Onderwijs

Open Universiteit gooit roer om

De Open Universiteit kiest een nieuwe koers, nu staatssecretaris Zijlstra de instelling voor afstandsonderwijs dreigt te sluiten als er niets verandert. “We waren er al mee bezig.”


De Open Universiteit moet een ‘aangescherpt profiel’ krijgen, vindt staatssecretaris Zijlstra. Zoals het nu gaat, kan de instelling voor afstandsonderwijs op termijn niet zelfstandig voortbestaan.


De Open Universiteit is in eerste instantie bedoeld voor ‘tweedekansstudenten’: mensen die om een of andere reden niet in het hoger onderwijs terechtkwamen en op latere leeftijd alsnog willen studeren. Maar zulke studenten trekt de OU te weinig, vindt Zijlstra. De meeste studenten hebben al een hogeronderwijsdiploma op zak en volgen slechts een paar modules in plaats van een hele opleiding.


‘Leven lang leren’ stelt in Nederland nog weinig voor en de rol van de Open Universiteit is hierbij “nog onvoldoende uit de verf gekomen”, aldus de staatssecretaris. En het onderwijskundige onderzoek aan de OU mag dan goed zijn, de rest van het Nederlandse onderwijs heeft er te weinig baat bij. Bovendien dreigt de OU particuliere onderwijsaanbieders te beconcurreren, nu zij – met bekostiging van OCW – ook hbo-opleidingen aanbiedt.


In de ogen van Zijlstra kan het twee kanten op. In het ‘samenwerkingsmodel’ slaat de OU de handen ineen met andere publieke of private onderwijsinstellingen In het ‘competitiemodel’ wordt de Open Universiteit niet langer als instelling bekostigd en krijgt zij alleen geld voor specifieke doelgroepen zoals gehandicapten en tweedekansstudenten – zolang hiervoor geen alternatieven buiten de OU bestaan..


Dit schrijft Zijlstra in diplomatieke bewoordingen in een brief aan de Tweede Kamer, die hij op vrijdagmiddag voor de kerstvakantie verstuurde. De Open Universiteit heeft er nog niet eerder op gereageerd.


De OU blijkt wel mogelijkheden te zien. Voor de kenniseconomie is het belangrijk dat Nederland meer aandacht geeft aan ‘leven lang leren’, laat de universiteit in een schriftelijke verklaring weten. “De OU wil, kan en zal hierbij een grote rol spelen.”


“Wij zijn een universiteit die kennisvermeerdering mogelijk maakt voor wie niet het traditionele onderwijs kan volgen”, aldus de verklaring. “En wij kunnen andere onderwijsinstellingen in staat stellen om hun onderwijsaanbod te flexibiliseren.”


Met de ‘herpositionering’ was de instelling naar eigen zeggen al bezig. De komende maanden gaat de OU met het ministerie van OCW in gesprek over de nieuwe koers. In april krijgt de OU een nieuwe voorzitter: Sander van den Eijnden, directeur van internationaliseringsorganisatie Nuffic.

Het rommelt in de studentenwereld. Grote bezuinigingen staan op stapel. Landelijk, maar als gevolg daarvan óók op de universiteit. Des te belangrijker is het om binnen de universiteit een goede vertegenwoordiging te hebben van jouw (en ieders) belangen als student. Op de TU Delft heb je hiervoor de studieverenigingen, een studentenvakbond (VSSD) én een studentenraad (sr).
Je hoort er weinig over, maar sinds een jaar bestaat de ‘democratische’ studentenraad bij afwezigheid van concurrentie maar uit één partij: Oras. Hoewel de ervaring van Oras ervoor zorgt dat verantwoordelijkheden van de sr voor een jaar in goede handen zijn, is dit een probleem. Een langlopende politieke partij ontwikkelt een specifiek profiel en specifieke standpunten. Eén fractie in de raad betekent dus dat andere studenten-
meningen niet worden gehoord.

Je kunt voor of tegen zijn, maar de Oras-standpunten vatten niet alle meningen in de studentengemeenschap. Oras is in principe vóór (decentrale) selectie aan de poort, besteedt veel tijd aan het instellen van toptrajecten en extracurriculaire ontplooiing voor studenten en legt weinig focus op langstudeerders zonder bestuurlijke ervaring.

Als jij het niet eens bent met één van de bovengenoemde standpunten of prioriteiten, betekent dit dat jij dit jaar waarschijnlijk niet bent gehoord bij het college van bestuur. Dit is één van de redenen waarom het belangrijk is dat er weer een tweede partij opstaat in de studentenraad. Een tweede partij is voor iedereen belangrijk, ook voor Oras zelf. Het houdt de tegenpartij scherp en zorgt voor een completer beeld van de verschillende belangen.
Daarnaast is het democratisch gehalte tijdens de sr-verkiezingen natuurlijk erg laag zonder een tweede partij. De zetels worden anders namelijk al vooraf ingevuld door tien kandidaten op de lijst van Oras.
Het oprichten van een studentenfractie is verrassend simpel en bestaat technisch gezien uit drie stappen:
1. Verzamel tien handtekeningen van kiesgerechtigde studenten die niet verkiesbaar zijn.
2. Zorg voor een kandidatenlijst van minimaal een en maximaal dertig mensen.
3. Voor een goede campagne is budget nodig. Hiervoor is het mogelijk een verzoek in te dienen bij het college van bestuur. Een succesvolle campagne is tenslotte cruciaal voor het verkiezingsresultaat.
Als het oprichten van een tweede fractie zo simpel is, zul je je misschien afvragen waarom de vorige fracties uiteindelijk zijn opgehouden. Daarom hierbij nog een aantal adviezen.

Voor een nieuwe partij is het belangrijk een eigen profiel te ontwikkelen en je duidelijk te onderscheiden van het alternatief (Oras) in meningen en prioriteiten. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door ervoor te kiezen om concrete projecten op te pakken, enquêtes uit te voeren (veel contact met de student), of door radicaal oppositie te voeren (kijk de kunst af bij bepaalde landelijke politieke partijen). Welke aanpak je ook kiest, wees open naar de student, zodat je een goede basis opbouwt om je als fractie een jaar later opnieuw verkiesbaar te stellen.

Met dit advies op zak nodigen wij jullie uit om de stap te maken naar een nieuwe studentenfractie. Of dit nu is als fractielid of meedenker, jouw hulp zal belangrijk zijn.

Eline Kleiwegt (oud-voorzitter VSSD, mede-oprichter Het Principe),
Barend Buutfeld (oud-bestuur VSSD),
Sal Dukker (oud-voorzitter Jansbrug),
Frank Pijnenborg (oud-bestuur Curius),
Robert van Rooij (oud-bestuur Virgiel),
Bas Bennebroek (oud-fractievoorzitter Stip),
Chrystel van Bruggen (oud-voorzitter O.J.V. De Koornbeurs)
Job Veltman (oud-vergaderleider sr TU Delft)
Frank Gorte (oud-vergaderleider sr TU Delft, oud-bestuur ETV)
Bas Verheugt (oud-bestuur VSV ‘Leonardo da Vinci’)
Henk van Oeveren (oud-bestuur Mijnbouwkundige Vereeniging)

Reactie sr-voorzitter Caroline Streng
De oproep is een goed initiatief. Paul Rullmann en ik hebben 4 januari jl. een brief naar alle studenten gestuurd met een situatieschets van de studentenraad op dit moment en wat de student kan doen als hij zich ondervertegenwoordigd voelt. Oras vindt het belangrijk dat studenten op de hoogte zijn van de studentenmedezeggenschapssituatie en hoe ze kunnen participeren.
Het democratisch gehalte en het dynamisch karakter van de sr neemt toe bij meerdere partijen. Niet iedere student zal zich kunnen identificeren met Oras dus is het belangrijk dat er ook voor hen een partij is.
Er zijn echter ook scenario’s waarin een tweede partij niet per se meerwaarde heeft. Dit is het geval als deze partij zich niet voldoende onderscheidt van Oras. Oras heeft ontplooiing heel hoog in vaandel staan. Wij zien grote meerwaarde in extra curriculaire activiteiten waarbij je andere ervaringen en kennis opdoet. Daarnaast is Oras een pragmatische en constructieve partij. Ik wil dus benadrukken dat een tweede partij moet aansluiten bij studenten die zich niet met de zojuist genoemde beschrijving kunnen identificeren. Alleen dan gaat het draagvlak van de sr erop vooruit.
Zoals in de brief beschreven staat word je bij het oprichten van een partij van alle kanten geholpen. De secretaris van het college van bestuur Hans Krul heeft aangegeven initiatiefnemers een helpende hand te willen bieden. Voor meer informatie hierover surf je naar www.studentenraad.tudelft.nl of kun je contact opnemen met de commissaris studentenraad via N.A.vanderleer@tudelft.nl

Interesseert dit je? Neem dan contact op met de VSSD of Oras. Beide organisaties hebben aangegeven nieuwe initiatieven te ondersteunen en kunnen helpen met tips en je in contact brengen met andere geïnteresseerde studenten. En het mooie is: als het je lukt om in de sr te komen, kun je niet alleen van alles betekenen voor je medestudent, maar krijg je er ook nog eens garantiemaanden én een vergoeding voor.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.