Wetenschap

Nobelprijs voor telomeren

De Nobelprijs voor geneeskunde gaat dit jaar naar onderzoek aan telomeren en het enzym telomerase. Beide spelen een belangrijke rol bij veroudering.

<![CDATA[

]]>

Telomeren zijn de
uiteinden van chromosomen, de structuren waarin ons DNA opeen is gepakt. Al in
de jaren ’30 van de vorige eeuw ontdekten wetenschappers dat er iets aparts was
met deze uiteinden; maar wat precies bleef onduidelijk tot 1980. Toen kwam
Elisabeth Blackburn erachter dat telomeren de chromosomen en daarmee het DNA
beschermen tegen beschadigingen tijdens celdeling.

Telomeren worden
wel bij elke celdeling net een stukje korter; waardoor na bepaalde tijd alsnog
beschadigingen op kunnen treden. En die beschadigingen zijn de feitelijke
oorzaak van allerlei verouderingsprocessen, zo toonde Blackburn aan in
samenwerking met Jack Szostak. Samen met Carol Greider toonde ze tenslotte aan
dat er ook een enzym genaamd telomerase bestaat dat kan voorkomen dat de
telomeren steeds korter worden. Sommige kankercellen hebben dit enzym; het
zorgt ervoor dat deze kankercellen nooit verouderen en dus lekker door kunnen
woekeren. Al deze inzichten hebben niet alleen een belangrijke bijdrage
geleverd aan de fundamentele kennis van de celbiologie en genetica, maar ook
aan de geneeskundige praktijk; dus mogen de drie onderzoekers de Nobelprijs
voor Geneeskunde van dit jaar delen. 

“Dat Elisabeth
Blackburn deze prijs zou krijgen was langverwacht”, reageert prof. dr. Cees
Dekker, hoogleraar binnen de afdeling Bionanotechnologie van de faculteit Technische
Natuurwetenschappen. “Het gaat hier om belangrijke problematiek. Het
hoofdaccent van de prijs ligt in dit geval ook wel duidelijk bij Blackburn;
hoewel de andere twee winnaars later ook zeker belangrijk onderzoek hebben
gedaan. Telomerases zijn nog altijd een belangrijk onderzoeksonderwerp. Binnen
onze groep wordt hier ook onderzoek aan gedaan. We weten inmiddels wat
telomerases doen; maar nog niet hoe ze dit precies voor elkaar krijgen.”

Er gaan de laatste jaren regelmatig stemmen op dat er een eigen
Nobelprijs moet worden ingesteld voor de biologie, omdat veel van de
onderwerpen die de Nobelprijs voor geneeskunde of voor scheikunde krijgen
eigenlijk vooral onder dit vakgebied vallen. “Ik begrijp dat sentiment wel.”,
zegt Dekker. “Ik denk ook dat als Alfred Nobel nog zou leven hij zeker een
prijs voor de biologie zou instellen. Maar honderd jaar geleden lagen dingen
anders. En het is natuurlijk wel zo dat de biologie en de geneeskunde dicht bij
elkaar liggen. Vaak hebben ontdekkingen binnen de biologie gevolgen voor de
geneeskunde. De Nobelprijs van dit jaar is daar een mooi voorbeeld van.” 

Freelance jobs available writing for Delta’s English Pages. We seek students/staff to write articles in English, for payment, on a freelance basis. No experience necessary. We’re looking for enthusiastic, creative foreign students/staff to contribute articles, cartoons, illustrations and photographs. Interested, please send a brief introductory email to: d.mcmullin@tudelft.nl

<![CDATA[

]]>

Telomeren zijn de
uiteinden van chromosomen, de structuren waarin ons DNA opeen is gepakt. Al in
de jaren ’30 van de vorige eeuw ontdekten wetenschappers dat er iets aparts was
met deze uiteinden; maar wat precies bleef onduidelijk tot 1980. Toen kwam
Elisabeth Blackburn erachter dat telomeren de chromosomen en daarmee het DNA
beschermen tegen beschadigingen tijdens celdeling.

Telomeren worden
wel bij elke celdeling net een stukje korter; waardoor na bepaalde tijd alsnog
beschadigingen op kunnen treden. En die beschadigingen zijn de feitelijke
oorzaak van allerlei verouderingsprocessen, zo toonde Blackburn aan in
samenwerking met Jack Szostak. Samen met Carol Greider toonde ze tenslotte aan
dat er ook een enzym genaamd telomerase bestaat dat kan voorkomen dat de
telomeren steeds korter worden. Sommige kankercellen hebben dit enzym; het
zorgt ervoor dat deze kankercellen nooit verouderen en dus lekker door kunnen
woekeren. Al deze inzichten hebben niet alleen een belangrijke bijdrage
geleverd aan de fundamentele kennis van de celbiologie en genetica, maar ook
aan de geneeskundige praktijk; dus mogen de drie onderzoekers de Nobelprijs
voor Geneeskunde van dit jaar delen. 

“Dat Elisabeth
Blackburn deze prijs zou krijgen was langverwacht”, reageert prof. dr. Cees
Dekker, hoogleraar binnen de afdeling Bionanotechnologie van de faculteit Technische
Natuurwetenschappen. “Het gaat hier om belangrijke problematiek. Het
hoofdaccent van de prijs ligt in dit geval ook wel duidelijk bij Blackburn;
hoewel de andere twee winnaars later ook zeker belangrijk onderzoek hebben
gedaan. Telomerases zijn nog altijd een belangrijk onderzoeksonderwerp. Binnen
onze groep wordt hier ook onderzoek aan gedaan. We weten inmiddels wat
telomerases doen; maar nog niet hoe ze dit precies voor elkaar krijgen.”

Er gaan de laatste jaren regelmatig stemmen op dat er een eigen
Nobelprijs moet worden ingesteld voor de biologie, omdat veel van de
onderwerpen die de Nobelprijs voor geneeskunde of voor scheikunde krijgen
eigenlijk vooral onder dit vakgebied vallen. “Ik begrijp dat sentiment wel.”,
zegt Dekker. “Ik denk ook dat als Alfred Nobel nog zou leven hij zeker een
prijs voor de biologie zou instellen. Maar honderd jaar geleden lagen dingen
anders. En het is natuurlijk wel zo dat de biologie en de geneeskunde dicht bij
elkaar liggen. Vaak hebben ontdekkingen binnen de biologie gevolgen voor de
geneeskunde. De Nobelprijs van dit jaar is daar een mooi voorbeeld van.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.