Onderwijs

Ook LSVb heeft nieuw bestuur

De Landelijke Studenten Vakbond krijgt een nieuwe voorzitter: Kai Heijneman, voormalig student journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Dit weekend is het nieuwe bestuur verkozen.


Heijneman studeerde ook aan een Deense journalistiekopleiding. Ervaring in de medezeggenschap heeft hij al: hij was coördinator voor het Studenten Overleg Medezeggenschap, dat de studenteninspraak in het hbo wil verbeteren.



Per 1 juli gaan de nieuwe bestuursleden officieel van start. In de maanden mei en juni worden ze ingewerkt. “Er waren genoeg sollicitaties”, zegt de huidige voorzitter Pascal ten Have. “Het hoger onderwijs was veel in het nieuws en dat heeft zeker meegeholpen.”



Volgens hem biedt de val van het kabinet veel kansen voor de nieuwe bestuursleden. “De plannen die er nu lagen, waren natuurlijk niet de beste om de kenniseconomie op schema te krijgen. Nu komen er verkiezingen, en daarna moeten nieuwe kamerleden zich hun portefeuille eigen maken. We zien genoeg mogelijkheden.”



Vicevoorzitter is Karlijn Ligtenberg (algemene cultuurwetenschappen, Radboud Universiteit). Anne-Mien Regelink wordt secretaris; zij studeert hbo-verpleegkunde aan de hogeschool Windesheim. Penningmeester Simone de Bruijn behaalde haar bachelor sociale geografie aan de Universiteit Utrecht en volgde haar masteropleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Youssef Oualhadj wordt algemeen bestuurslid en studeerde bestuurskunde en overheidsmanagement aan de Haagse Hogeschool. Nu is hij student Nederlandse taal & cultuur aan de Universiteit Leiden.



De LSVb is één van de twee landelijke studentenorganisaties. De andere is het Interstedelijk Studenten Overleg. De LSVb bevindt zich meer aan de linkerkant van het politieke spectrum en het ISO meer aan de rechterkant, maar op veel punten vinden ze elkaar. Het ISO koos vorige week een nieuw bestuur.

De Vlaamse TU-student Robby de Bock (23) doet aan wegwielrennen, maar dan vooral als een soort extra training. Goed voor een bredere basis aan snelheid en uithoudingsvermogen. Zijn echte passie ligt bij mountainbiken: meer avontuur, actie, gevaar en afwisseling. Je moet niet alleen hard kunnen trappen, aldus de masterstudent aero-space engineering, techniek is minstens zo bepalend voor een goede uitslag. “Op de weg kun je heel goed zijn, maar als de groep je vlak voor de finish pakt eindig je alsnog als vijftigste. Mountainbiken is veel individueler en daardoor eerlijker, de besten komen altijd vooraan.”

Het terreinfietsen ligt hem als lichtgewicht ook beter. “Ik heb wedstrijden gewonnen doordat ik bij afdalingen sneller was op techniek. De concurrentie moet dat bij de volgende klim weer goedmaken en dan reed ik weer weg bij de volgende afdaling, eens breekt de veer natuurlijk.” 

Mede dankzij een nieuwe trainer stootte hij vorig jaar door naar de nationale top van de beloften, met een podiumplaats op het Belgisch kampioenschap als hoogtepunt. Hij werd geselecteerd voor de Belgische ploeg voor het EK en enkele wereldbekerwedstrijden. Dit jaar is hij eliterijder zonder contract, met ook daar als doel het halen van de nationale top die in feite dicht bij de internationale top ligt. Na zijn afstuderen wil hij binnen twee jaar prof worden.

Zondag is er meestal de wedstrijd, de rest van de week traint hij dagelijks. Op vrijdag fietst hij soms van Delft naar zijn adres in België, een afstand van 125 kilometer, vier uur trappen. Als er geen tegenwind staat gaat de terugtocht op maandag ook vaak per fiets. Als tegenprestatie voor de sponsoring door de TU geeft hij mtb-training bij studentenwielerclub Wtos. Daarnaast heeft hij nog zijn wekelijks uurtje krachttraining op de Maeslantkering. 

Lichte studieachterstand en een beperkt sociaal leven zijn de consequenties van een topsportbestaan, al wordt dit in rustperioden wel goedgemaakt. Dan kan hij stappen en hoeft hij niet op zijn voeding te letten. “Je doet waar je het gelukkigst van wordt. De voldoening die topsport mij geeft is groter dan de lol van een uitgaansleven. In juni 2010 was ik negentiende op het EK in Israël. Het geeft een machtig gevoel als je bij de twintig besten van Europa hoort.”

Een leven zonder sport is voor hem niet denkbaar. “Na het wedstrijdfietsen zal ik blijven sporten; in de bergen fietsen, bergbeklimmen lijkt mij ook mooi, of een triatlon afleggen. Het gevoel na de inspanning is geweldig. Soms heb je geen zin, als het regent of als je moe bent, maar de voldoening achteraf maakt dat helemaal goed. Daarbij is het bij competitief sporten leuk om te zien dat je vooruitgang boekt. Loon naar werken, dat geeft voldoening. Ik wil gewoon buiten zijn en een actief leven hebben.” 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.