Campus

Moord op de camping: TU-hoogleraar schrijft vakantiethriller

Prof.dr.ir. Andy van den Dobbelsteen zag arrogantie, maar ook kwetsbaarheid bij Nederlanders op een Franse camping en schreef de thriller ‘Campingsmoking’, waarin het niet met iedereen goed afloopt.

"Het was heerlijk om lichte irritaties te overdrijven en van me af te schrijven, ik merkte dat ik er zelf milder van werd.” (Foto: Roos van Tongeren)

Hoe kwam u op het idee om een thriller te schrijven over het campingleven?

“Ik wilde al jaren iets anders schrijven dan serieuze wetenschappelijke artikelen, waarin je altijd netjes moet verwijzen naar bronnen. In 2013 was ik op vakantie in Frankrijk en ’s avonds verveelde ik me. Ik ben namelijk gewend om tot in de nacht te werken. Zo begon ik aan de plot van wat nu Campingsmoking heet. Het is fascinerend hoe je je op vakantie kunt ergeren aan je medereizigers maar ook positief door ze verrast kunt worden. Ik merkte dat een camping een makkelijke plek is voor dood en verderf. Er is wat sociale controle, maar een vreemdeling zal niet snel opvallen. In een tentje ben je heel kwetsbaar: er kan zo iemand over je heen rijden met een truck. Eigenlijk moet je enorm op je hoede zijn, terwijl je net een jaar stress hebt gehad en daar komt voor je rust.”


Fragment:

In de caravan zit het wezen van de Nederlandse volksaard. (…) We richten hem in als onze doorzonwoning, inclusief boodschappen van de nabijgelegen, vertrouwde en veilige supermarkt. En zittend voor ons reispaleis drinken we dan onze eigen filterkoffie. Goede uitvinding, die caravan. Voor de normale Nederlanders dan, hè; zelf heb ik er een grafhekel aan.


In het boek geeft u ontzettend af op mensen in caravans en campers. Hoe gaat u zelf op vakantie?

“Zelf heb ik een kampeerbusje waarmee we van camping naar camping trekken. Met drie meiden moet er wel wat te beleven zijn in de buurt, dus zoeken we een plek met ontspanning, winkels en cultureel-historische activiteiten. Het is on-Nederlands om, zoals wij doen, maar een paar dagen op dezelfde plek te staan: de meeste gezinnen gaan zitten en komen twee weken de camping niet meer af.”


Dobbelsteen%20op%20vakantie%202%20(foto%20AvdD).JPG


Van den Dobbelsteen gaat zelf met een kampeerbusje op vakantie. (Foto: Andy van den Dobbelsteen) 


De hoofdpersoon vindt de andere campingbewoners verschrikkelijk en vermoordt ze een voor een. Houdt u een beetje van kamperen? 

“Ik heb een haat-liefdeverhouding met kamperen. Heerlijk om in de buitenlucht te slapen, en voor jonge kinderen is het geweldig, maar het is ook een crime: je deelt een vies toiletgebouw met mensen die je helemaal niet kent of wilt kennen. Ik heb moeite met buitenlandse campings vol Nederlanders, Hollandse enclaves. Ik ben niet de hoofdpersoon die iedereen zou uitmoorden, maar er zitten wel zaadjes van herkenning. Het was heerlijk om lichte irritaties te overdrijven en van me af te schrijven, ik merkte dat ik er zelf milder van werd.”


Fragment:

Schichtig kijkt hij naar zijn buren als hij een toiletrol uit de reistas naast de wagen trekt. Hij klemt hem onder zijn arm en loopt zo nonchalant mogelijk naar het witgepleisterde gebouw met het zwevende dak. Een vrouw in roze badstof en zilveren slippers verlaat zojuist het damesdeel links van de ingang. Ze groet Jan, die verschrikt iets onverstaanbaars terugmompelt. Beschaamd wurmt hij zich de herenruimte in.


Naast de welbekende campingperikelen zoals de schaamte van een wc-rol tot de vers afgebakken broodjes-service (terwijl de plaatselijke bakker lekkerder brood heeft), zijn ook de karakters heel herkenbaar. U beschrijft ze alsof ze zo voor je neus kunnen staan. Baseerde u ze op mensen uit uw leven?

“De karakters zijn gebaseerd op combinaties van campinggasten die ik heb ontmoet, en die heb ik wat uitvergroot. Een studentenstelletje zie je altijd wel rondtrekken met een tentje in de auto van de ouders. De christelijke bouwvakker is gebaseerd op Zuid-Afrikanen die ik heb ontmoet. Sommigen zitten onder de tattoo’s, van die forse stoere motormannen die vloeken met fake-woorden als ‘oh my gosh’ omdat ze eigenlijk heel christelijk zijn. Dat vond ik een interessante combinatie. De campingbaas is de enige echt bestaande persoon. Zijn naam heb ik verdraaid.”


Fragment:

In het aftandse betonnen hok naast de ingang, in een door airconditioning gekoelde ruimte waar amper een varken kan staan, vinden ze de naamgever van de camping. Lui onderuitgezakt achter zijn directeursbureau doet hij met zijn bolle buik, plakhaar en Polaroid-bril denken aan Bob de Rooij, maar ‘Hallo Boppers’ is een te frivole uitroep voor deze barse man met zijn communistisch aandoend omroepsysteem.


Dit is uw debuut en u hebt het boek in eigen beheer uitgegeven. Waarom niet bij een uitgeverij?

“Nadat ik mijn boek opstuurde naar een aantal uitgeverijen, belde Ambo|Anthos me, zij wilden het wel uitgeven. Ik bleek de eerste in tien jaar te zijn die als nieuweling zo’n kans kreeg. Helaas veranderde de directiesamenstelling en wilde de nieuwe uitgever er niet mee verder. De schrijverswereld is hard… Daarna twijfelde ik lang wat ik zou doen. Op mijn werk kreeg ik het heel druk en toen heb ik het boek maar gelaten voor wat het was. Uiteindelijk overtuigden de proeflezers me dat ik het toch moest uitgeven.” 

“Campingsmoking heb ik in eigen beheer uitgegeven via een online platform, Pumbo. Om het te verkopen moet ik nu zelf promotie maken via social media, want ik heb niet de PR-machine van een uitgever achter me. Veel beginnende schrijvers gaan zelf langs bij boekhandels, maar daar heb ik niet de tijd voor. Ik ben daarom erg blij dat in Delft boekhandels De Omslag en Waltman het in hun winkel hebben liggen.” 


U bent afdelingsvoorzitter, u was een paar weken waarnemend decaan en u bent hoogleraar Climate Design & Sustainability. Waar haalde u de tijd vandaan om een boek te schrijven?

“De basis is dat ik ontzettend veel plezier in het schrijven heb. Een verhaal dat steeds meer vorm krijgt, dat is fantastisch! Soms vloeien de zinnen uit je pen en soms is het puzzelen tot de juiste formulering. Dat is leuk. Elke vakantie of lang weekend schreef ik aan het boek. Uiteindelijk kostte dit mij tweeënhalf jaar. Ook van collega’s kreeg ik tips. Dap Hartmann (voormalig Deltacolumnist, red.) heeft me op het laatst nog geholpen, hij was erg enthousiast en had goede tips. We zijn het erover eens dat medewerkers vaker dit soort nevenactiviteiten moeten doen, want TU’ers hebben zoveel meer kwaliteiten dan ze op hun werk laten zien.”


Wat gaat u de komende tijd doen?

“Ik ben een paar weken waarnemend decaan geweest, maar heb na vijf jaar afdelingsvoorzitterschap geen ambitie om meer management te doen. Ik ben een hoogleraar die zich bezighoudt met duurzaamheid. De laatste tijd had ik daar weinig tijd voor. Ik wil nu meer inhoudelijk bezig zijn, bijvoorbeeld met de energietransitie van steden.”


En met het schrijven van een nieuw boek?

“Dat gaat er zeker komen! Ik ben al begonnen aan een tweede en een derde boek, weer thrillers. Eentje gaat over hoe een gezin de beschaving ontvlucht als de wereld uit de hand loopt, klimatologisch gezien. De ander gaat over de academische wereld, over een professor die zich misdraagt. Aan de TU Delft, ja. Maar daarin worden niet mijn collega’s vermoord hoor, hahaha!”

Waar te koop?

Het boek Campingsmoking is te verkrijgen op bol.com, boekenbestellen.nl en ligt in de boekhandels De Omslag en Waltman. “Maar bestel het vooral bij je eigen boekhandel”, aldus Van den Dobbelsteen. “Want dan leren ze het boek kennen. Dat is meteen wat extra reclame.” 

Roos van Tongeren / Redacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.