Campus

Oeteldonkers

,,Nog één pilsje dan maar ik ga het niet te gek maken hoor! Morgen is de loting voor de finale van het kwekfestijn en dat wil ik niet missen!” Helemaal vanuit Den Bosch zijn ze gekomen in twee volle bussen.

De mannen en vrouwen van de Oeteldonkse club. De voorzaal van Phoenix is geheel in het rood-wit-geel gestoken om voor één avond deel uit te maken van het Bossche carnavalsfeest.

Gastheren van de avond zijn de leden van het Corpsdispuut Oeteldonk. Jaren geleden vormden zij jaarlijks het gevolg van Prins Amadeiro; de Prins Carnaval die ieder jaar rond februari het boerendorpje Oeteldonk in het zuiden des land bezoekt. Deze traditie, die op een gegeven moment in onbruik raakte, is sinds kort weer in ere hersteld. Afgelopen jaar werd de prins voor het eerst weer door tien Délftsche ‘generaals’ (onder leiding van één korporaal) veilig door de massa geloodst en dat moest natuurlijk gevierd worden.

,,Het Oeteldonkse carnaval, het is allemaal één groot sprookje”, vertelt de ‘minister van protocol’. De stad Den Bosch verandert voor drie dagen in een boerendorpje dat bezoek krijgt van een buitenlandse prins. Het Oeteldonkse carnavalspak is dan ook de boerenkiel, met de kenmerkende witte wanten aan touwtjes. Het leuke is dat, naarmate je meer carnavals hebt meegemaakt, je collectie emblemen en medailles op de kiel alleen maar groter wordt. ,,Niet altijd handig”, weet de ‘hofnaaister’ van de Oeteldonkse club te vertellen. ,,Veel medailles blijven overal in haken en dat kan knap lastig zijn.”

Onder de gasten op De Zaak bevinden zich onder meer de Kikvorsen die sinds 11 november 1927 de hofkapel van Prins Amadeiro vormen. Zij maken muziek, en als ze dat doen, doen ze het vaak en hard. En daar, in een hoekje zitten de Kikvorsvrouwen, zij mochten mee ‘als vulling voor de bus’. De oude vrouwtjes hebben er niet minder hun best om gedaan en zich in originele Bossche klederdracht gestoken. Ze bekijken het allemaal van een afstandje. Stiekem genietend van een klein glaasje drank.

En dan, om één uur, is het sprookje voorbij, de bussen staan voor: haastig wordt er afscheid genomen. Zoentjes worden uitgewisseld, handen geschud, dan verdwijnt de stoet al spelend naar buiten, terug naar Oeteldonk.

,,Nog één pilsje dan maar ik ga het niet te gek maken hoor! Morgen is de loting voor de finale van het kwekfestijn en dat wil ik niet missen!” Helemaal vanuit Den Bosch zijn ze gekomen in twee volle bussen. De mannen en vrouwen van de Oeteldonkse club. De voorzaal van Phoenix is geheel in het rood-wit-geel gestoken om voor één avond deel uit te maken van het Bossche carnavalsfeest.

Gastheren van de avond zijn de leden van het Corpsdispuut Oeteldonk. Jaren geleden vormden zij jaarlijks het gevolg van Prins Amadeiro; de Prins Carnaval die ieder jaar rond februari het boerendorpje Oeteldonk in het zuiden des land bezoekt. Deze traditie, die op een gegeven moment in onbruik raakte, is sinds kort weer in ere hersteld. Afgelopen jaar werd de prins voor het eerst weer door tien Délftsche ‘generaals’ (onder leiding van één korporaal) veilig door de massa geloodst en dat moest natuurlijk gevierd worden.

,,Het Oeteldonkse carnaval, het is allemaal één groot sprookje”, vertelt de ‘minister van protocol’. De stad Den Bosch verandert voor drie dagen in een boerendorpje dat bezoek krijgt van een buitenlandse prins. Het Oeteldonkse carnavalspak is dan ook de boerenkiel, met de kenmerkende witte wanten aan touwtjes. Het leuke is dat, naarmate je meer carnavals hebt meegemaakt, je collectie emblemen en medailles op de kiel alleen maar groter wordt. ,,Niet altijd handig”, weet de ‘hofnaaister’ van de Oeteldonkse club te vertellen. ,,Veel medailles blijven overal in haken en dat kan knap lastig zijn.”

Onder de gasten op De Zaak bevinden zich onder meer de Kikvorsen die sinds 11 november 1927 de hofkapel van Prins Amadeiro vormen. Zij maken muziek, en als ze dat doen, doen ze het vaak en hard. En daar, in een hoekje zitten de Kikvorsvrouwen, zij mochten mee ‘als vulling voor de bus’. De oude vrouwtjes hebben er niet minder hun best om gedaan en zich in originele Bossche klederdracht gestoken. Ze bekijken het allemaal van een afstandje. Stiekem genietend van een klein glaasje drank.

En dan, om één uur, is het sprookje voorbij, de bussen staan voor: haastig wordt er afscheid genomen. Zoentjes worden uitgewisseld, handen geschud, dan verdwijnt de stoet al spelend naar buiten, terug naar Oeteldonk.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.