Onderwijs

Ondernemingsraad adviseert positief over reorganisatie

Zoals verwacht gaat de ondernemingsraad formeel akkoord met de reorganisatie van de ondersteunende diensten. Wel is vastgelegd dat de or in april 2005 nog een eindoordeel kan vellen over de uitwerking van de plannen.

Na intensief onderling overleg heeft het college van bestuur plannen op tafel gelegd die in de ogen van de or voldoende aan de kritiek tegemoet komen om een positief advies te rechtvaardigen. “Dit was het maximaal haalbare”, zegt or-voorzitter Kees Daleboudt. “Bijna al onze wensen en bezwaren zijn gehonoreerd.”

Niet alles is uitonderhandeld. Zo wist de or het college er niet van te overtuigen dat het centraliseren van ‘ICT-A’ een onzalig idee is. (‘ICT-A’ is het onderdeel van de toekomstige ict-ondersteuning, dat maatwerk voor onderwijs en onderzoek zal doen, ‘ICT-B’ staat voor standaarddiensten als werkplekondersteuning.) Ook het plan om nog eens drie fte extra te bezuinigen op de al ingrijpend gereorganiseerde bibliotheek blijft staan.

Er zijn ook plannen waar de or in het advies geen ‘njet’ over uitsprak, maar het college verzocht om nog eens te kijken of dit de beste keuze was. Voorbeelden zijn het uitbesteden van het portierswerk en een stevige reductie van het aantal studieadviseurs. Deze plannen zijn niet van tafel.

Daleboudt verwacht dat de onderdeelscommissies (odc’s) kunnen leven met het huidige resultaat. “Ik hoor niemand meer zeggen: het wordt niks. Wel is men nog steeds beducht voor de risico’s.” De facultaire odc’s krijgen een belangrijke rol naast de decaan bij het inrichten van de toekomstige ondersteuning van onderwijs en onderzoek. Harde cijfers over het onderzoek en onderwijs aan elke faculteit moeten daarbij het uitgangspunt zijn, heeft de or bedongen. Ook als het gaat om de secretariële ondersteuning krijgen de odc’s een belangrijke stem.

De or zal een aantal ontwikkelingen met argusogen blijven volgen. Bijvoorbeeld de lastige spagaat van het verbeteren van de informatiesystemen enerzijds en het in een eerder stadium boventallig maken van nogal wat ict-specialisten anderzijds. “We hebben een aantal belangrijke zorgen op de kaart gezet, en die bepalen straks de discussie”, zegt IJsbrand Haagsma, voorzitter van de or-commissie OOD. “Als de risico’s te groot worden, trekken we aan de bel.”

Begin april 2005 zal wat dat betreft een cruciaal moment zijn. Dan beslist het college ook of het onderdelen als Multi Media Services, de groenvoorziening en de studentenpsychologen wil uitbesteden. Zo ja, dan moet het daarvoor apart advies aanvragen bij de or. Extra outsourcing is uitgesloten, tenzij zich geheel nieuwe omstandigheden voordoen . lees: een zeer forse financiële tegenvaller voor de TU Delft.

De sluiting van het chemicaliënmagazijn is van de baan. “Dat voorstel is per ongeluk in het OOD-rapport terecht gekomen”, legt Daleboudt uit.
Huiver

De or vroeg om een betere financiële onderbouwing van het reorganisatieplan en heeft die volgens Haagsma ook gekregen. “Het financiële plaatje laat iets interessants zien: onderwijs en onderzoek krijgen een stimulans, en tijdelijk zijn er dan te weinig ondersteuners om die groei op te vangen. Helemaal te voorkomen is dat nooit, maar om die dip tot een minimum te beperken is het verstandig om juist in een vroeg stadium veel geld in extra onderzoek en onderzoekers te investeren.”

Dat daar bij het college van bestuur een zekere huiver voor bestaat, kan Haagsma wel verklaren. “Van de geldpotjes voor het speerpuntenonderzoek wordt veel minder gebruikgemaakt dan was verwacht. Niet omdat die wetenschappers lui zijn, maar omdat veel geld via de tweede en derde geldstroom binnenkomt. Bovendien lukt het lang niet altijd om snel de juiste mensen vinden.” Onderzoek opzetten kost tijd, en dat botst soms met de ongeduldige houding van managers, denkt Haagsma. “Het speerpuntenbeleid wordt hier en daar als keurslijf ervaren.”

Daleboudt ziet dat een slag anders: “Het is merkwaardig dat sommige wetenschappelijke directeuren de vraag wat hun afdeling gaat doen, beantwoorden met: we zien wel.”

Om te voorkomen dat er straks tijdelijk te weinig ondersteuners zijn, is het ook wijs om de reductie van 495 fte iets naar beneden bij te stellen, denken Daleboudt en Haagsma. Maar aan een forse vermindering van de reductie naar, zeg, 350 fte moet men daarbij niet denken.

“Heel bewust hebben we als or steeds de discussie over getallen vermeden, want dan kom je in een welles-nietes-spelletje terecht dat je nooit kunt winnen”, zegt Haagsma. “We hebben gekeken naar de taken: op welk punt zijn de reducties dusdanig ingrijpend dat het personeel niet meer het beoogde werk kan verrichten?”

De begroting voor 2005 zal waarschijnlijk nog niet duidelijk maken waar de extra investeringen in onderzoek en onderwijs terecht komen. Daleboudt: “Het gaat om een bedrag van anderhalf tot twee miljoen euro, meer dan we hadden gevraagd.”

Daleboudt verwacht dat bij de reorganisatie uiteindelijk toch last in, first out zal gelden, al zag het college het graag anders. “Een uitgekleed puntensysteem biedt overigens nauwelijks meer garantie op het behouden van de beste krachten”, zegt de or-voorzitter. “Maar dat het moeilijk zal zijn om de beste mensen te behouden, is een feit. Het is de achilleshiel van de meeste reorganisaties.”

Na intensief onderling overleg heeft het college van bestuur plannen op tafel gelegd die in de ogen van de or voldoende aan de kritiek tegemoet komen om een positief advies te rechtvaardigen. “Dit was het maximaal haalbare”, zegt or-voorzitter Kees Daleboudt. “Bijna al onze wensen en bezwaren zijn gehonoreerd.”

Niet alles is uitonderhandeld. Zo wist de or het college er niet van te overtuigen dat het centraliseren van ‘ICT-A’ een onzalig idee is. (‘ICT-A’ is het onderdeel van de toekomstige ict-ondersteuning, dat maatwerk voor onderwijs en onderzoek zal doen, ‘ICT-B’ staat voor standaarddiensten als werkplekondersteuning.) Ook het plan om nog eens drie fte extra te bezuinigen op de al ingrijpend gereorganiseerde bibliotheek blijft staan.

Er zijn ook plannen waar de or in het advies geen ‘njet’ over uitsprak, maar het college verzocht om nog eens te kijken of dit de beste keuze was. Voorbeelden zijn het uitbesteden van het portierswerk en een stevige reductie van het aantal studieadviseurs. Deze plannen zijn niet van tafel.

Daleboudt verwacht dat de onderdeelscommissies (odc’s) kunnen leven met het huidige resultaat. “Ik hoor niemand meer zeggen: het wordt niks. Wel is men nog steeds beducht voor de risico’s.” De facultaire odc’s krijgen een belangrijke rol naast de decaan bij het inrichten van de toekomstige ondersteuning van onderwijs en onderzoek. Harde cijfers over het onderzoek en onderwijs aan elke faculteit moeten daarbij het uitgangspunt zijn, heeft de or bedongen. Ook als het gaat om de secretariële ondersteuning krijgen de odc’s een belangrijke stem.

De or zal een aantal ontwikkelingen met argusogen blijven volgen. Bijvoorbeeld de lastige spagaat van het verbeteren van de informatiesystemen enerzijds en het in een eerder stadium boventallig maken van nogal wat ict-specialisten anderzijds. “We hebben een aantal belangrijke zorgen op de kaart gezet, en die bepalen straks de discussie”, zegt IJsbrand Haagsma, voorzitter van de or-commissie OOD. “Als de risico’s te groot worden, trekken we aan de bel.”

Begin april 2005 zal wat dat betreft een cruciaal moment zijn. Dan beslist het college ook of het onderdelen als Multi Media Services, de groenvoorziening en de studentenpsychologen wil uitbesteden. Zo ja, dan moet het daarvoor apart advies aanvragen bij de or. Extra outsourcing is uitgesloten, tenzij zich geheel nieuwe omstandigheden voordoen . lees: een zeer forse financiële tegenvaller voor de TU Delft.

De sluiting van het chemicaliënmagazijn is van de baan. “Dat voorstel is per ongeluk in het OOD-rapport terecht gekomen”, legt Daleboudt uit.
Huiver

De or vroeg om een betere financiële onderbouwing van het reorganisatieplan en heeft die volgens Haagsma ook gekregen. “Het financiële plaatje laat iets interessants zien: onderwijs en onderzoek krijgen een stimulans, en tijdelijk zijn er dan te weinig ondersteuners om die groei op te vangen. Helemaal te voorkomen is dat nooit, maar om die dip tot een minimum te beperken is het verstandig om juist in een vroeg stadium veel geld in extra onderzoek en onderzoekers te investeren.”

Dat daar bij het college van bestuur een zekere huiver voor bestaat, kan Haagsma wel verklaren. “Van de geldpotjes voor het speerpuntenonderzoek wordt veel minder gebruikgemaakt dan was verwacht. Niet omdat die wetenschappers lui zijn, maar omdat veel geld via de tweede en derde geldstroom binnenkomt. Bovendien lukt het lang niet altijd om snel de juiste mensen vinden.” Onderzoek opzetten kost tijd, en dat botst soms met de ongeduldige houding van managers, denkt Haagsma. “Het speerpuntenbeleid wordt hier en daar als keurslijf ervaren.”

Daleboudt ziet dat een slag anders: “Het is merkwaardig dat sommige wetenschappelijke directeuren de vraag wat hun afdeling gaat doen, beantwoorden met: we zien wel.”

Om te voorkomen dat er straks tijdelijk te weinig ondersteuners zijn, is het ook wijs om de reductie van 495 fte iets naar beneden bij te stellen, denken Daleboudt en Haagsma. Maar aan een forse vermindering van de reductie naar, zeg, 350 fte moet men daarbij niet denken.

“Heel bewust hebben we als or steeds de discussie over getallen vermeden, want dan kom je in een welles-nietes-spelletje terecht dat je nooit kunt winnen”, zegt Haagsma. “We hebben gekeken naar de taken: op welk punt zijn de reducties dusdanig ingrijpend dat het personeel niet meer het beoogde werk kan verrichten?”

De begroting voor 2005 zal waarschijnlijk nog niet duidelijk maken waar de extra investeringen in onderzoek en onderwijs terecht komen. Daleboudt: “Het gaat om een bedrag van anderhalf tot twee miljoen euro, meer dan we hadden gevraagd.”

Daleboudt verwacht dat bij de reorganisatie uiteindelijk toch last in, first out zal gelden, al zag het college het graag anders. “Een uitgekleed puntensysteem biedt overigens nauwelijks meer garantie op het behouden van de beste krachten”, zegt de or-voorzitter. “Maar dat het moeilijk zal zijn om de beste mensen te behouden, is een feit. Het is de achilleshiel van de meeste reorganisaties.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.