Onderwijskwaliteit

Delft moet meer werk maken van zijn kwaliteitszorg, las ik in Delta (11 november, pagina 13). ,,We moeten bij de volgende enquête hoger scoren”, zo formuleert de rector een belangrijke drijfveer.

Wat mij opvalt is dat studentenenquêtes hier, en eerder in Delta, vooral als een algemeen soort ‘boeman’ fungeren; als brenger van het slechte nieuws. Ook de reacties zijn steeds hetzelfde. Eerst schrik, dan gerelativeer en ten slotte toch een reeks voornemens.

Maar die voornemens dreigen wel erg algemeen en oppervlakkig te blijven (zie de cartoon in Delta!), dus niet bruikbaar en overtuigend te zijn voor degenen die echt kwaliteitsverhoging nastreven. Want er wordt weinig onderscheid gemaakt tussen de sterke en zwakke punten van Delft.

De TU doet zichzelf zo tekort. Want, mits slim en systematisch gebruikt als kwaliteitsmonitor, kun je met studentenenquêtes inspirerende dingen doen. Zoals het vinden van sterke punten en best practices binnen de TU. Die verdienen erkenning, en er vallen praktische lessen van te leren. Hetzelfde geldt voor opleidingen die in korte tijd vooruitgang hebben geboekt.

Voorbeelden? In de enquêtes van de Keuzegids Hoger Onderwijs kreeg Delft veel kritiek, maar dat gold niet voor scheikundige technologie (ST) en lucht- en ruimtevaarttechniek (L&R). Beide worden, naar landelijke normen, sinds enige tijd zeer goed beoordeeld. De details staan in onze gids. Wat is het geheim van deze opleidingen, en wat kunnen anderen daarvan gebruiken? De truc is niet dat ze erg makkelijk zijn. Integendeel.

Dan dwars op de studies. De internationalisering van het onderwijs blijkt een van Delfts sterke punten. En anders dan in 1995 is de ‘studeerbaarheid’ geen urgent probleem meer (de concurrentie scoort niet beter).

Wat als grootste uitdaging overblijft is de trage invoering van moderne onderwijsvormen. Diverse Delftse studies worden schools en saai gevonden. Dieptepunt zijn werktuigbouw en maritieme techniek. Terwijl L&R, ST en technische bestuurskunde laten zien dat modern onderwijs in Delft wél kan bestaan.

In een veelgeciteerde Elsevierspecial waren deze lichtpuntjes overigens niet te vinden; Het weekblad onderwierp maar een kwart van de Delftse studies aan enquêtes.

Delft moet meer werk maken van zijn kwaliteitszorg, las ik in Delta (11 november, pagina 13). ,,We moeten bij de volgende enquête hoger scoren”, zo formuleert de rector een belangrijke drijfveer.

Wat mij opvalt is dat studentenenquêtes hier, en eerder in Delta, vooral als een algemeen soort ‘boeman’ fungeren; als brenger van het slechte nieuws. Ook de reacties zijn steeds hetzelfde. Eerst schrik, dan gerelativeer en ten slotte toch een reeks voornemens.

Maar die voornemens dreigen wel erg algemeen en oppervlakkig te blijven (zie de cartoon in Delta!), dus niet bruikbaar en overtuigend te zijn voor degenen die echt kwaliteitsverhoging nastreven. Want er wordt weinig onderscheid gemaakt tussen de sterke en zwakke punten van Delft.

De TU doet zichzelf zo tekort. Want, mits slim en systematisch gebruikt als kwaliteitsmonitor, kun je met studentenenquêtes inspirerende dingen doen. Zoals het vinden van sterke punten en best practices binnen de TU. Die verdienen erkenning, en er vallen praktische lessen van te leren. Hetzelfde geldt voor opleidingen die in korte tijd vooruitgang hebben geboekt.

Voorbeelden? In de enquêtes van de Keuzegids Hoger Onderwijs kreeg Delft veel kritiek, maar dat gold niet voor scheikundige technologie (ST) en lucht- en ruimtevaarttechniek (L&R). Beide worden, naar landelijke normen, sinds enige tijd zeer goed beoordeeld. De details staan in onze gids. Wat is het geheim van deze opleidingen, en wat kunnen anderen daarvan gebruiken? De truc is niet dat ze erg makkelijk zijn. Integendeel.

Dan dwars op de studies. De internationalisering van het onderwijs blijkt een van Delfts sterke punten. En anders dan in 1995 is de ‘studeerbaarheid’ geen urgent probleem meer (de concurrentie scoort niet beter).

Wat als grootste uitdaging overblijft is de trage invoering van moderne onderwijsvormen. Diverse Delftse studies worden schools en saai gevonden. Dieptepunt zijn werktuigbouw en maritieme techniek. Terwijl L&R, ST en technische bestuurskunde laten zien dat modern onderwijs in Delft wél kan bestaan.

In een veelgeciteerde Elsevierspecial waren deze lichtpuntjes overigens niet te vinden; Het weekblad onderwierp maar een kwart van de Delftse studies aan enquêtes.