Campus

Net familie

USSR is een badmintonclub met een internationaal karakter. De jonge vereniging telt vooral veel Aziatische studenten. Door het sporten maken ze kennis met de Nederlandse cultuur, ook buiten het studentenleven.

“Het is altijd grappig wanneer we met een Aziatische afvaardiging competitie spelen in de regio”, zegt speler/trainer Wouter Veldman. “Tegen clubs uit Lisse, ‘s Gravenzande of Kwintsheul, om maar wat te noemen. Onze tegenstanders zijn niet gewend om Chinezen te ontmoeten en onze spelers maken kennis met de typisch Nederlandse clubcultuur. Elk dorp heeft wel een badmintonclub. Je ontmoet mensen met verschillende achtergronden, ook veel niet-studenten. Door badminton te spelen leer je het land en de mensen beter kennen. De meeste buitenlandse studenten zijn geneigd alleen elkaar op te zoeken. Vooral Aziaten. Die gaan in het weekend niet naar hun ouders, maar blijven in Delft. Dan is zo’n badmintonclub voor hen een uitkomst.”

Na de wedstrijd wordt er samen met de tegenstanders gedronken en komt er zelfgebakken cake op tafel. “We komen in plaatsen waar andere Chinese studenten nooit komen”, zegt bouwkundestudent Lei Qu. “Het Westland heeft heel veel dorpen waar ik anders nooit heen zou gaan.” Haar landgenoot Yan Shi, student bouwkunde: “Via badminton hebben we meer contact met Nederlanders dan bij onze studie of op het werk. We praten met elkaar, vertellen elkaar leuke verhalen. Doordat we elkaar steeds weer tegenkomen bij wedstrijden, leren we elkaar een beetje kennen.”

Yan Shi en Lei Qu vormen met een Nederlandse clubgenote het vrouwelijke deel van het tweede mixed team, dat verder bestaat uit een Thaise en Nederlandse jongen. Vorig seizoen werden ze kampioen in de zesde klasse. Het is een hecht team, dat na de zomer tot beider vreugde bij elkaar bleef en nu in de vijfde klasse hoge ogen gooit. In China speelden ze allebei voor de lol. Het meeste hebben ze naar eigen zeggen geleerd in Delft, door de trainingen van Ginny Severien, een Nederlandse toptienspeelster.

“Toen ik hier kwam studeren was er alleen algemene badmintontraining en een vrije speelavond”, verhaalt Veldman, die vier jaar geleden was betrokken bij de oprichting van USSR, voluit United Shuttles Smashing Right. Binnen een paar jaar groeide de vereniging uit tot een herkenbare en bekende club binnen en buiten de studentenwereld. Het hoogste mixed team promoveerde al snel naar de op één na hoogste regioklasse. “We hebben nu vier mixed teams en twee herenteams. Iedereen kan bij ons op eigen niveau badmintonnen.”

Van de ongeveer zestig leden is de helft buitenlands. Veel Chinezen, Indonesiërs, Indiërs, maar ook Fransen en Duitsers. Yan Shi: “We hebben veel social events, zo raken we erg close met elkaar. We helpen elkaar ook met dingen buiten het sporten om.” De cultuuruitwisseling uit zich in de gezamenlijke viering van feesten als het Chinese Nieuwjaar en Sinterklaas. Voor het multiculturele eetfestijn kookt iedereen een typisch gerecht uit eigen land. Yan Shi: “Het leuke is ook dat je mensen van andere faculteiten ontmoet. Als buitenlander gebeurt dat normaal gesproken niet zo snel.”

De voertaal is Engels, maar in het vuur van de strijd willen de twee landgenoten nog wel eens in het Chinees communiceren met elkaar. Yan Shi: “Zo leren sommige Nederlandse spelers ongemerkt wat simpele Chinese woorden van ons in het veld. Wij kunnen weer in het Nederlands tellen. Tot 21, want verder gaat de puntentelling niet. Ook kennen we woorden als ‘fijne wedstrijd’, ‘gefeliciteerd’ of ‘dankjewel’.”
Shi zou een hoop missen als ze niet bij USSR zat: “Dan zou ik alleen maar studeren. Nu voelt het alsof ik hier een familie heb. We kopen samen bruiloftscadeaus voor elkaar, vieren samen verjaardagen.”

 Hoe betaal je deze ambitie, nu Nederland in een economische crisis verkeert en er straks commissies aan het werk gaan die ingrijpende reorganisaties en miljardenbezuinigingen zullen voorstellen? Dat was de belangrijkste vraag gisteren in de Tweede Kamer, in de eerste termijn van de behandeling van de onderwijsbegroting.

De PVV kwam met de simpelste oplossing: schaf de ‘grachtengordelhobby’s’ cultuur en media af en je hebt geld genoeg. Dat ging collega-parlementariërs te ver, al vroegen ook de VVD en de SGP zich af waarom de portefeuilles cultuur en media van het ministerie buiten schot blijven bij de aanstaande financiële ‘heroverwegingen’.

Halbe Zijlstra van de VVD zoekt de oplossing in het verruilen van de basisbeurs voor een sociaal leenstelsel. Dat levert een grote besparing op en is volgens hem veel rechtvaardiger. Dan betalen laagopgeleiden immers niet langer mee aan de studiekosten van academici en hbo’ers die dankzij hun opleiding veel meer verdienen.

Dat argument slaat niet aan bij de SP en GroenLinks, die beducht zijn voor leenangst en minder toegankelijk hoger onderwijs. GroenLinks ziet meer in een studietax, maar dan niet in de oude variant waarin afgestudeerden hun leven lang aanzienlijk meer belasting betalen. Hoe de nieuwe variant er precies uit gaat zien kon kamerlid Tofik Dibi gisteren nog niet zeggen, wat hem de hoon van zijn collega’s opleverde.

Boris van der Ham van D66 neigt naar het sociale leenstelsel dat de VVD – en eerder de PvdA – bepleit, op voorwaarde dat de toegankelijkheid niet in gevaar komt. Ook het CDA, dat de basisbeurs in 2007 nog wilde sparen, sluit een sociaal leenstelsel in de huidige economische omstandigheden niet uit. “Geen onderwerp is nu meer heilig”, zei Jan Jacob van Dijk.

Als de basisbeurs wordt afgeschaft en vervangen door een leenstelsel, dan moet het daarmee bespaarde geld wel ten goede komen aan het hoger onderwijs, vindt de VVD. Maar minister Plasterk wil dit niet toezeggen.

“Een sympathieke gedachte”, noemde hij de motie van VVD-kamerlid Halbe Zijlstra, en toch ontraadde hij hem. De PvdA-bewindsman moest het gisteravond tijdens de financiële beschouwingen tot vervelens toe herhalen. Hij wacht met uitspraken over nieuw beleid totdat ambtelijke werkgroepen hebben onderzocht waar er op de verschillende beleidsterreinen kan worden bezuinigd. “Maar de uiteindelijke beslissing daarover ligt vanzelfsprekend bij de Kamer.”

Hij benadrukte dat hij gelukkig is met de kamerbrede steun voor de motie-Hamer, waarin staat dat het Nederlandse onderwijs en onderzoek tot de mondiale top-vijf moeten gaan behoren. Maar tot frustratie van de oppositie weigerde hij daaraan de conclusie te verbinden dat er door de werkgroepen dus niet langer hoeft te worden gezocht naar inefficiënties en mogelijke bezuinigingen. “Als iedere bewindsman op elk terrein zegt dat het staande beleid niet mag worden veranderd, dan kan er uiteindelijk niets worden heroverwogen”, wierp hij tegen.

Ook het door de VVD voorgestelde leenstelsel en de variant van de studietaks – bepleit door GroenLinks en studentenbond LSVb – zullen door de werkgroepen worden onderzocht. “Maar u en ik maken uiteindelijk de beleidskeuzes”, verzekerde Plasterk de morrende kamerleden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.