Campus

Multimediaal onderwijs dwingt student tot activiteit

Onlangs is voor het eerst een multimediaal programma gebruikt bij het vak mechanica van constructies van Civiele Techniek. En vanaf september kunnen studenten in het keuzevak multimedia en computer based training leren hoe multimedia-applicaties te ontwikkelen.

Twee voorbeelden hoe de TU de gebruiksmogelijkheden van ‘multimedia’ in het onderwijs onderzoekt.

Multimedia, de integratie van digitaal opgeslagen tekst, beeld en geluid, is in, heeft een imago van ‘nieuw en beter’ en wekt hoge verwachtingen. Aangeboden kennis wordt beter begrepen en onthouden als de student tegelijk ziet, hoort, en doet. Bovendien kun je zo de werkelijkheid beter nabootsen en daarmee laten experimenteren. Dit heeft voordelen in instructiesituaties die gevaarlijke, kostbare of praktisch moeilijk uitvoerbare processen simuleren. Ook kun je onderwijs beter afstemmen op de individuele behoefte.

Multimedia is bij uitstek geschikt om af te wijken van een lineair leerproces, waarin alles in een vaste volgorde aan de orde komt. Met gebruik van multimedia kan een student zelf in grote mate verantwoordelijk zijn voor de keuze van nuttige of interessante informatie, en hij kan dat in eigen tempo doen, in de vorm die hij zelf kiest en in een eigen volgorde. De student gaat ‘gedwongen’ actief met een programma om. Maar, het is ook gewoon leuk en aantrekkelijk om zo kennis op te doen.

Het gebruik van multimedia in het onderwijs is niet altijd zinvol. In ieder geval moet het een effectiever en efficiënter alternatief zijn voor bestaand onderwijs, of een oplossing bieden voor een aanwijsbaar probleem. Het ontwikkelen van een instructieprogramma met gebruik van multimedia is namelijk vrij kostbaar en stelt hoge eisen aan hardware-infrastructuur en begeleidende docent. Voordat je kiest voor een multimedia-applicatie, moet je je afvragen wat je wilt bereiken, of de aard van de kennis en de gebruikssituatie er geschikt voor zijn en of de kosten opwegen tegen het gebruikerseffect. Technologische ontwikkelingen maken nieuwe middelen mogelijk om onderwijsdoelen te bereiken, maar ze kunnen niet op zichzelfstaand de leidraad voor de didactiek vormen.
Practicum

Zo’n driehonderd studenten hebben in de periode september tot december ’94 het practicum bij het tweedejaars vak b11 (mechanica van constructies II) doorlopen, ondersteund door een multimediaprogramma. In het practicum bepalen studenten door middel van rekmetingen de krachten en momenten in een staafconstructie. Een eenmalige investering in personeel en materiaal voor de totstandkoming van een multimediaprogramma zou de komende jaren zorgen voor een kwalitatief betere begeleiding van duizenden studenten bij de laboratoriumproef.

De waarde van het gebruiken van nieuwe multimediale technieken hierbij is dat zowel de instructie als de uitvoering van de metingen geïntegreerd kunnen worden in één pc. Bovendien wordt de instructie verduidelijkt met grafische voorstellingen, foto’s en geluid, en kunnen de studenten individueel, in eigen tempo en zelfstandig het practicum doorlopen. Ook kunnen toets- en oefenvragen in een programma ingepast worden.

Het programma omvat een introductie waarin studenten de benodigde natuurkundige kennis voor de proef opfrissen en vervolgens op deze voorkennis worden getoetst. Dan volgt een instructie over de uitvoering van de proef, afgewisseld met oefenvragen die nagaan of studenten het zojuist getoonde ook werkelijk begrijpen en verwerken. Vervolgens gaan studenten de staafconstructie belasten met gewichten en verrichten ze metingen door waarden van rekstroken te bepalen via de computer die verbonden is met de rekstroken.
Gehalveerd

Bijzonder is dat het deel van het programma waarin daadwerkelijk gemeten wordt, geïntegreerd is in het instructieprogramma. Studenten ‘switchen’ als het ware steeds tussen twee programma’s. Na het uitvoeren van de metingen volgt uitleg over het verwerken van de resultaten in grafieken en tabellen. Studenten kunnen, nadat ze het hele programma hebben doorlopen, via een overzichtelijke menustructuur terugkeren naar onderdelen die ze nog eens willen bekijken.

De eerste evaluatieresultaten, op basis van reacties van studenten, student-assistenten en docenten zijn positief. Studenten hebben aangegeven dat ze het instructieprogramma duidelijk en prettig vinden qua inhoud én bediening. De gesproken tekst wordt hoog gewaardeerd, evenals de zeer instructieve en illustratieve foto’s. Studenten voelen zich, hoewel een groot deel van het practicum ‘achter de pc’ plaatsvindt, toch voldoende actief betrokken bij het experiment. De tijdsbesteding van studenten is vergeleken met het ‘oude’ practicum gehalveerd. Ook voor de studentassistenten is de begeleiding van het practicum minder tijdsintensief; studenten kunnen zelfstandig aan de slag en het programma is ‘bug-vrij’.

Behalve in het onderwijs wordt multimedia ook en vooral veel gebruikt in het bedrijfsleven: bedrijfspresentaties, marketingcommunicatie, verkoopinformatie en bedrijfstrainingen. De kans is dan ook groot dat studenten te maken zullen krijgen met een van deze toepassingen, hetzij als gebruiker hetzij als deelnemer in een ontwikkelteam. Om hen hierop voor te bereiden kunnen ze leren wat er komt kijken bij het totstandkomen van een multimedia-applicatie. In september 1995 start namelijk, aangeboden door de faculteiten TWI en WTM, het keuzevak multimedia en computer based training.

Hier krijgen de studenten de rol van ‘multimedia-ontwikkelaar’. Ze doorlopen het hele ontwikkeltraject en leveren ook daadwerkelijk een produkt. Belangrijke vragen zijn: wat wil de opdrachtgever precies? Wat spreekt de doelgroep aan? Hoe breng ik informatie het best over op de gebruiker? Welke tools zijn geschikt om het programma te ontwikkelen? Welke methodiek moet ik hanteren? Welke userinterface is geschikt? Het zijn vragen die in hetwerkcollege en practicum aan bod komen. Ook ervaart de student het belang van projectmanagement en goede communicatie in een multidisciplinair ontwikkelteam. Het is dè gelegenheid om de beloften van multimedia zelf te ondervinden, zowel voor sceptici als voor ‘hypers’.

Annemiek Metz, WTM-sectie Didactiek & Onderwijsontwikkeling


Practicum achter de pc, minder tijdsintensief

Onlangs is voor het eerst een multimediaal programma gebruikt bij het vak mechanica van constructies van Civiele Techniek. En vanaf september kunnen studenten in het keuzevak multimedia en computer based training leren hoe multimedia-applicaties te ontwikkelen. Twee voorbeelden hoe de TU de gebruiksmogelijkheden van ‘multimedia’ in het onderwijs onderzoekt.

Multimedia, de integratie van digitaal opgeslagen tekst, beeld en geluid, is in, heeft een imago van ‘nieuw en beter’ en wekt hoge verwachtingen. Aangeboden kennis wordt beter begrepen en onthouden als de student tegelijk ziet, hoort, en doet. Bovendien kun je zo de werkelijkheid beter nabootsen en daarmee laten experimenteren. Dit heeft voordelen in instructiesituaties die gevaarlijke, kostbare of praktisch moeilijk uitvoerbare processen simuleren. Ook kun je onderwijs beter afstemmen op de individuele behoefte.

Multimedia is bij uitstek geschikt om af te wijken van een lineair leerproces, waarin alles in een vaste volgorde aan de orde komt. Met gebruik van multimedia kan een student zelf in grote mate verantwoordelijk zijn voor de keuze van nuttige of interessante informatie, en hij kan dat in eigen tempo doen, in de vorm die hij zelf kiest en in een eigen volgorde. De student gaat ‘gedwongen’ actief met een programma om. Maar, het is ook gewoon leuk en aantrekkelijk om zo kennis op te doen.

Het gebruik van multimedia in het onderwijs is niet altijd zinvol. In ieder geval moet het een effectiever en efficiënter alternatief zijn voor bestaand onderwijs, of een oplossing bieden voor een aanwijsbaar probleem. Het ontwikkelen van een instructieprogramma met gebruik van multimedia is namelijk vrij kostbaar en stelt hoge eisen aan hardware-infrastructuur en begeleidende docent. Voordat je kiest voor een multimedia-applicatie, moet je je afvragen wat je wilt bereiken, of de aard van de kennis en de gebruikssituatie er geschikt voor zijn en of de kosten opwegen tegen het gebruikerseffect. Technologische ontwikkelingen maken nieuwe middelen mogelijk om onderwijsdoelen te bereiken, maar ze kunnen niet op zichzelfstaand de leidraad voor de didactiek vormen.
Practicum

Zo’n driehonderd studenten hebben in de periode september tot december ’94 het practicum bij het tweedejaars vak b11 (mechanica van constructies II) doorlopen, ondersteund door een multimediaprogramma. In het practicum bepalen studenten door middel van rekmetingen de krachten en momenten in een staafconstructie. Een eenmalige investering in personeel en materiaal voor de totstandkoming van een multimediaprogramma zou de komende jaren zorgen voor een kwalitatief betere begeleiding van duizenden studenten bij de laboratoriumproef.

De waarde van het gebruiken van nieuwe multimediale technieken hierbij is dat zowel de instructie als de uitvoering van de metingen geïntegreerd kunnen worden in één pc. Bovendien wordt de instructie verduidelijkt met grafische voorstellingen, foto’s en geluid, en kunnen de studenten individueel, in eigen tempo en zelfstandig het practicum doorlopen. Ook kunnen toets- en oefenvragen in een programma ingepast worden.

Het programma omvat een introductie waarin studenten de benodigde natuurkundige kennis voor de proef opfrissen en vervolgens op deze voorkennis worden getoetst. Dan volgt een instructie over de uitvoering van de proef, afgewisseld met oefenvragen die nagaan of studenten het zojuist getoonde ook werkelijk begrijpen en verwerken. Vervolgens gaan studenten de staafconstructie belasten met gewichten en verrichten ze metingen door waarden van rekstroken te bepalen via de computer die verbonden is met de rekstroken.
Gehalveerd

Bijzonder is dat het deel van het programma waarin daadwerkelijk gemeten wordt, geïntegreerd is in het instructieprogramma. Studenten ‘switchen’ als het ware steeds tussen twee programma’s. Na het uitvoeren van de metingen volgt uitleg over het verwerken van de resultaten in grafieken en tabellen. Studenten kunnen, nadat ze het hele programma hebben doorlopen, via een overzichtelijke menustructuur terugkeren naar onderdelen die ze nog eens willen bekijken.

De eerste evaluatieresultaten, op basis van reacties van studenten, student-assistenten en docenten zijn positief. Studenten hebben aangegeven dat ze het instructieprogramma duidelijk en prettig vinden qua inhoud én bediening. De gesproken tekst wordt hoog gewaardeerd, evenals de zeer instructieve en illustratieve foto’s. Studenten voelen zich, hoewel een groot deel van het practicum ‘achter de pc’ plaatsvindt, toch voldoende actief betrokken bij het experiment. De tijdsbesteding van studenten is vergeleken met het ‘oude’ practicum gehalveerd. Ook voor de studentassistenten is de begeleiding van het practicum minder tijdsintensief; studenten kunnen zelfstandig aan de slag en het programma is ‘bug-vrij’.

Behalve in het onderwijs wordt multimedia ook en vooral veel gebruikt in het bedrijfsleven: bedrijfspresentaties, marketingcommunicatie, verkoopinformatie en bedrijfstrainingen. De kans is dan ook groot dat studenten te maken zullen krijgen met een van deze toepassingen, hetzij als gebruiker hetzij als deelnemer in een ontwikkelteam. Om hen hierop voor te bereiden kunnen ze leren wat er komt kijken bij het totstandkomen van een multimedia-applicatie. In september 1995 start namelijk, aangeboden door de faculteiten TWI en WTM, het keuzevak multimedia en computer based training.

Hier krijgen de studenten de rol van ‘multimedia-ontwikkelaar’. Ze doorlopen het hele ontwikkeltraject en leveren ook daadwerkelijk een produkt. Belangrijke vragen zijn: wat wil de opdrachtgever precies? Wat spreekt de doelgroep aan? Hoe breng ik informatie het best over op de gebruiker? Welke tools zijn geschikt om het programma te ontwikkelen? Welke methodiek moet ik hanteren? Welke userinterface is geschikt? Het zijn vragen die in hetwerkcollege en practicum aan bod komen. Ook ervaart de student het belang van projectmanagement en goede communicatie in een multidisciplinair ontwikkelteam. Het is dè gelegenheid om de beloften van multimedia zelf te ondervinden, zowel voor sceptici als voor ‘hypers’.

Annemiek Metz, WTM-sectie Didactiek & Onderwijsontwikkeling


Practicum achter de pc, minder tijdsintensief

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.