Onderwijs

Opeenstapeling van problemen nekte CiTG

Gebrekkige communicatie, gemis aan saamhorigheid en te laat ingrijpen leidden tot de miljoenenschuld bij Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). Dat blijkt uit het Onderzoek Financiën CiTG: ‘Het lek boven water’.

De commissie Onderzoek Financiën CiTG onderzocht in opdracht van het college van bestuur (cvb) de ontwikkeling van de financiën bij de faculteit in de periode 2000-2009. De eerste geldstroominkomsten (rijksbijdragen) daalden van 43,3 miljoen euro in 2003 tot 30,5 miljoen euro in 2010. Een forse groei in de inkomsten uit de tweede en derde geldstroom (onderzoek, projecten) en kostenbesparingen op personeel en huisvesting compenseerden dat niet.
Relatief beperkte jaarlijkse tekorten van anderhalf miljoen euro in de eerste jaren groeiden vervolgens uit tot forsere tekorten van circa 2,7 miljoen euro in 2008 en 2009. Hierdoor sloeg een reserve van 10,5 miljoen euro om in een schuld van 5,5 miljoen euro. De commissie constateert dat ‘door zowel het college van bestuur als decaan en managementteam onvoldoende tijdig en krachtdadig is ingegrepen’.

Volgens de commissie kregen de decaan en het managementteam (MT, afdelingsvoorzitters) geen grip op de situatie. Het ontbrak aan een sterke prognose op basis waarvan een ingrijpende reorganisatie te rechtvaardigen was. Er werd achter de feiten aangehold.  Wijzigingen die het cvb doorvoerde in de verdeling van de rijksbijdrage over de faculteiten, pakten veelal negatief uit voor CiTG. Dit leidde tot moedeloosheid en apathie. Ook de wijze van verdelen van het geld binnen de faculteit zelf wijzigde herhaaldelijk, wat onduidelijkheid en ergernis opwekte.

Met jarenlang oppervlakkig ingrijpen probeerde de faculteit de verliezen te beperken. Dit leidde volgens de commissie tot ‘interne slijtage van de organisatie’, die zich uitte in een gebrek aan vertrouwen in decaan en MT, geringe saamhorigheid en het elkaar niet aanspreken op verantwoordelijkheden.

De interne communicatie was op vele niveaus gebrekkig. Daardoor ontstond een cultuur van ‘ieder voor zich’ en was samenwerking niet langer vanzelfsprekend. Door slechte communicatie van vooral de financiële dienst bleven afdelingen, secties en projectleiders verstoken van bruikbare managementinformatie om financiën te beheersen.
Interne spanningen die hun oorsprong vonden in fusies en die werden beïnvloed door ‘sterke persoonlijkheden’ die hun eigen gang gingen, bemoeilijkten de tering naar de nering zetten. De commissie constateerde een vasthouden aan verworven rechten en posities, die leidden tot versnippering en hoge kosten van het onderwijs.

De commissie adviseert onder meer het onderwijsproces beter bestuurbaar te maken en te komen met een strategisch gedurfde aanpak gebaseerd op een realistische langetermijnprognose.
Cvb-voorzitter Dirk Jan van den Berg laat weten dat sinds zijn komst in maart 2008 hij een decaan ziet die zaken ‘voortvarend aanpakt’. Hij stelt dat hij ‘geen fan’ is van het verdelingsmodel voor de rijksbijdrage, omdat wat de ene faculteit meer krijgt de ander minder ontvangt. “Ik weet niet of je de decaan verantwoordelijk kunt houden voor de werking van dit model.”
Decaan Louis de Quelerij heeft in overleg met het cvb besloten pas te reageren nadat het cvb een reactie heeft gestuurd naar de commissie en de ondernemingsraad (die op het onderzoek aandrong).

“Kant-en-klare vrachtwagens komen bij ons binnen. Er moet bijvoorbeeld een zware kraan op om puin mee te ruimen, maar het chassis blijkt te licht. Ik maak berekeningen om de extra krachten weg te geleiden. Dat chassis bestaat uit twee U-balken die van voor naar achter liggen en waar zo’n beetje alles aan vastzit. Je mag er niets aan veranderen, want anders krijg je problemen met de leverancier. Wel kan er een frame aan vastgemaakt worden. Laatst zag ik dat een vrachtwagen waar ik aan gerekend had, werd ingezet voor het Mekelpark. Grappig.”

“Vijf jaar terug liep ik hier mijn eerste stage van het hbo. Het beviel goed, waardoor ik er ben blijven werken. Officieel ben ik werkvoorbereider, maar eigenlijk ben ik een manusje-van-alles. Ik maak offertes en vraag vergunningen aan. Ook houd ik de website bij. Tijdens mijn hbo-studie had ik veel vrije tijd en werkte ik soms drie dagen per week. Nu werk ik vooral op zaterdag. Gelukkig is er iemand die een deel van de werkzaamheden heeft overgenomen, want ik kon het niet meer bijhouden.”

“Mijn eerste fietsje lag meer uit elkaar dan dat ik erop fietste. Sommige onderdelen moest mijn vader echt vast lassen. Wat dat betreft zat de werktuigbouwkunde er al vroeg in. Nog steeds vind ik het prettig om met mijn handen bezig te zijn. In mijn vrije tijd klus ik aan een auto. Ook op het werk is dat het geval. Reparaties zijn altijd spoedwerk. Tijd is geld, hè. Soms vliegt de olie je om de oren. Je moet niet bang zijn vies te worden.”

“Het bedrijf is gegroeid de afgelopen jaren. Toch mis ik de uitdaging als ik naar de toekomst kijk. Ik houd van nieuwe dingen, processen optimaliseren. Mijn baas weet dat ook wel. Hij biedt me daarom meer uitdagingen. Ik denk dat ik er door de dagelijkse hectiek alleen te weinig aan toe kom. Bij een nieuwe baan zou ik zeker niet de hele tijd achter een computer willen zitten, ik ben geen negen tot vijf-type. Misschien dat ik nog eens een eigen bedrijf begin.” (IK)

Bijbaan: Werkvoorbereider
Verdiensten: €15 per uur
Opvallend: Zag zijn berekeningen terug in het Mekelpark

De commissie Onderzoek Financiën CiTG onderzocht in opdracht van het college van bestuur (cvb) de ontwikkeling van de financiën bij de faculteit in de periode 2000-2009. De eerste geldstroominkomsten (rijksbijdragen) daalden van 43,3 miljoen euro in 2003 tot 30,5 miljoen euro in 2010. Een forse groei in de inkomsten uit de tweede en derde geldstroom (onderzoek, projecten) en kostenbesparingen op personeel en huisvesting compenseerden dat niet.
Relatief beperkte jaarlijkse tekorten van anderhalf miljoen euro in de eerste jaren groeiden vervolgens uit tot forsere tekorten van circa 2,7 miljoen euro in 2008 en 2009. Hierdoor sloeg een reserve van 10,5 miljoen euro om in een schuld van 5,5 miljoen euro. De commissie constateert dat ‘door zowel het college van bestuur als decaan en managementteam onvoldoende tijdig en krachtdadig is ingegrepen’.

Volgens de commissie kregen de decaan en het managementteam (MT, afdelingsvoorzitters) geen grip op de situatie. Het ontbrak aan een sterke prognose op basis waarvan een ingrijpende reorganisatie te rechtvaardigen was. Er werd achter de feiten aangehold.  Wijzigingen die het cvb doorvoerde in de verdeling van de rijksbijdrage over de faculteiten, pakten veelal negatief uit voor CiTG. Dit leidde tot moedeloosheid en apathie. Ook de wijze van verdelen van het geld binnen de faculteit zelf wijzigde herhaaldelijk, wat onduidelijkheid en ergernis opwekte.

Met jarenlang oppervlakkig ingrijpen probeerde de faculteit de verliezen te beperken. Dit leidde volgens de commissie tot ‘interne slijtage van de organisatie’, die zich uitte in een gebrek aan vertrouwen in decaan en MT, geringe saamhorigheid en het elkaar niet aanspreken op verantwoordelijkheden.

De interne communicatie was op vele niveaus gebrekkig. Daardoor ontstond een cultuur van ‘ieder voor zich’ en was samenwerking niet langer vanzelfsprekend. Door slechte communicatie van vooral de financiële dienst bleven afdelingen, secties en projectleiders verstoken van bruikbare managementinformatie om financiën te beheersen.
Interne spanningen die hun oorsprong vonden in fusies en die werden beïnvloed door ‘sterke persoonlijkheden’ die hun eigen gang gingen, bemoeilijkten de tering naar de nering zetten. De commissie constateerde een vasthouden aan verworven rechten en posities, die leidden tot versnippering en hoge kosten van het onderwijs.

De commissie adviseert onder meer het onderwijsproces beter bestuurbaar te maken en te komen met een strategisch gedurfde aanpak gebaseerd op een realistische langetermijnprognose.
Cvb-voorzitter Dirk Jan van den Berg laat weten dat sinds zijn komst in maart 2008 hij een decaan ziet die zaken ‘voortvarend aanpakt’. Hij stelt dat hij ‘geen fan’ is van het verdelingsmodel voor de rijksbijdrage, omdat wat de ene faculteit meer krijgt de ander minder ontvangt. “Ik weet niet of je de decaan verantwoordelijk kunt houden voor de werking van dit model.”
Decaan Louis de Quelerij heeft in overleg met het cvb besloten pas te reageren nadat het cvb een reactie heeft gestuurd naar de commissie en de ondernemingsraad (die op het onderzoek aandrong).

Zie ook:  ‘Situatie citg best voortvarend aangepakt’

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.