Opinie

Openbare discussie over TU-masterplan noodzakelijk

Het is de hoogste tijd dat studenten en medewerkers bij het masterplan voor de TU-wijk worden betrokken, meent Ingo Hansen, hoogleraar vervoers- en verkeersvoorzieningen.

/strong>

Sinds 1995 is de TU juridisch en economisch eigenaar van haar universiteitsgebouwen en terreinen. De directie Vastgoedbeheer van de TU heeft nadien een raamnotitie voor het toekomstige vastgoedbeleid ontwikkeld (fase 1) en een concept-masterplan door externe consultants laten uitwerken (fase 2), dat in het voorjaar van 1999 door het college van bestuur werd afgekeurd. In het najaar van 1999 werd een nieuwe adviseur met ervaring in beleggingen in dienst genomen. Vice-president research Berkhout gaf zijn portefeuille vastgoed wegens ‘fundamenteel verschil van inzicht’ met zijn cvb-collega’s terug aan voorzitter De Voogd en de toenmalige directeur Vastgoedbeheer van de TU, ir. A. Sanson, nam kortgeleden afscheid. Deze vacature wordt per 1 april vervuld.

Het monumentale gebouw voor Weg- en Waterbouw aan het Oostplantsoen werd twee jaar geleden voor een bedrag van 20 miljoen gulden aan een projectontwikkelaar verkocht en staat tot heden (bijna) leeg omdat de verkoop van de geplande vrij kostbare luxe-appartementen (de meeste meer dan 5 ton) tegenvalt. De opbrengsten uit de vastgoedverkoop hebben niet kunnen voorkomen dat de TU voor tientallen miljoenen op de vrije kapitaalmarkt moest lenen om de bouwkosten voor de nieuwe bibliotheek, de nieuwbouw van de faculteit Techniek Bestuur en Management en de herinrichting van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie te bekostigen. Het financieringstekort van in totaal ruim 200 miljoen gulden voor de realisering van de ambitieuze vastgoedplannen als gevolg van de clustering en de consequenties daarvan voor de huisvesting van de faculteiten was zeker één van de hoofdredenen voor het falen van het Strategisch Vastgoedplan, fase 2 oktober 1997. De meerderheid van het college wilde snel met marktpartijen in zee gaan (zeg: afstoten van ‘overbodige’ TU-grond en meer dan 100.000 m² nuttige vloeroppervlak) en niet wachten tot het vaststellen van een heldere stedenbouwkundige visie op de TU-wijk.

Afgelast

Dit meningsverschil was er ook de oorzaak van dat een al afgesproken bijeenkomst op 19 april 1999 over het Stedenbouwkundig Masterplan met geïnteresseerde stafleden van de TU drie dagen van tevoren door Berkhout werd afgelast. Het college beweerde dat de vastgoedontwikkeling niet in het geheim zal plaatsvinden en de uitwisseling van gedachten met de TU-gemeenschap over de inrichting van de TU-wijk op de agenda zal blijven staan, maar negen maanden later heeft het college nog steeds geen poging gedaan een corporate identity voor de de langetermijn-werkomgeving te creëren. Waarom zijn de werkresultaten van de toen ingeschakelde externe consultants niet als discussiestukken aan de TU-gemeenschap aangeboden? Enkele tonnen heeft TU Vastgoedbeheer voor deze studies uitgetrokken en het inhuren van de nieuwevastgoedadviseur Hoyng voor een periode van 2 à 3 jaar zal de TU vermoedelijk meer dan een miljoen gulden kosten. Hoe aanvaardt het college zijn verantwoordelijkheid voor deze uitgaven zonder de geleverde producten te tonen?

De belangrijkste tekorten van de bestaande TU-wijk zijn mijns inziens de ruimtelijke versnippering van de gebouwen, het gebrek aan ontmoetings- en activiteitsruimten op maaiveld en de ondergeschikte rol van het langzaam verkeer tegenover de (vooral geparkeerde) auto’s langs de hoofdas Mekelweg. De huisvestingsstrategie van TU Vastgoedbeheer probeert de versnippering tegen te gaan door de historische gebouwen langs de Julianalaan en Mijnbouwstraat (TU-Noord) en de gebouwen aan de Kluyverweg (Lucht & Ruimtevaart), het geïsoleerde Geodesiegebouw, alsmede het weiland aan de Thijsseweg (TU-Zuid) te herbestemmen of af te stoten.

Risico

De TU-huisvesting zou in het middengebied geconcentreerd worden door de voormalige faculteit WTM samen met Technnische Bestuurskunde in de nieuwbouw aan de Jaffalaan onder te brengen. Er zou een nieuw gebouw voor de voormalige faculteit STM ten oosten van Technische Natuurkunde moeten komen. En voor Geodesie en Technische Aardwetenschappen is er samen met Civiele Techniek een nieuw gebouw bij het laboratorium Stevin IV gepland. Daardoor komt vooral in het gebied TU-Noord en langs de Rotterdamseweg ruimte vrij. Het totale investeringsbedrag voor de herhuisvesting werd geraamd op 658 miljoen gulden. Deze grootschalige herinrichting lijkt financieel niet zonder risico voor de TU gezien de verwachte lange periode van rente op leningen en de kans op stijging van de rentevoet.

Bovendien vraag ik mij af of een clustering van de TU-gebouwen rond de Aula met behoud van de historische gebouwen langs de Julianalaan niet geschikter is voor het scheppen van een levendige campus. Daardoor wordt tevens de nieuwbouw voor STM overbodig en kunnen enkele miljoenen worden bespaard. Dit voorbeeld toont aan dat de door het college beoogde clustering van faculteiten veel meer (ongunstige economische) consequenties heeft zonder veel synergie te scheppen.

Ik suggereer dat de discussie over het Stedenbouwkundig Masterplan voortaan in alle openheid binnen de TU wordt gevoerd. Een mooi initiatief van het college zou het starten van een prijsvraa of competitie zijn onder alle TU-studenten en -medewerkers voor het verzamelen en afwegen van ideeën over de inrichtiging van de toekomstige TU-campus. De daartoe nodige financiële prikkels zouden veel minder kosten dan de tot nu toe uitgetrokken studiekosten van externe bureaus. Het zou tegelijk de ontwikkeling van een wij-gevoel onder de TU-medewerkers zeer bevorderen.

Hoogleraar Vervoers- en Verkeersvoorzieningen CiTG

Het is de hoogste tijd dat studenten en medewerkers bij het masterplan voor de TU-wijk worden betrokken, meent Ingo Hansen, hoogleraar vervoers- en verkeersvoorzieningen.

Sinds 1995 is de TU juridisch en economisch eigenaar van haar universiteitsgebouwen en terreinen. De directie Vastgoedbeheer van de TU heeft nadien een raamnotitie voor het toekomstige vastgoedbeleid ontwikkeld (fase 1) en een concept-masterplan door externe consultants laten uitwerken (fase 2), dat in het voorjaar van 1999 door het college van bestuur werd afgekeurd. In het najaar van 1999 werd een nieuwe adviseur met ervaring in beleggingen in dienst genomen. Vice-president research Berkhout gaf zijn portefeuille vastgoed wegens ‘fundamenteel verschil van inzicht’ met zijn cvb-collega’s terug aan voorzitter De Voogd en de toenmalige directeur Vastgoedbeheer van de TU, ir. A. Sanson, nam kortgeleden afscheid. Deze vacature wordt per 1 april vervuld.

Het monumentale gebouw voor Weg- en Waterbouw aan het Oostplantsoen werd twee jaar geleden voor een bedrag van 20 miljoen gulden aan een projectontwikkelaar verkocht en staat tot heden (bijna) leeg omdat de verkoop van de geplande vrij kostbare luxe-appartementen (de meeste meer dan 5 ton) tegenvalt. De opbrengsten uit de vastgoedverkoop hebben niet kunnen voorkomen dat de TU voor tientallen miljoenen op de vrije kapitaalmarkt moest lenen om de bouwkosten voor de nieuwe bibliotheek, de nieuwbouw van de faculteit Techniek Bestuur en Management en de herinrichting van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie te bekostigen. Het financieringstekort van in totaal ruim 200 miljoen gulden voor de realisering van de ambitieuze vastgoedplannen als gevolg van de clustering en de consequenties daarvan voor de huisvesting van de faculteiten was zeker één van de hoofdredenen voor het falen van het Strategisch Vastgoedplan, fase 2 oktober 1997. De meerderheid van het college wilde snel met marktpartijen in zee gaan (zeg: afstoten van ‘overbodige’ TU-grond en meer dan 100.000 m² nuttige vloeroppervlak) en niet wachten tot het vaststellen van een heldere stedenbouwkundige visie op de TU-wijk.

Afgelast

Dit meningsverschil was er ook de oorzaak van dat een al afgesproken bijeenkomst op 19 april 1999 over het Stedenbouwkundig Masterplan met geïnteresseerde stafleden van de TU drie dagen van tevoren door Berkhout werd afgelast. Het college beweerde dat de vastgoedontwikkeling niet in het geheim zal plaatsvinden en de uitwisseling van gedachten met de TU-gemeenschap over de inrichting van de TU-wijk op de agenda zal blijven staan, maar negen maanden later heeft het college nog steeds geen poging gedaan een corporate identity voor de de langetermijn-werkomgeving te creëren. Waarom zijn de werkresultaten van de toen ingeschakelde externe consultants niet als discussiestukken aan de TU-gemeenschap aangeboden? Enkele tonnen heeft TU Vastgoedbeheer voor deze studies uitgetrokken en het inhuren van de nieuwevastgoedadviseur Hoyng voor een periode van 2 à 3 jaar zal de TU vermoedelijk meer dan een miljoen gulden kosten. Hoe aanvaardt het college zijn verantwoordelijkheid voor deze uitgaven zonder de geleverde producten te tonen?

De belangrijkste tekorten van de bestaande TU-wijk zijn mijns inziens de ruimtelijke versnippering van de gebouwen, het gebrek aan ontmoetings- en activiteitsruimten op maaiveld en de ondergeschikte rol van het langzaam verkeer tegenover de (vooral geparkeerde) auto’s langs de hoofdas Mekelweg. De huisvestingsstrategie van TU Vastgoedbeheer probeert de versnippering tegen te gaan door de historische gebouwen langs de Julianalaan en Mijnbouwstraat (TU-Noord) en de gebouwen aan de Kluyverweg (Lucht & Ruimtevaart), het geïsoleerde Geodesiegebouw, alsmede het weiland aan de Thijsseweg (TU-Zuid) te herbestemmen of af te stoten.

Risico

De TU-huisvesting zou in het middengebied geconcentreerd worden door de voormalige faculteit WTM samen met Technnische Bestuurskunde in de nieuwbouw aan de Jaffalaan onder te brengen. Er zou een nieuw gebouw voor de voormalige faculteit STM ten oosten van Technische Natuurkunde moeten komen. En voor Geodesie en Technische Aardwetenschappen is er samen met Civiele Techniek een nieuw gebouw bij het laboratorium Stevin IV gepland. Daardoor komt vooral in het gebied TU-Noord en langs de Rotterdamseweg ruimte vrij. Het totale investeringsbedrag voor de herhuisvesting werd geraamd op 658 miljoen gulden. Deze grootschalige herinrichting lijkt financieel niet zonder risico voor de TU gezien de verwachte lange periode van rente op leningen en de kans op stijging van de rentevoet.

Bovendien vraag ik mij af of een clustering van de TU-gebouwen rond de Aula met behoud van de historische gebouwen langs de Julianalaan niet geschikter is voor het scheppen van een levendige campus. Daardoor wordt tevens de nieuwbouw voor STM overbodig en kunnen enkele miljoenen worden bespaard. Dit voorbeeld toont aan dat de door het college beoogde clustering van faculteiten veel meer (ongunstige economische) consequenties heeft zonder veel synergie te scheppen.

Ik suggereer dat de discussie over het Stedenbouwkundig Masterplan voortaan in alle openheid binnen de TU wordt gevoerd. Een mooi initiatief van het college zou het starten van een prijsvraa of competitie zijn onder alle TU-studenten en -medewerkers voor het verzamelen en afwegen van ideeën over de inrichtiging van de toekomstige TU-campus. De daartoe nodige financiële prikkels zouden veel minder kosten dan de tot nu toe uitgetrokken studiekosten van externe bureaus. Het zou tegelijk de ontwikkeling van een wij-gevoel onder de TU-medewerkers zeer bevorderen.

Hoogleraar Vervoers- en Verkeersvoorzieningen CiTG

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.