Opinie

Norm

Vorig jaar schreef ik in Trouw een positief gestemd artikel over de opkomst van Twitter. Hoewel toen voorspeld werd dat het fout zou aflopen met deze nieuwe vorm van social media had ik toen een goed onderbouwd (maar niet gevalideerd) gevoel dat Twitter een hit zou worden.

‘En je gebruikt het zelf niet eens’, werd me vaak verweten. En dat is nou precies waarom ik een goede inschatting heb gemaakt. De grootste fout die mensen in het algemeen en wetenschappers in het bijzonder kunnen maken is zichzelf als de maat der dingen nemen. Jezelf tot norm verheffen. Jezelf beschouwen als het vleesgeworden gemiddelde. Zo hoor ik vaak ‘beurs-experts’ roepen dat ze verwachten dat een fonds gaat stijgen omdat zij dat verwachten. Deze experts overschatten vaak hun vermogen tot self-fulfilling prophecy. De crux is juist dat je voor een accurate voorspelling het gedrag van anderen juist moet inschatten. In een vorige column schreef ik dat men bij het raden van de uitslag van een miss-verkiezing nooit op de eigen smaak moet afgaan.
Maar wat is de norm? Wat betreft mijn werktargets ligt de norm op tien BTA-punten, tienduizend euro aan derdegeldstroom en veertig procent van mijn tijd aan onderwijs besteden. Voor UHD’s en professoren liggen deze normen hoger. Steeds vaker staat in vacatures voor wetenschappelijk personeel dat men een tenure track hanteert. Dat klinkt stoer, maar is niets anders dan een jaarlijkse target waaraan men moet voldoen. En wee je gebeente als je die niet haalt. Geen vast contract en met pek en veren de universiteitspoorten uit. Inderdaad, ‘publish or perish’.
Het is niet te hopen dat onze TU dit McKinsey-achtige model gaat hanteren: ‘You are up or you are out’. Redelijke targets zijn uitstekend, maar een universiteit die uitsluitend bevolkt wordt door hyperintelligente wezens die grossieren in best paper awards, gehonoreerde NWO-voorstellen en jaarlijks gemakkelijk honderd BTA-punten halen, stemt mij niet vrolijk. Een groep mensen met talent voor autisme is nooit tot iets substantieels in staat. Een voetbalelftal met alleen vedetten wint geen enkele wedstrijd. Overleving is gebaat bij diversiteit. Juist in een samenleving waarin steeds vaker ‘the wisdom of the crowds’ regeert, verdient de middelmaat meer lof. De hoogbegaafde experts weigerden uit hun ivoren toren af te dalen en proberen nu met de moed der wanhoop de eigen soort af te schermen tegen het klootjesvolk door hen schier onhaalbare targets op te leggen.
Maar het demasqué van de expert, wetenschappelijk van aard of niet, staat op het punt van doorbreken. Het monopolie van de normstelling lijkt doorbroken. Iedereen met een beetje gevoel en verstand van dialectiek weet dat de meester de slaaf net zo hard nodig heeft als de slaaf de meester. Beroemde sportcoaches waren vaak zelf niet hooggetalenteerd. Daarom behandelen ze iedereen gelijkwaardig. Tot verdriet van de vedetten, maar de andere teamspelers zijn er blij mee. Dus, wees jezelf, maar ga nooit uit van jezelf. Karl Marx zei ooit dat ie geen Marxist is. Ik bedoel maar.      

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
 

Dr. Bert Vermeersen van de groep astrodynamica & satellietsystemen (Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek) woonde de lanceringsbijeenkomst bij in Estecs bezoekerscentrum in Noordwijk. “Maandag ging het niet door omdat een deur van de lanceertoren niet opende. Maar dinsdag liep de lancering vlekkeloos. Pas anderhalf uur later, toen op de seconde af het eerste signaal van de satelliet doorkwam, gleed de spanning af. Toen wisten we dat de satelliet actief was en bovendien in de juiste baan terecht was gekomen.”
“Het was echt feest,” zegt ook dr.ir. Rune Floberghagen, een Delftse alumnus die het tot mission manager van de Goce-missie heeft geschopt. Hij zag de lancering in het Esrin communicatiecentrum in Frascati, Italië. “Het was
vrijwel meteen duidelijk dat de zonnecellen werkten en dat de satelliet het doet. Bovendien is de luchtdichtheid laag, zodat we goede metingen tegemoet kunnen zien.”
De Goce zwaartekrachtmissie van ESA (Gravity field and steady-state Ocean Circulation Explorer) heeft Delftse wortels. Het was prof.dr. Reinier Rummel, tot 1992 hoogleraar ruimtegeodesie in Delft, die het initiatief nam voor deze onderzoekssatelliet. Vermeersen: “Het was zijn droom.” Bij de bepaling van de baan speelt de L&R-groep astrodynamica & satellietsystemen van prof.ir. Boudewijn Ambrosius bovendien een actieve rol. Dr.ir. Pieter Visser leidt de groep baanbepaling en wordt daarin bijgestaan door twee tot drie medewerkers.
De juiste baan is van groot belang voor deze missie, die tot taak heeft de zwaartekracht van de aarde met een ongekende nauwkeurigheid in kaart te brengen. “De versnellingsmeters zijn zo gevoelig dat ze het neerdalen van een sneeuwvlokje op het dek van een supertanker kunnen meten”, vertelde een van de ontwerpers aan de BBC-radio. Ook de lage baan (270 km hoogte) is gekozen vanwege een zo sterk mogelijk gravitatiesignaal. Het nadeel is wel dat de zeer ijle lucht daar de satelliet afremt, maar twee ionenmotoren compenseren dat automatisch door hoogte en snelheid constant te houden.
Zwaartekrachtmetingen hebben verschillende toepassingen, maar mogelijk de belangrijkste is de studie van oceaanstromingen. Uit de combinatie van zwaartekrachtgevens met zeespiegelmetingen zijn snelheid en richting van oceaanstromingen af te leiden. Die zijn op hun beurt weer van belang voor verbeteringen van klimaatmodellen.
Voorlopig moeten wetenschapocepers nog even geduld oefenen. Floberghagen verwacht dat hij in juli de verantwoordelijkheid voor de missie over kan nemen van de projectmanager. Tot die tijd is men bezig met regelsystemen en ijking van de satelliet. Maar dan duurt het tot januari 2010 voordat de eerste data beschikbaar komen, verwacht Vermeersen. De missie zal volgens planning 20 tot 24 maanden duren, lang genoeg om het zwaartekrachtveld tot in detail te meten.

Zie de lancering op BBC-site

<![CDATA[

]]>Luister naar Floberghagen op BBC

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.