Opinie

Niets mis met oefenen in het openbaar

Met wat meer branie en durf om vragen te stellen zou Osiris Magazine kunnen uitgroeien tot leverancier van kritische wetenschapsjournalisten.

Aan duurzaamheid worden vooral veel woorden vuilgemaakt. Die indruk krijg je bijna bij het doorbladeren van het eerste Osiris Magazine. Het nieuwe blad van het gelijknamige Delftse studentenplatform telt maar liefst vier inleidende artikelen over duurzame doelstellingen en de balans tussen geven en nemen. Vijf, als je ‘what the f*ck is duurzaamheid’ meetelt. Je voelt ondertussen de poolkappen smelten. Breedsprakigheid is nu eenmaal een veelvoorkomend probleem van studentenverenigingen. Een jaarclubalmanak is immers niet compleet als ook het oudste erelid het publiek niet veel leesplezier toewenst. Een magazine dat duurzame ontwikkeling ‘concreet en aantrekkelijk’ onder de aandacht wil brengen mag wel wat sneller ter zake komen. Ook met het oog op het eigen motto practice what you preach. Practice staat voor ‘breng in praktijk’ en met een beetje goede wil ook voor ‘oefen in het openbaar’. Daarom mag je ook weer niet te streng zijn voor de redactie van Osiris. Die bestaat immers uit aankomende ingenieurs en niet uit journalisten in opleiding.

Als Osiris boven zijn eigen goede doelstellingen wil uitstijgen en van zijn magazine (zestig pagina’s) een platform voor de hele TU wil maken, moet het wel iets meer voor tijdschriftje spelen. En dat houdt meer in dan zorgen voor een rubriek met wist-u-datjes en de boekbesprekingen achter in het blad zetten. Let ook op de diversiteit in onderwerpen en verhaalvormen, kijk uit met de opstel- en verslagvorm. Pak lekker uit met een interview met een kleurrijk figuur van binnen of buiten de TU. Verzin een provocerende stelling waar je hoogleraren en studenten op laat reageren. Door bij herhaling dezelfde foto’s van redactie- en commissieleden te plaatsen, kun je potentiële publicisten afschrikken, omdat zo de indruk ontstaat dat het allemaal ons-kent-ons is op die redactie van Osiris Magazine. Twee studenten, drie clubs, zo gaat dat nu eenmaal in dit wereldje.

Delft Duurzaam (DD). Is dat geen mooie naam, met ingang van het tweede nummer? DD (Delft Duurzaam) roept bij mij fijnere associaties op dan OM (Osiris Magazine). Zo’n naam zou ook beter passen bij de rol die ik voor het magazine zie, als duurzaamheidswaakhond van de universiteit. Als je in je blad schrijft dat de TU in 2000 de afstudeerrichting technologie in duurzame ontwikkeling introduceerde, schrijf er dan ook bij wat er sindsdien van terechtgekomen is. Kijken de afgestudeerden tevreden terug op hun opleiding? Wat ontbreekt er nog om van Delft de groenste onderwijsinstelling van Europa te maken en hoe bereiken we met z’n allen dat doel? Wanneer krijgen we een duurzaamheidsmaster en wanneer wordt duurzaamheid een volwaardig onderdeel van het onderwijs aan de TU? Universiteitsbestuur, hoe zit dat? De antwoorden op al die vragen hoop ik allemaal terug te zien in een van de volgende nummers van Osiris Magazine. In twee woorden: méér Delft. Concreet. En aantrekkelijk.

Alleen aan het lettertype zijn nu de advertorials van bedrijven (in de duurzame sector) en de journalistieke producties van elkaar te scheiden. Daar is niet zoveel mis mee, mits de scheidlijn in komende nummers duidelijker wordt aangegeven. Studenten kunnen in die ingezonden stukken zien waar ze na hun studie terecht kunnen komen, of welke mogelijkheden er zijn om zelf iets te beginnen. Ik zou ook graag in Osiris Magazine lezen wat het Nederlandse bedrijfsleven in de breedste zin van het woord van duurzaamheid bakt. Hoe is het in vredesnaam te verklaren dat de bouwsector zich zo langzaam aanpast, terwijl er steeds meer vraag naar duurzame bedrijfsgebouwen komt?

Met wat meer branie en durf om vragen te stellen (waartoe professor Fokkema ons in zijn column aanmoedigt) zie ik geen enkele reden waarom Osiris Magazine op termijn niet zou kunnen uitgroeien tot leverancier van kritische wetenschapsjournalisten. Van Delft naar de redactie van NRC Handelsblad in Rotterdam is prima te doen, ook op de fiets.

Osiris Magazine, mei 2008.

www.osiris.tudelft.nl

Aan duurzaamheid worden vooral veel woorden vuilgemaakt. Die indruk krijg je bijna bij het doorbladeren van het eerste Osiris Magazine. Het nieuwe blad van het gelijknamige Delftse studentenplatform telt maar liefst vier inleidende artikelen over duurzame doelstellingen en de balans tussen geven en nemen. Vijf, als je ‘what the f*ck is duurzaamheid’ meetelt. Je voelt ondertussen de poolkappen smelten. Breedsprakigheid is nu eenmaal een veelvoorkomend probleem van studentenverenigingen. Een jaarclubalmanak is immers niet compleet als ook het oudste erelid het publiek niet veel leesplezier toewenst. Een magazine dat duurzame ontwikkeling ‘concreet en aantrekkelijk’ onder de aandacht wil brengen mag wel wat sneller ter zake komen. Ook met het oog op het eigen motto practice what you preach. Practice staat voor ‘breng in praktijk’ en met een beetje goede wil ook voor ‘oefen in het openbaar’. Daarom mag je ook weer niet te streng zijn voor de redactie van Osiris. Die bestaat immers uit aankomende ingenieurs en niet uit journalisten in opleiding.

Als Osiris boven zijn eigen goede doelstellingen wil uitstijgen en van zijn magazine (zestig pagina’s) een platform voor de hele TU wil maken, moet het wel iets meer voor tijdschriftje spelen. En dat houdt meer in dan zorgen voor een rubriek met wist-u-datjes en de boekbesprekingen achter in het blad zetten. Let ook op de diversiteit in onderwerpen en verhaalvormen, kijk uit met de opstel- en verslagvorm. Pak lekker uit met een interview met een kleurrijk figuur van binnen of buiten de TU. Verzin een provocerende stelling waar je hoogleraren en studenten op laat reageren. Door bij herhaling dezelfde foto’s van redactie- en commissieleden te plaatsen, kun je potentiële publicisten afschrikken, omdat zo de indruk ontstaat dat het allemaal ons-kent-ons is op die redactie van Osiris Magazine. Twee studenten, drie clubs, zo gaat dat nu eenmaal in dit wereldje.

Delft Duurzaam (DD). Is dat geen mooie naam, met ingang van het tweede nummer? DD (Delft Duurzaam) roept bij mij fijnere associaties op dan OM (Osiris Magazine). Zo’n naam zou ook beter passen bij de rol die ik voor het magazine zie, als duurzaamheidswaakhond van de universiteit. Als je in je blad schrijft dat de TU in 2000 de afstudeerrichting technologie in duurzame ontwikkeling introduceerde, schrijf er dan ook bij wat er sindsdien van terechtgekomen is. Kijken de afgestudeerden tevreden terug op hun opleiding? Wat ontbreekt er nog om van Delft de groenste onderwijsinstelling van Europa te maken en hoe bereiken we met z’n allen dat doel? Wanneer krijgen we een duurzaamheidsmaster en wanneer wordt duurzaamheid een volwaardig onderdeel van het onderwijs aan de TU? Universiteitsbestuur, hoe zit dat? De antwoorden op al die vragen hoop ik allemaal terug te zien in een van de volgende nummers van Osiris Magazine. In twee woorden: méér Delft. Concreet. En aantrekkelijk.

Alleen aan het lettertype zijn nu de advertorials van bedrijven (in de duurzame sector) en de journalistieke producties van elkaar te scheiden. Daar is niet zoveel mis mee, mits de scheidlijn in komende nummers duidelijker wordt aangegeven. Studenten kunnen in die ingezonden stukken zien waar ze na hun studie terecht kunnen komen, of welke mogelijkheden er zijn om zelf iets te beginnen. Ik zou ook graag in Osiris Magazine lezen wat het Nederlandse bedrijfsleven in de breedste zin van het woord van duurzaamheid bakt. Hoe is het in vredesnaam te verklaren dat de bouwsector zich zo langzaam aanpast, terwijl er steeds meer vraag naar duurzame bedrijfsgebouwen komt?

Met wat meer branie en durf om vragen te stellen (waartoe professor Fokkema ons in zijn column aanmoedigt) zie ik geen enkele reden waarom Osiris Magazine op termijn niet zou kunnen uitgroeien tot leverancier van kritische wetenschapsjournalisten. Van Delft naar de redactie van NRC Handelsblad in Rotterdam is prima te doen, ook op de fiets.

Osiris Magazine, mei 2008.

www.osiris.tudelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.