Onderwijs

Onderzoek naar privacyschending studenten OV-chip

Het College Bescherming Persoonsgevens (CBP) gaat onderzoeken of de invoering van de studenten OV-chipkaart een inbreuk vormt op de privacy van studenten.

De juridische studentenorganisatie Clinic had om dat onderzoek gevraagd.

Op 16 maart vervalt de ouderwetse OV-kaart en kunnen studenten alleen gratis reizen met hun Studenten OV-chipkaart. Persoonlijke informatie over hun reizen wordt dan automatisch opgeslagen en zeven jaar lang bewaard. Een grote privacyinbreuk, vinden de studenten van Clinic, die eisen dat het CBP optreedt tegen de NS, stadsvervoerder GVB in Amsterdam en RET in Rotterdam.

De vervoerders verplichten studenten met hun chipkaart in- en uit te checken en dat vindt Clinic onnodig. Studenten mogen doordeweeks of in het weekend gratis reizen. Waarom moeten ze dan in- en uit checken?

In een zaak rond de gewone OV-chipkaart zag het CBP eerder geen reden tot ingrijpen. Betalende reizigers kunnen immers een kaartje kopen als ze bezorgd zijn om hun privacy. Voor studenten ligt dat anders: wie korting wil, moet wel van de OV-chipkaart gebruik maken.

Ver na de oorspronkelijk gestelde limiet van 22.00 uur druppelen ze nog binnen op het finishterrein bij Laga. Achten, vieren, tweetjes, skiffs (eenmansboten) en andere mogelijke varianten. Het heeft heel wat spierkracht en blaren op de handen gekost, maar het gevecht met de elementen is volbracht.
Rond drie uur ’s middags is het een twaalftal kilometers terug nog rustig bij het sluisje van Leidschendam: pleisterplaats na 88 kilometer, waar de boot door helpers over land tot voorbij de sluis wordt getild. Maximaal een uur krijgen de deelnemers hier om enigszins bij te komen.
“Het is een heftige race dit jaar”, weet commissielid Govert Flint. “Er zijn al drie boten gezonken.” Een zware tocht, beaamt collega commissaris Hanneke Hoogewerf: “Een recordtijd zit er niet in. Het is nu al later dan de doorkomst van de eerste boot van vorig jaar.”
Gerard van der Laan staat voor de Rode Kruis-tent te wachten op wat komen gaat. Hij hoort bij de massageploeg. “De eersten die langskomen zijn de goed getrainden”, zegt hij, “die zijn nog redelijk fit. Maar straks wordt het een gekkenhuis hier, als de ‘bierteams’ afmeren.” Hij verwacht ‘een slachting’, wijzend naar de golven op het water: “Voor ongetrainden is het zwaar. Vooral het laatste stuk, met wind tegen.” De Leidschendammer is elk jaar van de partij: “Ik vind het altijd een mooi spektakel.”
Rond half vier is het nog steeds wachten op de eerste boot. De blarenploeg doet zich bij de EHBO-wagen tegoed aan koffie en broodjes. Op een groot oranje doek prijst het hoekcafé zijn ‘heerlijke huisgemaakte appeltaart’ aan. De mannen bij de buitentap en de verkoop van worsten en hamburgers zijn er klaar voor. Straks krioelt het hier van de roeiers en hun volgers. Terwijl een bleek zonnetje soms door het wolkendek breekt, waaien de doeken van de parasols alle kanten op. Een man met een haringkar neemt een strategische plaats in. Rond kwart voor vier meert eindelijk de eerste boot aan. Skiffeur Meindert van den Heuvel komt kruipend het aanlegvlot op. Gespierde dijen en kuiten worden zichtbaar. Tijdens de welkome massage, even later, verhaalt hij van de voortdurende tegenwind op de hele Ringvaart-lus rond de Haarlemmermeer. Precies op de verkeerde momenten veranderde de wind van richting, van noordwest via west naar zuidwest. “Wat het heel zwaar maakt, zijn de golven. Je moet continu in je riemen knijpen, zodat ze niet uit je handen vliegen. Daarvan krijg je pijn in je armen.” Maar nu is het klaar, zegt hij zelfverzekerd. “Het laatste stukje is een soort uitroeien, er kunnen geen gekke dingen meer gebeuren. Vorige keer was ik tweede, nu ga ik winnen.” Lachend: “Dan kom ik nooit meer.” Na de massage doet hij zich redelijk fit ogend op het caféterras tegoed aan een chocomel en een kippensoep. Intussen arriveren er slechts mondjesmaat andere deelnemers. Om even na vijf uur zijn er pas dertien boten binnen en vijf vertrokken. Het wordt een latertje vandaag.
Tegen half zes komt een Duitse twee als eerste binnen in Delft. Ruim zes uur later wordt een wherry, een klassieke Engelse ‘gentleman’s rowing boat’, als laatste officieel geklokt bij het finishterrein. De heren hebben nog net geen zestien uur gedaan over de honderd kilometer. De snelste tijd is voor een acht van Proteus. Hun 7:36.59 is ongeveer anderhalf uur langzamer dan de recordtijd die een dubbelacht twaalf jaar geleden neerzette. Van den Heuvel is met 8:47.52 de snelste skiffeur. Speciale hulde valt Rob Muda ten deel. In een dubbelvier volbracht hij de monsterrace voor de 25ste maal.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.