Onderwijs

Minstens vier numeri fixi in 2017

De TU wil voor collegejaar 2017-2018 numeri fixi aanvragen voor nanobiologie, klinische technologie, industrieel ontwerpen en luchtvaart- en ruimtevaarttechnologie. De studentenraad oppert er ook een voor de master werktuigbouwkunde.

Het college van bestuur wil voor volgend jaar:

  • een fixus van 100 instellen voor nanobiologie, omdat het aantal aanmeldingen nu al groeit en de opleiding in 2017 wordt opengesteld voor internationale studenten
  • de fixus van klinische technologie ondanks dalende aanmeldingen op 100 houden, omdat studenten geneeskunde zich straks voor twee fixusopleidingen mogen aanmelden
  • de fixus van industrieel ontwerpen op 330 laten staan vanwege een beperkte capaciteit
  • de fixus van luchtvaart- en ruimtevaarttechnologie verlagen van 480 naar 440, omdat de plaatsingsprocedure bij selectie straks wordt versneld. Tot nu toe begonnen loting en plaatsing pas na bekend worden van de eindexamencijfers, wat er in de praktijk voor zorgde dat er minder dan 480 studenten begonnen.

De studentenraad (sr) kan zich in de eerste twee vinden maar plaatst vraagtekens bij die voor industrieel ontwerpen, omdat daar al een paar jaar minder dan 330 studenten beginnen. Ook vraagt de raad zich af waarom de fixus van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek wordt verlaagd. Liever ziet de sr daar een getrapte verhoging naar 450 en 500, om zoveel mogelijk studenten te kunnen laten studeren. Dat bleek donderdag 16 juni tijdens een overlegvergadering met het college van bestuur.

Collegelid Anka Mulder wil echter niet dat industrieel ontwerpen te veel groeit. “Het lastige van een numerus fixus is dat je je wettelijk mag baseren op capaciteit en niet op de arbeidsmarkt. Maar als ik eerlijk ben, neem ik die wel mee. In Nederland is een enorme behoefte aan ingenieurs werktuigbouwkunde en civiele techniek. Die hebben snel een baan. Bij industrieel ontwerpen is dat anders.”

Wat betreft capaciteit doet de faculteit Industrieel Ontwerpen het nu goed, aldus Mulder. “Er is voldoende aandacht voor onderwijs, er wordt veel gebruik gemaakt van het gebouw en veel meer studenten kunnen er niet in. De faculteit pakt haar maatschappelijke taak goed op.”

Bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek is nu al veel instroom en passen volgens Mulder 400 tot 450 studenten goed bij de faculteit en het aantal docenten. Bovendien, zei ze, is het aantal wetenschappelijk medewerkers ten opzichte van het aantal studenten laag en heeft het jaren geduurd om personeel te vinden. De ideale ratio verschilt volgens Mulder per opleiding.

Hoewel de sr numeri fixi in principe onwenselijk vindt, stelde hij er een voor bij de master werktuigbouwkunde. Volgens prognoses groeit het aantal masterstudenten daar van 140 in 2010 naar 800 straks. Volgens de facultaire studentenraad is er een student-stafratio van veertig. Mulder gaat echter uit van dertig als tijdelijke docenten worden meegeteld.

Ook is er volgens haar al meer personeel aangetrokken en is ze in gesprek met de technische universiteiten van Twente en Eindhoven. Die laatste kon volgens haar nog wel wat studenten gebruiken. Omdat werktuigbouw ‘waanzinnig populair is en de arbeidsmarkt schreeuwt om ingenieurs’ vond Mulder dat er nog maar eens diep moest worden nagedacht over een masterfixus.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.