Campus

‘Onderzoekers worstelen met open data’

Weg met de betaalmuren van uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften. Daarvoor pleit Wilma van Wezenbeek, de directeur van de TU Library. Ze is een van de sprekers van het Open Science Seminar vrijdag bij Sport & Cultuur.

Van Wezenbeek is een van de auteurs van het Nationaal Plan Open Science. Wetenschap moet de samenleving als geheel dienen en onderzoek dat met publiek geld betaald is, moet voor iedereen vrijelijk toegankelijk zijn. Dat is de belangrijkste boodschap van dit rapport, geschreven in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.


Onderzoekers kunnen hun werk toegankelijk maken via open acces-tijdschriften – tijdschriften die gratis te lezen zijn, of via open databases. In 2020 moet dit gebeuren met alle wetenschappelijke artikelen van Nederlandse bodem die met publiek geld tot stand zijn gekomen, zo staat in het rapport.


2020, dat is al over drie jaar. Is dat niet te hoog gegrepen?


“Het is ambitieus, niet onrealistisch. Laten we focussen op de TU Delft. In 2015 kwam de TU op een score van dertig procent open access-publicaties uit. De statistieken van vorig jaar heb ik nog niet. Maar het gaat snel. Ik denk dat we over twee jaar op vijftig à zestig procent uitkomen. Of we honderd procent halen, hangt af van wat mondiaal gebeurt. Delftse wetenschappers werken internationaal samen. Als de open access-beweging in bijvoorbeeld de VS minder vaart maakt, dan hebben wij daar last van.”


Aanstaande vrijdag vindt aan de TU de Open science seminar plaats. U bent een van de sprekers. Wat zijn de hete hangijzers?


“Een groot discussiepunt bij open research is hoe om te gaan met de onderliggende onderzoeksdata. Die moeten ook vrijelijk toegankelijk worden gemaakt. Met bloed, zweet en tranen heb je als onderzoeker je gegevens verzameld en verwerkt. En je hebt altijd zelf bepaald met wie je die gegevens hebt gedeeld. En dan zeggen wij nu, je moet ze met iedereen delen. We hebben nog een lange weg te gaan voordat dat op grote schaal gebeurt. Om dit te bespoedigen, moeten onderzoekers op een andere manier gewaardeerd worden; er moet breder gekeken worden. Niet alleen je aantal toppublicaties moeten een rol spelen, maar ook hoe efficiënt je je data ontsluit.”


Het delen van data is technisch geen makkelijke opgave. Kunt u uitleggen waarom?


“Data moeten FAIR worden gemaakt; Findable, Accessible, Interoperable en Reusable. Internationaal moeten wetenschappers binnen disciplines standaarden met elkaar afspreken die bepalen hoe men gegevens beschrijft en opslaat. Dat is ingewikkeld. Ook onderzoekers aan de TU worstelen daarmee. Daarom heeft de TU besloten om drie data-experts – zogenaamde data stewards – aan te nemen, om te beginnen voor de faculteiten EWI, CiTG en L&R. De faculteiten zijn nu samen met de Library met de sollicitatieprocedure bezig. De stewards gaan Delftse ingenieurs helpen om hun gegevens goed op te slaan in databases, waaronder die van het 4TU.Centre for Research Data, dat we zeven jaar geleden met de toen nog twee andere TU’s hebben opgezet.”


Alle maatregelen gelden alleen voor publiek betaald onderzoek, niet voor onderzoek waar bedrijven voor betaald hebben. Maar daar zit een groot grijs gebied. De onderzoekers genieten immers een overheidssalaris en maken gebruik van de faciliteiten van de TU. Hoe gaan jullie om met dit grijze gebied?


“In het plan staat dat het uitgangspunt moet zijn dat onderzoek in principe openbaar wordt. Als er argumenten zijn om het niet te doen, bijvoorbeeld bedrijfsbelangen, dan kan daarvan worden afgeweken. Maar open access is de default. We hanteren het adagium “as open as possible, as closed as necessary”.

Redacteur Tomas van Dijk

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tomas.vandijk@tudelft.nl

Comments are closed.