Opinie

Niet alles is een piemel

Wetenschap start met verbeelding afkomstig uit de diepe krochten van ons brein. Hub Zwart, hoogleraar filosofie van de natuurwetenschappen in Nijmegen, zet uiteen hoe grote onderzoekers tot hun ideeën zijn gekomen.


Het gaat Zwart om een zoektocht naar de fundamentele beelden die de wetenschappelijke wil tot weten structureren en oriënteren: wetenschapsfilosofie vanuit een psycho-analytisch perspectief dat ons in staat stelt de dynamiek van de verbeelding in het kennisproductieproces te doorgronden. Het beeld als projectie van de waarheid. Net als de projectie op de wand in de grot van Plato. Waarom denk je, ook wetenschappelijk, zoals je denkt? Een existentiële vraag in wetenschap. Ik probeer dat in mijn ontwerponderwijs voor wetenschapscommunicatie te ondervangen en te bevragen door de inzet van logboeken waar studenten opschrijven en plakken wat ze interesseert, boeit en verrast. Positief of negatief. Als je je bewust bent van je eigen voorkeuren kun je namelijk toetsen of je je niet laat meeslepen door jouw eigen projecties. Je blinde vlek in een oceaan van mogelijkheden.

Over verbeelding gesproken.

Zwart pakt deze vraag grondig aan. Het boek is een erudiete uiteenzetting van hoe grote onderzoekers zoals Watson en Newton al beeldend op hun ideeën zijn gekomen. Zwart zet hiervoor Freud en Jung in en komt bijvoorbeeld te spreken over archetypen: een fundamenteel beeld dat de ervaring structureert en deel uitmaakt van een typisch scenario of script. Een beeld ook dat tegenstrijdige emoties oproept, zoals Zwart zegt, een beeld dat onrust en fascinatie baart. Zo is het archetype van economie volgens Zwart de krach, van sociologie de massa en voor natuurkunde de onzichtbare straling. Dit zijn beelden, zoals Zwart terecht opmerkt, die ook het publiek heeft en onbewust inzet in de gedachtevorming. Vanuit wetenschapscommunicatie weet ik dat deze beelden hardnekkig zijn, niet alleen bij een lekenpubliek maar ook tussen wetenschappers onderling.

Maar soms is Zwart naar mijn smaak wel erg ruimhartig in de toepasbaarheid van de psycho-analyse. Hier en daar komt de uiteenzetting van Zwart op mij over als eine wel heel gezochte piemel Freuds. Bijvoorbeeld als Zwart komt te spreken over Watson’s bestseller ‘The Double Helix’ is dat volgens Zwart een verhaal over een oedipale opstand van twee vrijbuiterige zonen tegen hun wetenschappelijke vader. Tja. Maar misschien zegt deze ontkenning wel iets over mijn eigen oedipale fascinatie. Hoe het ook zij, het is een rijk boek en je komt veel te weten over Victor Frankenstein als de moderne Prometheus. Over Faust en de zondeval van de wetenschap. Je zou het op de sofa moeten herlezen, omdat al wat verborgen is te verwerken.


Hub Zwart, ‘De waarheid op de wand: Psychoanalyse van het weten’, ISBN 9789460040481, 374 pag., €24,95,

Vantilt Uitgeverij

Controle op misleidende studievoorlichting blijft voorlopig nodig, schrijft de inspectie in haar onderwijsverslag over 2008-2009. Uit marketingoverwegingen worden soms Engelstalige namen gebruikt die officieel niet bestaan. Ook bestaat de neiging om specialisaties, uitstroomvarianten of afstudeerrichtingen als opleiding te labelen. Vooral brede opleidingen maken zich daar schuldig aan.

Misschien dat het meehelpt het onderwijsrendement te verbeteren. Van de voltijdse hbo-studenten haalde 54 procent na vijf jaar een diploma in het hoger onderwijs en van de universitaire studenten zestig procent na zes jaar. De uitval na twee jaar was 22 procent in het hbo en dertien procent in het wo.

De inspectie betreurt het dat de universiteiten en hogescholen alleen afspraken met het ministerie hebben gemaakt over de uitval in latere studiejaren. Landelijke streefcijfers voor het zo belangrijke eerste jaar zijn er echter niet en dat maakt het voor de inspectie moeilijker om de ontwikkeling van de studie-uitval in beeld te brengen.

Het geld dat de instellingen van het ministerie krijgen voor verbetering van het onderwijsrendement wordt volgens de inspectie meestal gelijkelijk verdeeld over de faculteiten en opleidingen. Vaak wordt het onderwijs ermee geïntensiveerd door het aantal contacturen uit te breiden. Een gerichte investering, bijvoorbeeld in een instellingsbreed instrument om probleemstudenten op te sporen, wordt maar zelden gedaan. De inspectie pleit voor herbezinning over de inrichting van het eerste jaar en de begeleiding van eerstejaars studenten. “Er mag geen talent verloren gaan”.

Al eerder uitte de onderwijsinspectie kritiek op de examencommissies die een te afwachtende rol aannemen en het eindniveau van de opleiding daardoor onvoldoende garanderen. Hun rol is versterkt in de nieuwe wet op het hoger onderwijs, maar ze zijn nu nog onvoldoende op die nieuwe rol voorbereid.

De inspectie is blij dat het ministerie van OCW werk maakt van de invoering van een diplomaregister. Ze had hier in 2009 op aangedrongen na meldingen van nagemaakte en vervalste diploma’s. In 2010 kreeg de inspectie opnieuw negen meldingen binnen. Het diplomaregister moet in 2012 operationeel zijn.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.