Wetenschap

Muren bouwen met mest

De eco-bouwsteen die onderzoekers op The Green Village beproeven is CO2-arm, lokaal te maken, en biedt een uitweg voor het mestoverschot. Is dit te mooi om waar te zijn?

In India is samengedrukte aarde met mest een bouwmateriaal, maar is zo’n ongebakken blok bestand tegen het Nederlandse klimaat? Om dat te testen bouwt Yask Kulshreshtha (links) op de campus een testopstelling. (Foto: Justyna Botor)

Grondstof voor de eco-bouwsteen: 1 deel mest voor 6 delen modder. (Foto: Yask Kulshreshtha)

Promovendus ir. Yask Kulshreshtha (faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen) is niet bang voor vieze handen. Samen met twee helpers mengde hij een ton verse koeienmest met 6 ton modder. De smeuïge mix vormt het basismateriaal voor zevenhonderd bouwblokken die komend jaar getest worden. Door samendrukken en drogen verandert het mest-moddermengsel in bouwblokken met als voornaamste eigenschappen: goedkoop, lokaal te maken en gebruikmakend van organisch afval.
Als
TU Delft | Global Initiative Fellow wil Kulshreshtha een kennisbrug slaan tussen zijn geboorteland India en Nederland, waar hij afstudeerde. In India is samengedrukte aarde met mest een bouwmateriaal, maar is zo’n ongebakken blok bestand tegen het Nederlandse klimaat?

Productielijn voor de experimentele bouwstenen. (Foto: Yask Kulshreshtha).

Om dat te onderzoeken bouwde de gedreven civiel ingenieur in de afgelopen week twee muren binnen een stalen frame op het terrein van The Green Village, TU’s proeftuin van de toekomst. Met een proefduur van minimaal een jaar beproeft hij hier de weersbestendigheid van twee soorten samengeperste bouwblokken: met en zonder toevoeging van koeienmest. Bij de opening van het academisch jaar vertelde hij over zijn onderzoek. “I want to develop a building material that is affordable, durable and desirable,” vat Kulshreshtha zijn missie samen: betaalbaar, duurzaam en aantrekkelijk.

‘Koeienmest is de shit that matters’

Onderzoeksfinancier NWO ondersteunt het onderzoek omdat het van groot maatschappelijk belang zou kunnen zijn. De bouwsector is verantwoordelijk voor 39 procent van de mondiale CO2-emissies. Dat komt door het energie-intensieve productieproces van cement en door het energiegebruik voor verwarming en koeling.
Voor de productie van de samengeperste bouwblokken waar Kulshreshtha mee werkt is nauwelijks energie nodig, alleen een pers en een ruimte om ze in het tijdsbestek van enkele weken te laten drogen. Doordat de ecologische bouwblokken waterdamp kunnen opnemen en afgeven hebben ze een stabiliserende werking op het binnenklimaat. Dat vermindert de energievraag voor verwarming en koeling.
Daar komt bij dat gebruik op grotere schaal verlichting kan bieden voor de koeienmestvoorraad en de stikstofproblematiek die daarmee samenhangt. “Koeienmest”, vat Kulshreshtha samen, “is the shit that matters.”

Traditioneel huis in India gebouwd met leem en mest (Foto: Yask Kulshreshtha)

Het gebruik van koeienmest bij ‘mud houses’ in Afrika en India is wijdverbreid omdat volgens de ervaring het materiaal er waterbestendiger door wordt. Maar onderzoekers willen meer dan overlevering; ze willen begrip en bewijs. Vandaar dat Kulshreshtha ging onderzoeken welk deel van de koeienmest verantwoordelijk is voor het waterafstotende effect. Analyse van verse mest van Hoeve Biesland, een biologisch-dynamische boerderij in de buurt van de Delftse campus, leverde de bestanddelen. De belangrijkste zijn fibers en darmbacteriën, waarbij de laatste voor een groot deel bestaan uit vetzuren met waterafstotende werking. De vetzuren zijn de bron van de mestgeur, maar de stank blijkt na een paar dagen in een gesloten omgeving te verdwijnen.

Als de proef op de Green Village slaagt, heeft Kulshreshtha Nederland een veelbelovend bouwmateriaal aan de hand gedaan: goedkoop, CO2-arm, energiebesparend en boervriendelijk.

Ook in Delft is leembouw al eens toegepast (Foto: Yask Kulshreshtha)

In zijn thuisland India kan de impact nog groter zijn vanwege de grootte van het land en de bevolking. Een mud house was daar de traditionele vorm van huizenbouw, maar omdat het materiaal niet watervast is, vereist zo’n huis veel onderhoud: na elk regenseizoen is opnieuw pleisteren nodig. Geen wonder dat de Indiërs de voorkeur gaven aan onderhoudsvrije huizen van bakstenen en beton toen die de Engelsen die introduceerden. Kulshreshtha hoopt op een herwaardering van het traditionele bouwmateriaal, in een watervaste versie, door samen te werken met tot verbeelding sprekende architecten.

 

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.