Onderwijs

Mijnbouw tevreden over zichzelf

Mijnbouwkunde en Petroleumwinning legt de laatste hand aan de zelfstudie die voorafgaat aan de komende visitatie. Kwaliteit en omvang van het onderzoek hebben zich de laatste vijf jaar goed ontwikkeld, vindt de faculteit.

br />
Hoewel het rapport pas op 10 december bij de drukker ligt, zijn de belangrijkste conclusies bekend. ,,Het onderzoek heeft, zeker gezien de grootte van de faculteit, een hoge vlucht genomen”, zegt dr. K. Maas, hoofd Onderwijs en onderzoek van het faculteitsbureau. ,,De onderzoeksinspanning van wetenschappelijk personeel is sinds de laatste visitatie, in 1989, gegroeid van 28 naar vijftig fte, en dat op een faculteit met pakweg 130 mensen. De onderzoeksomzet bedraagt tien miljoen gulden, op een totaal van achttien miljoen. Daarvan is 5,5 miljoen contractonderzoek.”

Over het niveau is Mijnbouw evenmin ontevreden. Maas: ,,Naar ons eigen inzicht doen we het zeker niet slecht. Kijk maar naar onze inbreng in de onderzoeksschool Technische Geowetenschappen, naar de internationale contacten en naar onze rol van nationale voortrekker in de secundaire verwerking van grondstoffen.”

Het verslag van de zelfstudie gaat volgende week eerst naar het college van bestuur en moet voor 1 januari 1996 bij de VSNU zijn. De externe visitatiecommissie, die een internationale samenstelling krijgt en naast MP ook geologiefaculteiten moet beoordelen, bezoekt Mijnbouw in de loop van 1996. Maas: ,,Wij verwachten wel wat constructieve kritiek, maar rekenen op een positief oordeel.” Tussen de onderzoeksprogramma’s bestaan wel wat verschillen, maar het eigen oordeel varieert van ‘ruim voldoende’ tot ‘goed’, aldus Maas. (G.J.t.D.)

Ger-Jan te Dorsthorst

Mijnbouwkunde en Petroleumwinning legt de laatste hand aan de zelfstudie die voorafgaat aan de komende visitatie. Kwaliteit en omvang van het onderzoek hebben zich de laatste vijf jaar goed ontwikkeld, vindt de faculteit.

Hoewel het rapport pas op 10 december bij de drukker ligt, zijn de belangrijkste conclusies bekend. ,,Het onderzoek heeft, zeker gezien de grootte van de faculteit, een hoge vlucht genomen”, zegt dr. K. Maas, hoofd Onderwijs en onderzoek van het faculteitsbureau. ,,De onderzoeksinspanning van wetenschappelijk personeel is sinds de laatste visitatie, in 1989, gegroeid van 28 naar vijftig fte, en dat op een faculteit met pakweg 130 mensen. De onderzoeksomzet bedraagt tien miljoen gulden, op een totaal van achttien miljoen. Daarvan is 5,5 miljoen contractonderzoek.”

Over het niveau is Mijnbouw evenmin ontevreden. Maas: ,,Naar ons eigen inzicht doen we het zeker niet slecht. Kijk maar naar onze inbreng in de onderzoeksschool Technische Geowetenschappen, naar de internationale contacten en naar onze rol van nationale voortrekker in de secundaire verwerking van grondstoffen.”

Het verslag van de zelfstudie gaat volgende week eerst naar het college van bestuur en moet voor 1 januari 1996 bij de VSNU zijn. De externe visitatiecommissie, die een internationale samenstelling krijgt en naast MP ook geologiefaculteiten moet beoordelen, bezoekt Mijnbouw in de loop van 1996. Maas: ,,Wij verwachten wel wat constructieve kritiek, maar rekenen op een positief oordeel.” Tussen de onderzoeksprogramma’s bestaan wel wat verschillen, maar het eigen oordeel varieert van ‘ruim voldoende’ tot ‘goed’, aldus Maas. (G.J.t.D.)

Ger-Jan te Dorsthorst

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.