Campus

Onderzoek naar ‘het leven als student’

Hoe komt het dat de ene student zijn of haar draai op de universiteit sneller vindt dan de ander? De Delftse student Tijn van der Gulik deed mee aan onderzoek hiernaar.

Studieadviseur Tineke Dijkstra en student maritieme techniek Tijn van der Gulik. (Foto: Marjolein van der Veldt)

Met een online vragenlijst onderzoekt promovenda Yolande Schuur van het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen in welke mate bachelorstudenten zich aanpassen aan het leven als student. Ze wil weten welke factoren daarbij een rol spelen en hoe studenten sneller hun draai kunnen vinden.

Schuur is in het bijzonder geïnteresseerd in de vraag of de aanpassing anders verloopt bij hoogbegaafde en jonge studenten die één of meer klassen hebben overgeslagen op de basis- of middelbare school.


5-jarig vwo

Uit een overzicht dat universiteitenvereniging VSNU speciaal voor Schuurs onderzoek maakte, blijkt dat sinds 2015 zo’n 350 studenten aan de TU Delft zijn gaan studeren die op de basis- en of middelbare school een klas hebben overgeslagen. Landelijk beginnen jaarlijks ongeveer 850 versnelde studenten aan een universitaire studie. Het betreft studenten die 18 jaar worden na 1 januari in hun eerste studiejaar. Het aantal studenten dat tussen 1 oktober en 1 januari 18 jaar wordt, is ongeveer twee keer zo hoog.


Sinds 2016 kunnen scholen een plan indienen bij het ministerie voor een 5-jarig vwo. “Dat zou betekenen dat er vanaf studiejaar 2021 jongere groepen studenten gaan studeren”, zegt Schuur. Ze roept daarom ook deze studenten op haar vragenlijst in te vullen.


Een Delftse student die dat al heeft gedaan is Tijn van der Gulik. Hij zegt er blij van te zijn geworden. “Ik merkte tijdens het invullen dat ik mezelf beter leerde kennen, alsof de vragen over mij gingen.” Van der Gulik is achttien, komt uit Curaçao en is eerstejaars student maritieme techniek.


Op zijn elfde bleek dat Van der Gulik verder was in zijn ontwikkeling dan leeftijdgenoten, maar hij wilde toen geen klas overslaan. Op de middelbare school deed hij dat wel. Na zijn eindexamen nam hij een tussenjaar waarin hij ging zeilen (hij is topsporter) en werken. Sinds augustus woont hij in Nederland.


Veel veranderingen

Toen Van der Gulik aan zijn studie begon, veranderde er ‘superveel’. “Ik ging op mezelf wonen, mijn familie woonde niet dichtbij. Ik ging zeilen op topniveau en studeren terwijl ik een jaar niet naar school was geweest. Je moet jezelf er dan wel toe zetten.” Hij is bewust geen lid geworden van een studentenvereniging. “Daar heb ik geen tijd voor. Maritieme techniek is een kleine studie met al veel gezelligheid. Soms heb ik wel problemen met relativeren als het even tegenzit.”


Studieadviseur Tineke Dijkstra herkent de veranderingen die eerstejaars studenten doormaken. Als ze bij een studieadviseur komen, gaat het volgens haar vaak om psychische of fysieke problemen. “Het deel ‘psychische problemen’ is vaak gelinkt aan ofwel persoonlijke problematiek zoals een functiebeperking of de thuissituatie, ofwel aan de gewenning aan alle veranderingen in korte tijd”, zegt Dijkstra.  


Pak je rust

Er is volgens Dijkstra niet alleen een mindset switch van middelbare school naar wetenschappelijk onderwijs, maar ook van op zichzelf gaan wonen, nieuwe vrienden en nieuwe verleidingen. “Welke keuzes maak je? Vaak komt het neer op plannen. Het voortgezet onderwijs was schoolser. Hier moet je actief iets doen in plaats van alleen naar colleges gaan. Die switch moet je maken. Plan niet alles vol met studie, maar pak een rustmoment. Dat is nodig om al die veranderingen te kunnen verwerken en niet in die psychische problematiek terecht te komen. Tegelijkertijd is zelfstudie en uren maken buiten colleges belangrijk.”


Van der Gulik zegt het niet fijn te vinden om dingen te schrappen. “Alleen maar studeren is niets voor mij. Als ik minder doe, is het niet leuk meer.” Nu vindt hij het ‘niet supergoed’ gaan, hoewel hij niet ontevreden is. “Mijn propedeuse gaat niet meer lukken. Ik vind veel dingen leuk en daarom is het moeilijk één ding leuk genoeg te vinden. Dat moet je niet verwarren met weinig ambitie hebben. Extra sommen maken is vaak meer van hetzelfde en juist saaier.”


Tips om als student je draai te kunnen vinden, heeft Van der Gulik wel. “Als je niemand kent is het belangrijk om binnen afzienbare tijd vrienden te vinden. Dat lukt sneller als je ergens lid van bent. Met die vrienden kun je samen wat aan je studie doen.”


Enquête onder studieadviseurs

Parallel aan het studentenonderzoek, loopt een enquête onder studieadviseurs. Wat zijn succesfactoren bij het eerste jaar? En welke rol speelt leeftijd daarbij? Dijkstra vindt het belangrijk deel te nemen aan het onderzoek. “Je helpt er je studenten mee en krijgt een beter zicht op welke begeleiding nodig is.”    


Hoewel Dijkstra nog niet zoveel jonge of hoogbegaafde studenten heeft gezien, heeft het feit dat studenten onder de achttien geen alcohol mogen drinken een belangrijk sociaal effect. “Niet meedoen zorgt voor een groeiende psychische druk op jongeren.”


Van der Gulik herkent dat. “Tijdens de OWee wordt het polsbandje van studenten onder de achttien doorgeknipt als ze worden betrapt met alcohol”, zegt hij. Zonder polsbandje krijgen ze geen alcohol meer en mogen ze niet meer meedoen met andere activiteiten tijdens de OWee. “Het is jammer dat alcohol zo’n factor is”, aldus Van der Gulik. 

Nieuwsredacteur Connie van Uffelen

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl

Comments are closed.