Onderwijs

Ondernemingsraad wil weten welke bezuiniging opheffen geodesie oplevert

De onderzoeksgroepen van geodesie zijn verdeeld over de inpassing in de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en het onderzoeksinstituut OTB.

De ondernemingsraad is tevreden over de inpassing bij L&R, maar vindt de positie van de vroegere geodeten bij OTB nog erg onduidelijk.

Een consequentie van het opheffen van de afdeling geodesie was de opsplitsing van het onderzoek. De verhuizing heeft op 1 september 2003 plaatsgevonden. Mathematische geodesie en puntsbepaling (MGP), fysische en mathematische ruimtegeodesie (FMR) en fotogrammetrie en remote sensing (FRS) werden ondergebracht bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. GIS-technologie (Gist) en geo-informatie en grondbeleid (Gigb) kregen onderdak bij het onderzoeksinstituut OTB.

Pas in januari 2004 kreeg de ondernemingsraad van L&R en OTB hun visie op de inpassing van de geodesiesecties binnen hun organisaties. IJsbrand Haagsma, or-lid: “Dat vonden we rijkelijk laat, want ondertussen zaten de medewerkers er al een aantal maanden.” Opvallend is dat de verhuizing toch iets anders heeft uitgepakt dan verwacht werd. MGP, FRS en FMR voelden er eigenlijk niet veel voor om ‘in te trekken’ bij L&R. Voor zichzelf zagen ze meer toekomst bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Haagsma: “Nu zijn de betreffend secties in grote lijnen tevreden over hun plaats binnen deze faculteit.” Bij Gist en Gigb is de situatie precies andersom. Deze onderzoeksgroepen hadden geen bezwaar tegen de aansluiting bij OTB. “Maar daar vinden wij dat de verhuizing minder goed is uitgepakt. De positie van de GIS en Gigb binnen het onderzoeksinstituut is ons nog niet duidelijk. En evenmin is er uitsluitsel gegeven over wat er met het bijbehorende onderwijs gaat gebeuren.”
Vreemde eend

Het verschil in uitkomst is volgens Haagsma terug te voeren op een verschil in aanpak. Bij L&R is onder leiding van prof. Peter Teunissen een gedegen businessplan van onderaf opgesteld. Zowel de nieuwe als de zittende medewerkers hebben meegedacht over de opzet van Deos (Department of Earth Observation and Space technology). “In het businessplan is helder aangegeven wat Deos de komende jaren als haar onderzoeksmissie ziet en wat ze wil realiseren op onderwijsgebied. Door de gezamenlijke opstelling van het plan hebben de diverse medewerkers elkaar beter leren kennen en waarderen. Alleen moeten de vroegere geodeten nog regelmatig horen dat ze ‘niet kunnen vliegen’. Als je dat niet kunt, dan word je door L&R toch als een wat vreemde eend in de bijt beschouwd.”

Bij OTB is de visie door het management opgesteld. Directeur prof. Peter Boelhouwer richt zich daarbij vooral op de toekomst van het instituut als geheel. “Er is daarin echter niets terug te vinden over de plaats van de vroegere geodesiesecties in het OTB en hun bijdrage aan het instituut.” Ook geeft het van professor Boelhouwer geen uitsluitsel over het onderwijs dat geodesie verzorgde. “Dat moet een plaats krijgen binnen de faculteit Techniek, Bestuur en Management, maar meer is ons nog niet bekend.”

Volgens Haagsma is het heel goed mogelijk dat OTB wel een visie heeft over de positie van de vroegere geodesiesecties in het instituut. “Alleen wordt dat niet duidelijk vanuit het beleidsstuk dat de or kreeg voorgelegd. We vonden het wollig en onduidelijk. Wij gaan erop aandringen om op korte termijn opheldering te krijgen over zowel de positie van de geodesiesecties als het onderwijs.” Ook wil de or meer duidelijkheid over de inzet van de gevraagde financiële middelen. “Deos geeft daar wel uitsluitsel over en OTB niet.”

Overigens heeft de or ook vraagtekens bij de bezuiniging die het opheffen van geodesie uiteindelijk zal opleveren. “Een nieuwe succesvolle sectie als Deos en de groepen binnen het OTB zullen meer geld uit het allocatiemodel gaan genereren. Wij vragen ons af: wordt dan wel die besparing gerealiseerd die TU Delft wil? Misschien wordt door het afstoten van het geodesiegebouw al voldoende bezuinigd. Of verwacht het college van bestuur bij het onderzoek eveneens een kostenbesparing te bereiken, door het instellen van Deos en de integratie met het OTB? Hierover willen wij van het cvb, OTB en L&R nog duidelijkheid krijgen.”

www.or.tudelft.nl . .

De onderzoeksgroepen van geodesie zijn verdeeld over de inpassing in de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en het onderzoeksinstituut OTB. De ondernemingsraad is tevreden over de inpassing bij L&R, maar vindt de positie van de vroegere geodeten bij OTB nog erg onduidelijk.

Een consequentie van het opheffen van de afdeling geodesie was de opsplitsing van het onderzoek. De verhuizing heeft op 1 september 2003 plaatsgevonden. Mathematische geodesie en puntsbepaling (MGP), fysische en mathematische ruimtegeodesie (FMR) en fotogrammetrie en remote sensing (FRS) werden ondergebracht bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. GIS-technologie (Gist) en geo-informatie en grondbeleid (Gigb) kregen onderdak bij het onderzoeksinstituut OTB.

Pas in januari 2004 kreeg de ondernemingsraad van L&R en OTB hun visie op de inpassing van de geodesiesecties binnen hun organisaties. IJsbrand Haagsma, or-lid: “Dat vonden we rijkelijk laat, want ondertussen zaten de medewerkers er al een aantal maanden.” Opvallend is dat de verhuizing toch iets anders heeft uitgepakt dan verwacht werd. MGP, FRS en FMR voelden er eigenlijk niet veel voor om ‘in te trekken’ bij L&R. Voor zichzelf zagen ze meer toekomst bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Haagsma: “Nu zijn de betreffend secties in grote lijnen tevreden over hun plaats binnen deze faculteit.” Bij Gist en Gigb is de situatie precies andersom. Deze onderzoeksgroepen hadden geen bezwaar tegen de aansluiting bij OTB. “Maar daar vinden wij dat de verhuizing minder goed is uitgepakt. De positie van de GIS en Gigb binnen het onderzoeksinstituut is ons nog niet duidelijk. En evenmin is er uitsluitsel gegeven over wat er met het bijbehorende onderwijs gaat gebeuren.”
Vreemde eend

Het verschil in uitkomst is volgens Haagsma terug te voeren op een verschil in aanpak. Bij L&R is onder leiding van prof. Peter Teunissen een gedegen businessplan van onderaf opgesteld. Zowel de nieuwe als de zittende medewerkers hebben meegedacht over de opzet van Deos (Department of Earth Observation and Space technology). “In het businessplan is helder aangegeven wat Deos de komende jaren als haar onderzoeksmissie ziet en wat ze wil realiseren op onderwijsgebied. Door de gezamenlijke opstelling van het plan hebben de diverse medewerkers elkaar beter leren kennen en waarderen. Alleen moeten de vroegere geodeten nog regelmatig horen dat ze ‘niet kunnen vliegen’. Als je dat niet kunt, dan word je door L&R toch als een wat vreemde eend in de bijt beschouwd.”

Bij OTB is de visie door het management opgesteld. Directeur prof. Peter Boelhouwer richt zich daarbij vooral op de toekomst van het instituut als geheel. “Er is daarin echter niets terug te vinden over de plaats van de vroegere geodesiesecties in het OTB en hun bijdrage aan het instituut.” Ook geeft het van professor Boelhouwer geen uitsluitsel over het onderwijs dat geodesie verzorgde. “Dat moet een plaats krijgen binnen de faculteit Techniek, Bestuur en Management, maar meer is ons nog niet bekend.”

Volgens Haagsma is het heel goed mogelijk dat OTB wel een visie heeft over de positie van de vroegere geodesiesecties in het instituut. “Alleen wordt dat niet duidelijk vanuit het beleidsstuk dat de or kreeg voorgelegd. We vonden het wollig en onduidelijk. Wij gaan erop aandringen om op korte termijn opheldering te krijgen over zowel de positie van de geodesiesecties als het onderwijs.” Ook wil de or meer duidelijkheid over de inzet van de gevraagde financiële middelen. “Deos geeft daar wel uitsluitsel over en OTB niet.”

Overigens heeft de or ook vraagtekens bij de bezuiniging die het opheffen van geodesie uiteindelijk zal opleveren. “Een nieuwe succesvolle sectie als Deos en de groepen binnen het OTB zullen meer geld uit het allocatiemodel gaan genereren. Wij vragen ons af: wordt dan wel die besparing gerealiseerd die TU Delft wil? Misschien wordt door het afstoten van het geodesiegebouw al voldoende bezuinigd. Of verwacht het college van bestuur bij het onderzoek eveneens een kostenbesparing te bereiken, door het instellen van Deos en de integratie met het OTB? Hierover willen wij van het cvb, OTB en L&R nog duidelijkheid krijgen.”

www.or.tudelft.nl . .

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.