Opinie

Naakte waarheid

Ik ben opgevoed met het grootst mogelijke respect voor privacy. Naaktheid komt in mijn familie net als krankzinnigheid en kleurenblindheid bijna niet voor.

Iemand lastig vallen is domweg geen optie, al helemaal niet door andermans blikken bloot te stellen aan de onvolmaaktheden van het eigen lichaam. Begrijpelijkerwijs is saunabezoek voor mij een bijzondere ervaring die aan de wortels van mijn bestaan raakt.

Het eerste wat opvalt is de aperte lelijkheid van het menselijk lichaam wanneer de factor seks geen rol speelt. Daarom kijkt niemand naar elkaar in een sauna. Naar een naakt mensenlichaam kijk je met tederheid of begeerte of met de beroepsmatige gevoelloosheid van een dokter. Tederheid en begeerte kunnen gevoegelijk van het lijstje geschrapt worden in een openbare sauna: Hier geldt het lichaam slechts als een bonk ongezondheid waar de viezigheid uitgezweet moet worden.

Daarbij wordt er niet gepraat in een sauna. De saunabezoeker kijkt stuurs voor zich uit, vermijdt oogcontact en daarmee wordt ieder gesprek in wezen al in de kiem gesmoord. Hier heerst zwijgplicht: praten impliceert naar elkaar kijken en naar elkaar kijken impliceert inbreuk op de privacy.

Voorts beweegt de saunabezoeker zich met de loomheid van een drievingerige luiaard (het Australisch equivalent van de slak als het om spreekwoordelijke traagheid gaat). Een naakt rennend lichaam ziet er nu eenmaal niet uit en onverhoedse bewegingen zouden onverhoopt onopgemerkt opgehoopt vet aan het rollen kunnen brengen.

Een plotselinge beweging trekt derhalve de aandacht. Zo ook in de infrarood ruimte waarin ik mij met een zestal anderen bevind. Aanvankelijk houdt iedereen zich aan het protocol: bek dicht en zweten. Rust en stilte heersen terwijl we ons vrijwillig laten roosteren door een set broedlampen. En net als iedereen een plekje op de muur heeft gevonden om veilig naar te staren, staat een jonge vrouw plotseling op, is in één stap bij de deur, duwt die open en verlaat met enige snelheid deze legbatterij. Het gebeurt in minder dan twee seconden, ze is weg voor we er erg in hebben. Haar eertijdse aanwezigheid wordt nog slechts verraden door de langzaam dichtvallende deur.

Dan zie ik plotseling iets anders dat is achtergebleven en ik weet dat op dat moment iedereen ziet wat ik zie. Op de hagelwitte vloer, vlak voor de deuropening, ligt een spat bloed. Precies als een inktdruppel die van enige hoogte op een vel papier is gevallen. Een grillige ster, enkele centimeters in doorsnee, felrood in het midden, ietwat vervagend aan de randen. Iedereen staart naar die vlek en nog steeds zegt niemand iets. Nog steeds zegt niemand in die godvergeten sauna ook maar een woord.

Op dat moment gaat de deur weer open. Een saunaganger kijkt naar binnen of er nog plaats is. Hij ziet de open plek waar net de jonge vrouw zat en stapt over de drempel. Vijf paar ogen zien zijn rechtervoet midden in de bloedspat stappen. Ergens meen ik een ademhaling te horen stokken maar verder zegt nog steeds niemand wat. De nieuw aangekomene heeft niets gemerkt. Hij gaat zitten, plantzijn ellebogen op zijn knieën, legt zijn hoofd in zijn handen en laat zijn blik rusten op de tegelvloer voor hem. De hagelwitte vloer waarvan het tot voor kort enige smetje thans onder zijn rechter voetzool kleeft.

Nog immer houden alle aanwezigen zich aan hun zelfopgelegde zwijgplicht en langzaam dringt het tot me door dat de sauna niet de plaats is waar taboes niet bestaan maar dat taboes er domweg worden genegeerd. Ook als ze in grote rode spatten op de vloer staan geschreven. De sauna is de laatste plek op aarde waar naakt ooit normaal zal zijn.

Met die gedachte sla ik een handdoek om mijn middel en stap behoedzaam naar buiten.

Ik ben opgevoed met het grootst mogelijke respect voor privacy. Naaktheid komt in mijn familie net als krankzinnigheid en kleurenblindheid bijna niet voor. Iemand lastig vallen is domweg geen optie, al helemaal niet door andermans blikken bloot te stellen aan de onvolmaaktheden van het eigen lichaam. Begrijpelijkerwijs is saunabezoek voor mij een bijzondere ervaring die aan de wortels van mijn bestaan raakt.

Het eerste wat opvalt is de aperte lelijkheid van het menselijk lichaam wanneer de factor seks geen rol speelt. Daarom kijkt niemand naar elkaar in een sauna. Naar een naakt mensenlichaam kijk je met tederheid of begeerte of met de beroepsmatige gevoelloosheid van een dokter. Tederheid en begeerte kunnen gevoegelijk van het lijstje geschrapt worden in een openbare sauna: Hier geldt het lichaam slechts als een bonk ongezondheid waar de viezigheid uitgezweet moet worden.

Daarbij wordt er niet gepraat in een sauna. De saunabezoeker kijkt stuurs voor zich uit, vermijdt oogcontact en daarmee wordt ieder gesprek in wezen al in de kiem gesmoord. Hier heerst zwijgplicht: praten impliceert naar elkaar kijken en naar elkaar kijken impliceert inbreuk op de privacy.

Voorts beweegt de saunabezoeker zich met de loomheid van een drievingerige luiaard (het Australisch equivalent van de slak als het om spreekwoordelijke traagheid gaat). Een naakt rennend lichaam ziet er nu eenmaal niet uit en onverhoedse bewegingen zouden onverhoopt onopgemerkt opgehoopt vet aan het rollen kunnen brengen.

Een plotselinge beweging trekt derhalve de aandacht. Zo ook in de infrarood ruimte waarin ik mij met een zestal anderen bevind. Aanvankelijk houdt iedereen zich aan het protocol: bek dicht en zweten. Rust en stilte heersen terwijl we ons vrijwillig laten roosteren door een set broedlampen. En net als iedereen een plekje op de muur heeft gevonden om veilig naar te staren, staat een jonge vrouw plotseling op, is in één stap bij de deur, duwt die open en verlaat met enige snelheid deze legbatterij. Het gebeurt in minder dan twee seconden, ze is weg voor we er erg in hebben. Haar eertijdse aanwezigheid wordt nog slechts verraden door de langzaam dichtvallende deur.

Dan zie ik plotseling iets anders dat is achtergebleven en ik weet dat op dat moment iedereen ziet wat ik zie. Op de hagelwitte vloer, vlak voor de deuropening, ligt een spat bloed. Precies als een inktdruppel die van enige hoogte op een vel papier is gevallen. Een grillige ster, enkele centimeters in doorsnee, felrood in het midden, ietwat vervagend aan de randen. Iedereen staart naar die vlek en nog steeds zegt niemand iets. Nog steeds zegt niemand in die godvergeten sauna ook maar een woord.

Op dat moment gaat de deur weer open. Een saunaganger kijkt naar binnen of er nog plaats is. Hij ziet de open plek waar net de jonge vrouw zat en stapt over de drempel. Vijf paar ogen zien zijn rechtervoet midden in de bloedspat stappen. Ergens meen ik een ademhaling te horen stokken maar verder zegt nog steeds niemand wat. De nieuw aangekomene heeft niets gemerkt. Hij gaat zitten, plantzijn ellebogen op zijn knieën, legt zijn hoofd in zijn handen en laat zijn blik rusten op de tegelvloer voor hem. De hagelwitte vloer waarvan het tot voor kort enige smetje thans onder zijn rechter voetzool kleeft.

Nog immer houden alle aanwezigen zich aan hun zelfopgelegde zwijgplicht en langzaam dringt het tot me door dat de sauna niet de plaats is waar taboes niet bestaan maar dat taboes er domweg worden genegeerd. Ook als ze in grote rode spatten op de vloer staan geschreven. De sauna is de laatste plek op aarde waar naakt ooit normaal zal zijn.

Met die gedachte sla ik een handdoek om mijn middel en stap behoedzaam naar buiten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.