Onderwijs

Miljoenen voor vrouwelijk talent

De TU Delft wil miljoenen euro’s uittrekken voor de tijdelijke aanstelling van twintig vrouwelijke wetenschappers. Die vrouwen krijgen een Delft Fellowship, een tenure track voor getalenteerde vrouwelijke wetenschappers.

In 2012 moeten tien kandidaten worden aangesteld, in 2014 nog eens tien. Hun tracks lopen daarna hooguit vijf jaar en moeten uitmonden in een reguliere aanstelling. 

Kandidaten moeten ambitieus en creatief zijn en werken in onderzoeksgebieden die op de TU terug te vinden zijn. Ook moeten ze onder meer gepubliceerd hebben in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften. Nederlandse kandidaten moeten minstens twee jaar in het buitenland hebben gewerkt.

Nadat kandidaten goed zijn bevonden door de betreffende faculteit, beoordeelt ook een selectiecommissie van professoren hen. Afhankelijk van hun ervaring krijgen geselecteerde wetenschappers een aanstelling als universitair docent (ud), universitair hoofddocent (uhd) of professor. Allemaal krijgen ze naast hun salaris een toelage om hun onderzoek te kunnen opzetten; respectievelijk 100 duizend euro, 200 duizend euro en 300 duizend euro.

De universiteit wil zich ervan verzekeren dat de tenure tracks als prestigieus te boek komen te staan. Daarom wordt onder meer voorgesteld dat de vrouwen deelnemen in overkoepelende projecten als de Delft Research Initiatives.

Verder wordt er over gedacht een aantal hoogleraren aan te stellen als ambassadeur van het fellowship. Dat moet een mislukking als aan de TU Eindhoven voorkomen. Daar strandde een soortgelijk programma, doordat wetenschappers niet betrokken waren. Het werd vrouwen zelfs afgeraden te solliciteren.

Het Delft Fellowship kost de universiteit minimaal 10,5 miljoen euro en maximaal 14 miljoen euro. Het college van bestuur (cvb) neemt tweederde van de kosten voor zijn rekening. De rest is voor de faculteiten waar de wetenschappers gaan werken.

De TU hecht veel waarde aan deze tenure tracks, omdat ze onderdeel zijn van beleid dat moet zorgen voor meer ‘genderdiversiteit’. Was in 2010 9 procent van de hoogleraren vrouw, in 2014 moet dat 12 procent zijn. De percentages ud’s en uhd’s moeten in dezelfde periode stijgen van 23 naar 35 en van 8 naar 20. 

Het cvb bespreekt het plan voor het fellowship op 7 juli met de ondernemingsraad.

‘Zware studie, leuke tijd’
“Het is zo moeilijk om een huisje te vinden. En het zou het voor mij zo veel makkelijker maken. Qua tijd vooral. Nu reis ik elke dag heen en weer vanuit Bergen in Noord-Holland.” Het gezicht van Roman de Weijer, eerstejaars werktuigbouwkunde, betrekt even. Op de huisvesting na heeft hij het erg naar zijn zin op 3mE en de TU.
“Vooraf dacht ik: het wordt een zware studie en ik krijg een leuke studententijd.” In de Owee legde hij voor dat laatste een stevig fundament. “Die was hartstikke leuk. Ik heb met veel mensen kennisgemaakt en vrienden gemaakt in mijn groepje van werktuigbouw. Het was ook nuttig. Veel informatie gekregen over verenigingen en Sport en Cultuur. Ik ga denk ik een campuskaart kopen en een fitnesskaart. En ik denk dat ik lid word van Plankenkoorts. Die doen surfen en zo.”
De studie is ‘nu nog makkelijk’. De Weijer formuleert voorzichtig. “Het is wel spannend, want we hebben nog niet veel gedaan. Van alle vakken heb ik pas één keer college gehad. Maar ik heb ook al even in mijn boeken gekeken en ik denk dat het snel moeilijker zal worden.” Hoogtepunt was daardoor tot nu toe de gezelligheid in zijn groepje en het tussen de colleges rondhangen met zijn vrienden.
Als het met die kamer goed komt, dan krijgen ze De Weijer waarschijnlijk niet snel weg. “Ik denk dat ik dit een leuke studie ga vinden en de stad bevalt me zeker. Leuk en niet te groot.”
 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.