TU-sensorenonderzoekers verenigen zich in een virtueel instituut, Disens, om zich beter te kunnen profileren binnen en buiten de TU.Sensorenonderzoekers van het IRI en de faculteiten ITS, TNW en OCP willen een gezamenlijke loket waar onderzoekers of bedrijven die interesse in intelligente sensoren hebben naar toe kunnen bellen of mailen.
Delen
Verder moeten bedrijven via de website en het jaarverslag van het nieuwe instituut snel een beter beeld kunnen krijgen van wat er allemaal voor sensorenonderzoek aan de TU plaatsvindt.
Het sensoreninstituut is een initiatief van de onderzoekers zelf en ze zijn met ondersteuning van het Business Service Centre tot een samenwerkingsovereenkomst gekomen waarin onder andere staat dat ze allemaal een kleine financiële bijdrage aan het instituut zullen leveren voor de bemanning van het secretariaat en het maken van een jaarverslag en website.
Het college van bestuur geeft het instituut eenmalig een bedrag van vijftigduizend gulden. Verder hoopt instituutsdirecteur prof.dr.ir. Han Huysing via een associate-programma ongeveer een halve ton binnen te halen. Geïnteresseerde bedrijven kunnen via dit programma bijvoorbeeld alle TU-proefschriften van sensorenonderzoekers toegestuurd krijgen.
,,Voor het bedrijfsleven willen we volgend jaar mei gezamenlijk een middag organiseren waarin verschillende onderzoeksgroepen zich presenteren”, vertelt dr.ir. Lina Sarro, specialiste in geïntegreerde sensortechnologie bij Dimes. ,,Nu verliezen we mogelijke contacten met de industrie en de EU omdat die soms naar de verkeerde groep op de TU bellen. Als die geen oplossing voor hun probleem heeft, denken ze snel dat de TU hen niet kan helpen. Omdat we van elkaar niet precies weten wat we doen, kunnen we niet goed doorverwijzen.” Komend jaar willen de groepen dan ook gebruiken om elkaar beter te leren kennen via een aantal gezamenlijke onderzoeksprogramma’s.
Daarna willen ze de banden met het Nederlandse bedrijfsleven versterken. ,,Wetenschappelijk behoren we tot de top van de wereld”, stelt Huijsing, hoogleraar elektronische instrumentatie en oprichter van het instituut. ,,Maar de industrie maakt nog te weinig gebruik van de enorme hoeveelheid kennis die de universiteit creëert. Nederland verdient er te weinig mee.”
Huijsing verwacht dat het gebruik van intelligente sensoren de komende jaren enorm zal toenemen. Ze worden gebruikt in auto’s, in de medische technologie en voor intelligente huishoudelijke apparaten, zoals robotstofzuigers, maar bijvoorbeeld ook steeds meer bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. De uitdaging voor het instituut is om de intelligente sensoren zo klein mogelijk te maken, met een laag energieverbruik. Voor sommige toepassingen is het ook interessant als de sensor draadloos gegevens kan doorsturen. Zo kan een patiënt in de toekomst misschien sneller uit het ziekenhuis ontslagen worden omdat de artsen hem via deintelligente sensoren ook op afstand in de gaten kunnen houden.
TU-sensorenonderzoekers verenigen zich in een virtueel instituut, Disens, om zich beter te kunnen profileren binnen en buiten de TU.
Sensorenonderzoekers van het IRI en de faculteiten ITS, TNW en OCP willen een gezamenlijke loket waar onderzoekers of bedrijven die interesse in intelligente sensoren hebben naar toe kunnen bellen of mailen. Verder moeten bedrijven via de website en het jaarverslag van het nieuwe instituut snel een beter beeld kunnen krijgen van wat er allemaal voor sensorenonderzoek aan de TU plaatsvindt.
Het sensoreninstituut is een initiatief van de onderzoekers zelf en ze zijn met ondersteuning van het Business Service Centre tot een samenwerkingsovereenkomst gekomen waarin onder andere staat dat ze allemaal een kleine financiële bijdrage aan het instituut zullen leveren voor de bemanning van het secretariaat en het maken van een jaarverslag en website.
Het college van bestuur geeft het instituut eenmalig een bedrag van vijftigduizend gulden. Verder hoopt instituutsdirecteur prof.dr.ir. Han Huysing via een associate-programma ongeveer een halve ton binnen te halen. Geïnteresseerde bedrijven kunnen via dit programma bijvoorbeeld alle TU-proefschriften van sensorenonderzoekers toegestuurd krijgen.
,,Voor het bedrijfsleven willen we volgend jaar mei gezamenlijk een middag organiseren waarin verschillende onderzoeksgroepen zich presenteren”, vertelt dr.ir. Lina Sarro, specialiste in geïntegreerde sensortechnologie bij Dimes. ,,Nu verliezen we mogelijke contacten met de industrie en de EU omdat die soms naar de verkeerde groep op de TU bellen. Als die geen oplossing voor hun probleem heeft, denken ze snel dat de TU hen niet kan helpen. Omdat we van elkaar niet precies weten wat we doen, kunnen we niet goed doorverwijzen.” Komend jaar willen de groepen dan ook gebruiken om elkaar beter te leren kennen via een aantal gezamenlijke onderzoeksprogramma’s.
Daarna willen ze de banden met het Nederlandse bedrijfsleven versterken. ,,Wetenschappelijk behoren we tot de top van de wereld”, stelt Huijsing, hoogleraar elektronische instrumentatie en oprichter van het instituut. ,,Maar de industrie maakt nog te weinig gebruik van de enorme hoeveelheid kennis die de universiteit creëert. Nederland verdient er te weinig mee.”
Huijsing verwacht dat het gebruik van intelligente sensoren de komende jaren enorm zal toenemen. Ze worden gebruikt in auto’s, in de medische technologie en voor intelligente huishoudelijke apparaten, zoals robotstofzuigers, maar bijvoorbeeld ook steeds meer bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. De uitdaging voor het instituut is om de intelligente sensoren zo klein mogelijk te maken, met een laag energieverbruik. Voor sommige toepassingen is het ook interessant als de sensor draadloos gegevens kan doorsturen. Zo kan een patiënt in de toekomst misschien sneller uit het ziekenhuis ontslagen worden omdat de artsen hem via deintelligente sensoren ook op afstand in de gaten kunnen houden.
Comments are closed.