Onderwijs

Nieuwe uitlaatklep voor commercialisering wetenschap

De afdeling biotechnologie (TNW) experimenteert met een nieuwe innovatiebeurs. Doel van de toelage: onderzoekstalent in Nederland houden en academische kennis snel doorsluizen naar het bedrijfsleven.

Het beursexperiment doet de TU in het kader van het Casimir-programma. Deze regeling heeft het ministerie van economische zaken ingesteld om de mobiliteit van onderzoekers tussen bedrijfsinstellingen en universiteiten te vergroten.

Op dit moment werkt Esteban Freijdell van de afdeling biotechnologie met de Casimir-toelage aan een driejarig project dat tot een promotie moet leiden. Freijdel werkt aan methoden om de productie en zuivering van het eiwit insuline ‘spectaculair te verhogen’. Zijn onderzoek doet hij deels bij Diosynth en Organon in Oss en gedeeltelijk bij de TU.

Voorwaarde voor het verkrijgen van de Casimir-regeling is dat de student een Twaio-opleiding heeft afgerond. Dit is een tweejarige postdoctorale opleiding waarin studenten (eigenlijk: ontwerpers in opleiding) onder andere leren chemische processen te ontwerpen maar ook apparaten voor fabrieken. In het tweede jaar krijgen studenten een individuele ontwerpopdracht die ze meestal bij een bedrijf uitvoeren.

Delft kent nog twee actieve Twaio-opleidingen: een chemisch technologische en een bioprocestechnologische variant. Volgens prof.dr.ir. Luuk van der Wielen van de afdeling biotechnologie, tevens directeur van de Twaio-opleiding bioprocestechnologie, hebben vorig jaar acht studenten de Twaio-opleiding afgerond, waarvan de helft heeft geleid tot patent of patentaanvraag.

De Twaio-opleidingen staan volgens Van der Wielen onder druk, omdat de opleiding toepassingsgericht is maar niet gericht op wetenschappelijk output. “Het levert in de visitatie niet genoeg punten op. Aan de andere kant levert de opleiding patenten en een nuttige verbreding van het onderwijspakket op. Vandaar dat wij de Twaio-opleiding wilden behouden, maar ook de Twaio-student.”

Om de student voor de universiteit maar met name voor de industrie te behouden, wil Van der Wielen een verkorte promotie aanbieden: “De student heeft immers tijdens zijn opleiding al een jaar op hoog niveau aan zijn ontwerp gewerkt.”

Van der Wielen diende zijn voorstel in bij het Innovatieplatform en dat zorgde ervoor dat dit proefproject een plaats binnen het Casimir-programma kreeg. In september 2004 is het van start gegaan.

Van der Wielen: “Het project moet dus leiden tot een afgeronde promotie en tot implementatie van een technologie door de industriële partner.” Volgens de hoogleraar levert dit de TU een ‘nieuwe outlet op voor innovatie en de commercialisering van wetenschap’. En verder drie jaar lang dekking van de personeelskosten van de promovendi die door de Casimir-regeling worden betaald. (IL)

Het beursexperiment doet de TU in het kader van het Casimir-programma. Deze regeling heeft het ministerie van economische zaken ingesteld om de mobiliteit van onderzoekers tussen bedrijfsinstellingen en universiteiten te vergroten.

Op dit moment werkt Esteban Freijdell van de afdeling biotechnologie met de Casimir-toelage aan een driejarig project dat tot een promotie moet leiden. Freijdel werkt aan methoden om de productie en zuivering van het eiwit insuline ‘spectaculair te verhogen’. Zijn onderzoek doet hij deels bij Diosynth en Organon in Oss en gedeeltelijk bij de TU.

Voorwaarde voor het verkrijgen van de Casimir-regeling is dat de student een Twaio-opleiding heeft afgerond. Dit is een tweejarige postdoctorale opleiding waarin studenten (eigenlijk: ontwerpers in opleiding) onder andere leren chemische processen te ontwerpen maar ook apparaten voor fabrieken. In het tweede jaar krijgen studenten een individuele ontwerpopdracht die ze meestal bij een bedrijf uitvoeren.

Delft kent nog twee actieve Twaio-opleidingen: een chemisch technologische en een bioprocestechnologische variant. Volgens prof.dr.ir. Luuk van der Wielen van de afdeling biotechnologie, tevens directeur van de Twaio-opleiding bioprocestechnologie, hebben vorig jaar acht studenten de Twaio-opleiding afgerond, waarvan de helft heeft geleid tot patent of patentaanvraag.

De Twaio-opleidingen staan volgens Van der Wielen onder druk, omdat de opleiding toepassingsgericht is maar niet gericht op wetenschappelijk output. “Het levert in de visitatie niet genoeg punten op. Aan de andere kant levert de opleiding patenten en een nuttige verbreding van het onderwijspakket op. Vandaar dat wij de Twaio-opleiding wilden behouden, maar ook de Twaio-student.”

Om de student voor de universiteit maar met name voor de industrie te behouden, wil Van der Wielen een verkorte promotie aanbieden: “De student heeft immers tijdens zijn opleiding al een jaar op hoog niveau aan zijn ontwerp gewerkt.”

Van der Wielen diende zijn voorstel in bij het Innovatieplatform en dat zorgde ervoor dat dit proefproject een plaats binnen het Casimir-programma kreeg. In september 2004 is het van start gegaan.

Van der Wielen: “Het project moet dus leiden tot een afgeronde promotie en tot implementatie van een technologie door de industriële partner.” Volgens de hoogleraar levert dit de TU een ‘nieuwe outlet op voor innovatie en de commercialisering van wetenschap’. En verder drie jaar lang dekking van de personeelskosten van de promovendi die door de Casimir-regeling worden betaald. (IL)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.