren. We moeten ons realiseren dat we het samen moeten doen, dat we verdraagzaam moeten zijn.”

Volgens Taebi is de tolerantie van veel Nederlanders zo ver te zoeken dat moslims zich niet meer vrij voelen hun geloof te belijden. “De cijfers over discriminatie op de arbeidsmarkt spreken voor zich. Met een Marokkaanse achternaam, of met een hoofddoekje, kun je het vaak wel vergeten een baan te vinden. Dat drijft twijfelende moslims in de hoek van de fundamentalisten.”

De TBM-docent denkt dat een gesprek tussen moslims en niet-moslims, ook over afvalligheid, veel verdeeldheid kan voorkomen. Volgens hem zal blijken dat de meningen van de meerderheid niet zo ver uiteen liggen. “Tijdens onze persconferentie maandag kregen we steun van de voorzitter van vereniging van imams. Moslims zijn niet achterlijk of barbaars.”

Hen wel zo noemen, draagt niet bij aan de emancipatie van moslims of ex-moslims, denkt Taebi. “In tegendeel, de emancipatie loopt juist vertraging op als je mensen schoffeert.” Maar hoe denkt de docent dan over de vrijheid van meningsuiting? Iedereen moet toch kunnen zeggen wat hij denkt in een democratie? Taebi is terughoudend: “Bezig je het vrije woord, dan moet je je realiseren dat je verantwoordelijkheden hebt. Vrijheid van meningsuiting geeft je niet het recht om mensen te beledigen. Er wordt zoveel onzin uitgekraamd, maar wat schieten we ermee op?”

Vandaar dat Taebi graag van Jami wil horen wat zijn doel is. “Wil hij opkomen voor ex-moslims, of wil hij de partij van Wilders aan meer zetels helpen? Ik weet dit wel: als je ex-moslims wilt helpen, dan hoef je de profeet niet te beledigen, dan moet je je toon matigen. Niet uit angst, maar uit beschaving.”

Behnam Taebi: “Ik ben het levende bewijs dat je heel goed afvallig kunt zijn, zonder verstoten of bedreigd te worden.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.