Onderwijs

Ondanks protesten weer meer tijdelijke contracten aan universiteit

Het aantal tijdelijke contracten aan Nederlandse universiteiten blijft groeien. Ook op de TU Delft. Minister Dijkgraaf wijt de stijging deels aan de tijdelijke coronamiddelen.

Foto ter illustratie. (Foto: Justyna Botor)

Dat blijkt uit de reactie van ministers Dijkgraaf (OCW) en Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) op vragen naar aanleiding van dit bericht van de Algemene Onderwijsbond over de toename van tijdelijke contracten in het primair-, voorgezet- en middelbaar beroepsonderwijs in de afgelopen tien jaar. Onder hoogleraren en universitair hoofddocenten speelt het probleem niet of nauwelijks. Die hebben bijna allemaal een vaste aanstelling, maar lager op de universitaire carrièreladder is dat nog altijd niet vanzelfsprekend.

30 procent van de universitair docenten heeft een tijdelijk contract. Dat is weer één procentpunt meer dan vorig jaar, ondanks allerlei inspanningen en voornemens van universiteiten om vaker een vast contract te geven. Op de TU Delft ligt dat percentage lager, daar heeft 16 procent van de universitair hoofddocenten een tijdelijk contract. Maar dat is wel 5 procent meer dan in 2020.

Bij de overige docenten (zonder onderzoekstaken) is dat aandeel twee keer zo groot. 34 procent van alle TU-docenten heeft een tijdelijk contract. Landelijk gezien ligt het percentage op 60 procent. Een paar jaar eerder was dat nog maar 53 procent en in het jaar 2005 was het nog minder: 43 procent. Met name rond deze docenten is veel te doen.

Maar ook ondersteunend personeel heeft steeds vaker een tijdelijke aanstelling. Het was ooit 10 procent, jarenlang bleef het steken op 15 procent en de laatste jaren is het omhoog gekropen naar 18 procent.

Op de TU neemt het percentage juist af. In 2015 werkte 14 procent van het ondersteunend personeel op een tijdelijk contract, de afgelopen jaren ligt het percentage op 11 procent.

Verschillen
De ene universiteit is de andere niet. Utrecht blijft de kampioen van de tijdelijke contracten: 90 procent van de docenten heeft er geen vaste aanstelling. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de TU Eindhoven, waar slechts 31 procent van deze docenten een einddatum in het contract heeft.

Over die verschillen tussen universiteiten zegt de minister niets, maar hij heeft wel een verklaring voor de recente toename: die hangt volgens hem samen met de tijdelijke coronamiddelen. Het effect van recente cao-afspraken over vaste contracten is volgens hem nog niet in bovenstaande tabellen zichtbaar.

Overigens wil Dijkgraaf zich ook hardmaken voor vaste contracten, heeft hij eerder laten weten. Dat doet hij onder meer via de startersbeurzen voor nieuwe universitair docenten en via de voorwaarden aan de sectorplannen die universiteiten samen moeten maken.

Vakbonden en actiegroepen lopen al jaren te hoop tegen de tijdelijke aanstellingen. Aan de Universiteit van Amsterdam was er een nakijkstaking om meer vaste banen af te dwingen. In Utrecht stapte een ‘wegwerpdocent’ naar de rechter omdat hij geen vast contract kreeg, maar die zaak heeft hij verloren.

HOP, Bas Belleman

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.