Opinie

Mijn handen en ik

Lonkend schittert de karamelkleurige vloeistof in het late zonlicht. De lente bruist daar binnen, meer dan in mijn stoffige kamer. Eén klein slokje is voldoende voor een stroom vlinders door mijn keel die vervolgens mijn mossige en zure ondervloer besprenkelen tot een wilde bloementuin met de prachtigste kleuren.

Ik zal in lichte extase raken. Voor korte tijd zal niks onmogelijk lijken en elk dood voorwerp inspiratie oproepen.


Zeker. Ik bedwing mezelf. 


Tegenwoordig heerst het idee bij veel neurowetenschappers dat al ons gedrag gebaseerd is op ons erfelijk materiaal, input van de omgeving en ervaringen uit het verleden, en dat de vrije wil dus niet bestaat. Al onze beslissingen komen tot stand door een competitie tussen neuronetwerken, waarbij het ‘sterkste’ netwerk de doorslaggevende is. Hoe vaker een specifiek netwerk van neuronen wordt geactiveerd, hoe sterker dat netwerk wordt. 


Ideaal om gitaar te leren spelen en te studeren: herhalen is de sleutel. Maar funest voor slechte gewoontes die, eenmaal ingebakken, pas met veel moeite gecorrigeerd kunnen worden. Schuilt in het veranderend vermogen niet een vrije wil? Ben ik niet diegene die probeert te stoppen met roken? Ik ben toch zelfs in staat goede gewoontes af te leren als ik dat zou willen?


Het vermogen jezelf te ontwikkelen en aan te passen aan de snel veranderende tijdgeest ligt in het verlengde van dit corrigerend vermogen. Bedenk dat in een tijd waar alle feiten binnen seconden op het scherm te toveren zijn, het niet meer draait om parate feitenkennis maar om creativiteit en het vermogen om uit voorgeprogrammeerde structuren te stappen. Snelle aanpassing van kennis en ook zelfbeheersing zijn tekens van de nieuwe intelligentie. Laat je wil vrij!


Verder dagdromend blazen mijn longen de stof van het glas, draait mijn hand de dop van de fles en schenkt, terwijl mijn neus de eerste graspollen binnen snuift, het glas vol. ‘Wie liet ook alweer zien dat een beloning beter is dan een straf?’ vraagt het brein zich af terwijl de eerste lentevlinders de tong kietelen.

‘Behoud de basisbeurs!’, staat op twee van de twaalf Fiatjes 500 waarmee het CDA dit voorjaar verkiezingscampagne voert. Voor de leus: ‘Verhoog het collegegeld voor trage studenten’ was wellicht geen ruimte meer op de autootjes. Hoe dan ook, demissionair staatssecretaris Marja van Bijsterveldt, vijfde op de kieslijst, verdedigt dit CDA-alternatief met verve.

Wat is het voorstel? “Studenten die in een normaal tempo studeren en die zelfs nog een jaar langer doen over een opleiding van officieel vier, vijf of zes jaar, blijven in onze plannen het volle pond krijgen: een basisbeurs, eventueel een aanvullende beurs, wettelijk collegegeld en een volledige ov-kaart, net als nu. Dat jaartje extra gunnen we studenten omdat we het belangrijk vinden dat ze vrijwilligerswerk kunnen doen en actief zijn in het studentenleven. Maar voor wie langer dan een jaar uitloopt, krijgt de universiteit of hogeschool bij ons geen bekostiging meer. Vandaar dat deze studenten het instellingscollegegeld moeten betalen. De hoogte daarvan schat het Centraal Planbureau op 5500 euro per jaar. Veel duurder zal het niet worden, denken we, want instellingen hebben er belang bij dat studenten niet overlopen naar de concurrent. Ze incasseren immers een diplomabonus voor elke student die ze afleveren. Verder vervalt het recht op een gratis ov-jaarkaart na de normale studieduur plus een jaar. Studenten kunnen wel net als nu blijven lenen om de kaart te behouden.”

Waarom is dit plan beter dan het afschaffen van de basisbeurs? “De belangrijkste reden is dat de deur van het hoger onderwijs – maar ook van het mbo – wagenwijd open moet blijven. We hebben elk talent hard nodig op een arbeidsmarkt die ontgroent en vergrijst. Nu al hebben afgestudeerden een gemiddelde studieschuld van 13.500 euro. Die verdubbelt als de basisbeurs wordt afgeschaft. De financiële crisis maakt de leenangst alleen maar groter. In ons plan kunnen studenten zelf voorkomen dat ze meer moeten lenen door de vaart erin te houden.”

In het hbo heeft nu maar de helft van de studenten na vijf jaar een diploma en in het wo zestig procent na zes jaar.En klagen ze steen en been dat ze te weinig worden uitgedaagd. Als de lat omhoog gaat en studenten straks beter weten waar de eindstreep ligt, gaan ze vanzelf beter presteren. Ook een experiment bij Fontys Hogescholen wijst in die richting. Bij een aantal opleidingen moeten studenten alle zestig propedeusepunten in één jaar halen en wat blijkt? Waar vroeger in twee jaar tijd vijftig procent rendement was, is nu in één jaar tachtig procent rendement. Die studenten komen een jaar eerder op de arbeidsmarkt en het geld dat dit oplevert kan weer elders in het hoger onderwijs worden ingezet.”

“Een ander argument om de basisbeurs niet af te schaffen is dat Nederland al een progressief belastingstelsel heeft. De meeste hoogopgeleiden horen bij de groep van dertig procent op de arbeidsmarkt die nu al zo’n negentig procent van de inkomstenbelasting opbrengt. Daarmee horen we bij de top drie van Europa. Als ze ook hun basisbeurs nog moeten terugbetalen en straks misschien ook de kinderbijslag en allerlei andere zaken inkomensafhankelijk worden, gaan we het succes wel erg zwaar belasten.”

Moeten instellingen studiekiezers aan de poort kunnen weigeren? “Nee, wij zijn meer voor matching en dat moet al vroeg beginnen. Scholieren moeten al ruim tevoren lessen en colleges kunnen volgen zodat ze weten of een opleiding bij hen past. Daar hoeft geen extra geld bij, want er zit bijvoorbeeld nog behoorlijk wat overhead in het hoger onderwijs. Ook door andere prioriteiten te leggen kunnen de instellingen geld vrijspelen.”

Volgens het Centraal Planbureau investeert het CDA het minst in hoger onderwijs. De commissie-Veerman vroeg ten minste één miljard extra en het Innovatieplatform een veelvoud daarvan. “Maar ja, kijk even naar de PvdA, die buigt alles bij elkaar de helft om van wat wij de komende vier jaar doen. Elke baby die in Nederland wordt geboren heeft nu al een aandeel in de staatsschuld van 160 duizend euro. Dat willen wij dus niet. Het Nederlandse onderwijs is goed, we zitten hoog in de internationale rankings. Maar inderdaad kan het op een aantal onderdelen beter en slimmer. We halen daarom weg wat onnodig bekostigd wordt door de overheid – dat is het verhaal van het hogere collegegeld voor trage studenten – en investeren een deel daarvan weer elders in het onderwijs.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.