Opinie

Misschien is het einde van de wereld wel hartstikke leuk

Horrorverhalen over megatsunami’s, reuzenmeteorieten, gammaflitsen en zwarte gaten die zonder vooroordelen of verborgen agenda’s het leven op aarde uitwissen, pletten of uiteenrijten.

De Engelse vertaling van het boek ‘Exit Mundi’ van Maarten Keulemans kon weleens een internationale bestseller worden. Als de werkelijkheid ondertussen niet per ongeluk wordt opgeheven.

Wie in de jaren tachtig van de vorige eeuw kind was, wende al op jonge leeftijd aan het idee van het onafwendbare einde van de wereld. Dat de aarde het jaar 2000 zou halen, leek in die jaren van algemene somberheid en grootschalige anti-kernwapendemonstraties hoogst onzeker. Als er in Moskou of Washington per ongeluk iemand op de verkeerde knop zou drukken, waren we er allemaal geweest. Je had geen Jeugdjournaal nodig om dat te snappen, de popgroepjes die bij Nederland Muziekland optraden zongen er zelfs over. Niet naar de flits kijken, was het advies voor die situatie, verder moest je maar zien. Hoe griezelig en verdrietig het ook leek, je was stiekem wel benieuwd naar het Nederland van na de bom. Je kerstrapport leek ook ineens een stuk minder belangrijk.

Meer mensen hebben er last van. We zwelgen in het einde der tijden, stelt Maarten Keulemans in ‘Exit Mundi’, een boek waarin hij ‘de 50 beste scenario’s’ van het einde van de wereld heeft verzameld. Kijk maar naar het succes van films als ‘I am Legend’ en de documentaire ‘An inconvenient truth’. De mens kan niet anders dan piekeren over het einde, hij ziet dagelijks aan de natuur dat alles wat geboren wordt ook moet sterven. Bovendien geven apocalyptische verhalen hoop, volgens Keulemans, die als wetenschapsjournalist voor de Volkskrant en Natuur & Techniek werkt. De natuur zou zich na zo’n ramp weer herstellen van de korte maar hinderlijke aanwezigheid van de mens en dat is toch ook een mooi idee.

Voor wie zich goed wil voorbereiden op de meest voorkomende apocalypsen, geeft Keulemans bij elk scenario informatie over effect (‘massale’), kans (‘tja’), tijdstip (‘over 11 miljoen jaar’) en mogelijkheid van overleven (‘goed te doen’). In de meeste gevallen die in ‘Exit Mundi’ worden behandeld kunnen we toch weinig tegen het onheil beginnen. Huiver dan maar fijn bij de horrorverhalen over megatsunami’s, reuzenmeteorieten, gammaflitsen en zwarte gaten die zonder vooroordelen of verborgen agenda’s het leven op aarde uitwissen, pletten of uiteenrijten.

‘Wie weet is het hartstikke leuk’, schrijft Keulemans over een van de surrealistischer eindes van de wereld: de technologische singulariteit. ‘Tamelijk zweverig’, noemt hij het scenario naar een idee uit de computerfilosofie waarin de mens post-humaan wordt en de wereld in een technologische draaikolk verdwijnt. ‘En het meest bizarre is nog wel dat niemand je kan vertellen hoe het zal zijn.’ Apocalypsen zijn goed voor je. ‘Zie het maar zo: we hoeven dan in elk geval niet meer in te zitten over kleine ergernisjes als ziekte of dood.’

Want we tobben volgens Maarten Keulemans te veel. ‘Het apocalyptisch aanbod is enorm, en elke cultuur kiest daaruit de eindtijd die het best bij hem past.’ In de optimistische jaren negentig stonden de apocalypsen in het teken van de technische vooruitgang. In het tijdperk van overbevolking en vervuiling mijmeren we over hoe de natuur zal terugslaan. De gevaren worden door zowel rare goeroes als vooraanstaande geleerden vaak schromelijk overdreven. ‘Ze stoken het vuurtje onder het einde der tijden op, in de hoop op veel volgelingen, hoge verkoop- en kijkcijfers of meer onderzoeksgeld.’ Je neemt het aan van de schrijver, die je direct inpakt met zijn relativerende zwarte humor en bedwelmt met een hoge informatiedichtheid.

In ‘Exit Mundi’ werkt Keulemans de scenario’s af die hij eerder plaatste op de gelijknamige Engelstalige website die sinds 2001 bijhoudt. Keulemans somt niet zomaar op, uit de passages waarin hij de wereldrampen vanuit het perspectief van een menselijke toeschouwer of overlevende beschrijft, laat Keulemans zien dat hij een groot verteller is, de Midas Dekkers van de meteorietenregens. ‘Geleidelijk, heel geleidelijk wordt het rustiger op straat (…) Minutenlang kun je de zeebodem zien, tot honderden meters uit de kust (…) de mensheid is tegenwoordig een verwilderde soort (….) overal verrijzen geweldige paddestoelwolken, als zwartgrijze grafmonumenten.’

De Engelse vertaling van het boek kon weleens een internationale bestseller worden. Als de werkelijkheid ondertussen niet per ongeluk wordt opgeheven.

@01 infoblokje:Maarten Keulemans, ‘Exit Mundi: de 50 beste scenario’s’, Bruna, 270 pag.

Wie in de jaren tachtig van de vorige eeuw kind was, wende al op jonge leeftijd aan het idee van het onafwendbare einde van de wereld. Dat de aarde het jaar 2000 zou halen, leek in die jaren van algemene somberheid en grootschalige anti-kernwapendemonstraties hoogst onzeker. Als er in Moskou of Washington per ongeluk iemand op de verkeerde knop zou drukken, waren we er allemaal geweest. Je had geen Jeugdjournaal nodig om dat te snappen, de popgroepjes die bij Nederland Muziekland optraden zongen er zelfs over. Niet naar de flits kijken, was het advies voor die situatie, verder moest je maar zien. Hoe griezelig en verdrietig het ook leek, je was stiekem wel benieuwd naar het Nederland van na de bom. Je kerstrapport leek ook ineens een stuk minder belangrijk.

Meer mensen hebben er last van. We zwelgen in het einde der tijden, stelt Maarten Keulemans in ‘Exit Mundi’, een boek waarin hij ‘de 50 beste scenario’s’ van het einde van de wereld heeft verzameld. Kijk maar naar het succes van films als ‘I am Legend’ en de documentaire ‘An inconvenient truth’. De mens kan niet anders dan piekeren over het einde, hij ziet dagelijks aan de natuur dat alles wat geboren wordt ook moet sterven. Bovendien geven apocalyptische verhalen hoop, volgens Keulemans, die als wetenschapsjournalist voor de Volkskrant en Natuur & Techniek werkt. De natuur zou zich na zo’n ramp weer herstellen van de korte maar hinderlijke aanwezigheid van de mens en dat is toch ook een mooi idee.

Voor wie zich goed wil voorbereiden op de meest voorkomende apocalypsen, geeft Keulemans bij elk scenario informatie over effect (‘massale’), kans (‘tja’), tijdstip (‘over 11 miljoen jaar’) en mogelijkheid van overleven (‘goed te doen’). In de meeste gevallen die in ‘Exit Mundi’ worden behandeld kunnen we toch weinig tegen het onheil beginnen. Huiver dan maar fijn bij de horrorverhalen over megatsunami’s, reuzenmeteorieten, gammaflitsen en zwarte gaten die zonder vooroordelen of verborgen agenda’s het leven op aarde uitwissen, pletten of uiteenrijten.

‘Wie weet is het hartstikke leuk’, schrijft Keulemans over een van de surrealistischer eindes van de wereld: de technologische singulariteit. ‘Tamelijk zweverig’, noemt hij het scenario naar een idee uit de computerfilosofie waarin de mens post-humaan wordt en de wereld in een technologische draaikolk verdwijnt. ‘En het meest bizarre is nog wel dat niemand je kan vertellen hoe het zal zijn.’ Apocalypsen zijn goed voor je. ‘Zie het maar zo: we hoeven dan in elk geval niet meer in te zitten over kleine ergernisjes als ziekte of dood.’

Want we tobben volgens Maarten Keulemans te veel. ‘Het apocalyptisch aanbod is enorm, en elke cultuur kiest daaruit de eindtijd die het best bij hem past.’ In de optimistische jaren negentig stonden de apocalypsen in het teken van de technische vooruitgang. In het tijdperk van overbevolking en vervuiling mijmeren we over hoe de natuur zal terugslaan. De gevaren worden door zowel rare goeroes als vooraanstaande geleerden vaak schromelijk overdreven. ‘Ze stoken het vuurtje onder het einde der tijden op, in de hoop op veel volgelingen, hoge verkoop- en kijkcijfers of meer onderzoeksgeld.’ Je neemt het aan van de schrijver, die je direct inpakt met zijn relativerende zwarte humor en bedwelmt met een hoge informatiedichtheid.

In ‘Exit Mundi’ werkt Keulemans de scenario’s af die hij eerder plaatste op de gelijknamige Engelstalige website die sinds 2001 bijhoudt. Keulemans somt niet zomaar op, uit de passages waarin hij de wereldrampen vanuit het perspectief van een menselijke toeschouwer of overlevende beschrijft, laat Keulemans zien dat hij een groot verteller is, de Midas Dekkers van de meteorietenregens. ‘Geleidelijk, heel geleidelijk wordt het rustiger op straat (…) Minutenlang kun je de zeebodem zien, tot honderden meters uit de kust (…) de mensheid is tegenwoordig een verwilderde soort (….) overal verrijzen geweldige paddestoelwolken, als zwartgrijze grafmonumenten.’

De Engelse vertaling van het boek kon weleens een internationale bestseller worden. Als de werkelijkheid ondertussen niet per ongeluk wordt opgeheven.

@01 infoblokje:Maarten Keulemans, ‘Exit Mundi: de 50 beste scenario’s’, Bruna, 270 pag.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.