Onderwijs

Nog geen remedie voor strooivelden tram 19

De onderhandelingen tussen de TU Delft en stadsgewest Haaglanden over de opheffing van de elektromagnetische strooivelden die tramlijn 19 veroorzaakt zijn vorige week vastgelopen.

De twee partijen konden het nog niet eens worden over welke oplossing voor het strooiveldenprobleem de beste is en hoe die vervolgens betaald zal worden.

Tramlijn 19 moet eind 2007 door de TU-wijk gaan rijden. Voordat de aanleg begint, moet er echter duidelijkheid zijn over hoe de elektromagnetische velden die de trams opwekken, gecompenseerd kunnen worden.

Vast staat, dat dat laatste moet gebeuren. De strooivelden zullen anders het werken met bijvoorbeeld elektronenmicroscopen en nuclear magnetic resonance op de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) nagenoeg onmogelijk maken.

Bij nuclear magnetic resonance is er sprake van een heel nauwkeurig magnetisch veld. De trams, die iedere tien minuten voorbij rijden, zullen dat verstoren. Elektronenmicroscopen hebben ook last van de strooivelden, die de elektronenbundels binnenin de apparaten ongewenst afbuigen.

Volgens TNW-professor dr.ir. Pieter Kruit zijn er twee oplossingen voor het probleem: óf er moet om ieder gevoelig apparaat een tegenmagnetisch veld worden opgewekt door middel van compensatiespoelen, óf er moet in de trambaan zelf een tegenveld komen.

Zelf heeft Kruit vorige week dat laatste bepleit. Het grote voordeel van deze optie is volgens hem dat daarmee meteen het hele TU-gebied is beschermd. Bovendien, zegt hij, zijn er momenteel zo’n twintig apparaten die anders individueel een compensatiespoel zouden moeten krijgen. En als er in de toekomst meer apparaten bij komen, moet er ook telkens een spoel worden aangeschaft, voor vijftig- tot honderdduizend euro per stuk.

Er zit echter ook een risico aan het compenseren van de strooivelden bij de trambaan zelf, geeft Kruit toe. “Dat is voorzover bekend nog nooit eerder gebeurd. Het is dus niet zeker dat het voldoende werkt. En zo niet, dan moeten we alsnog een andere oplossing bedenken.”

Kruit vindt toch dat de TU dat risico moet nemen. “De universiteit kan zo een voorbeeldfunctie hebben. Het is leuk om als TU iets nieuws te doen, dat je kunt laten zien. Een deel van het systeem tegen het strooiveld zou boven de grond komen: boven zie je dan een extra leiding lopen en ergens in de wijk zie je een huisje voor de aansturing van de compensatiespoelen.”

De TU vindt hoe dan ook dat het stadsgewest Haaglanden de kosten zou moeten dragen. Waarschijnlijk zal dat gebeuren in de vorm van een afkoopregeling, legt Dick Gutlich van TU-vastgoed uit. De universiteit krijgt dan een bepaald bedrag van Haaglanden, maar loopt tegelijkertijd het risico voor eventueel hogere kosten. Nu verwacht vastgoed dat een oplossing voor het strooiveldenprobleem tussen de één en twee miljoen euro zal kosten. Waarschijnlijk komen de TU en Haaglanden volgende week tot een akkoord.

De twee partijen konden het nog niet eens worden over welke oplossing voor het strooiveldenprobleem de beste is en hoe die vervolgens betaald zal worden.

Tramlijn 19 moet eind 2007 door de TU-wijk gaan rijden. Voordat de aanleg begint, moet er echter duidelijkheid zijn over hoe de elektromagnetische velden die de trams opwekken, gecompenseerd kunnen worden.

Vast staat, dat dat laatste moet gebeuren. De strooivelden zullen anders het werken met bijvoorbeeld elektronenmicroscopen en nuclear magnetic resonance op de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) nagenoeg onmogelijk maken.

Bij nuclear magnetic resonance is er sprake van een heel nauwkeurig magnetisch veld. De trams, die iedere tien minuten voorbij rijden, zullen dat verstoren. Elektronenmicroscopen hebben ook last van de strooivelden, die de elektronenbundels binnenin de apparaten ongewenst afbuigen.

Volgens TNW-professor dr.ir. Pieter Kruit zijn er twee oplossingen voor het probleem: óf er moet om ieder gevoelig apparaat een tegenmagnetisch veld worden opgewekt door middel van compensatiespoelen, óf er moet in de trambaan zelf een tegenveld komen.

Zelf heeft Kruit vorige week dat laatste bepleit. Het grote voordeel van deze optie is volgens hem dat daarmee meteen het hele TU-gebied is beschermd. Bovendien, zegt hij, zijn er momenteel zo’n twintig apparaten die anders individueel een compensatiespoel zouden moeten krijgen. En als er in de toekomst meer apparaten bij komen, moet er ook telkens een spoel worden aangeschaft, voor vijftig- tot honderdduizend euro per stuk.

Er zit echter ook een risico aan het compenseren van de strooivelden bij de trambaan zelf, geeft Kruit toe. “Dat is voorzover bekend nog nooit eerder gebeurd. Het is dus niet zeker dat het voldoende werkt. En zo niet, dan moeten we alsnog een andere oplossing bedenken.”

Kruit vindt toch dat de TU dat risico moet nemen. “De universiteit kan zo een voorbeeldfunctie hebben. Het is leuk om als TU iets nieuws te doen, dat je kunt laten zien. Een deel van het systeem tegen het strooiveld zou boven de grond komen: boven zie je dan een extra leiding lopen en ergens in de wijk zie je een huisje voor de aansturing van de compensatiespoelen.”

De TU vindt hoe dan ook dat het stadsgewest Haaglanden de kosten zou moeten dragen. Waarschijnlijk zal dat gebeuren in de vorm van een afkoopregeling, legt Dick Gutlich van TU-vastgoed uit. De universiteit krijgt dan een bepaald bedrag van Haaglanden, maar loopt tegelijkertijd het risico voor eventueel hogere kosten. Nu verwacht vastgoed dat een oplossing voor het strooiveldenprobleem tussen de één en twee miljoen euro zal kosten. Waarschijnlijk komen de TU en Haaglanden volgende week tot een akkoord.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.