Campus

Met een sigaar de collegezaal in

Naast de koffieautomaat bij de collegezalen in de aula hangt een groot niet-rokenbord. Om de hoek bij de trap staat een asbak en op de trap zitten twee studenten – met een sigaretje.

Eerstejaars natuurkundestudent Gijs de Lange: ,,Ik weet dat roken in openbare gebouwen verboden is, maar als ik een asbak zie staan en ik zie geen bord, dan vind ik dat ik wel een oogje dicht mag knijpen.” De Lange zou niet als eerste gaan roken als hij weet dat het verboden is. ,,Als ik het anderen zie doen, doe ik wel mee. Maar als iemand me vraagt mijn sigaret uit te doen, doe ik daar ook niet moeilijk over.”

Sinds 1 januari 1990 is ook de TU Delft verplicht ervoor te zorgen dat in voor het publiek toegankelijke of voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten een rookverbod wordt ingesteld. Uitzonderingen mogen gemaakt worden in kantines en wachtruimten, maar gangen en vergaderzalen dienen rookvrij te blijven.

In de praktijk is daar meestal weinig van te merken. En controle is er ook nauwelijks. De Lange is daar blij mee. ,,Ik vind het wel best zo. Anders zou ik straks naar buiten moeten om een sigaretje te roken.” Maar, geeft hij toe: ,,dat komt natuurlijk omdat ik zelf een roker ben.

Rector Wakker – zelf niet-roker – geeft het volmondig toe: ,,Ons rookbeleid strookt niet met de wet.” De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het rookbeleid ligt volgens hem echter bij de gebouwbeheerders. Die moeten zorgen voor de handhaving van het verbod.

C. Staakman, gebouwbeheerder bij Bouwkunde, heeft het rookbeleid hoog op zijn agenda staan. ,,We zijn er volop mee bezig en proberen het roken zo veel mogelijk te weren”, zegt hij. ,,Maar dat is nog niet zo makkelijk.” Ook bij de bouwkundestudenten is de rookgewoonte goed ingesleten. ,,In de pauzes lopen wij van de interne dienst rond om mensen erop te wijzen dat roken verboden is. Vaak zeggen ze dan ‘oh ja, vergeten’ en doen hun sigaret uit. Maar soms krijg je ook wel heftige discussies. Dan vinden ze dat ik me niet met hun zaken moet bemoeien.”

Zelf is Staakman ook roker en op zijn kamer mag hij graag een sigaretje opsteken. Maar op de gang geeft hij het goede voorbeeld. ,,Een van de problemen is dat de docenten zich ook niet aan het rookverbod houden. Sommigen lopen gewoon met een sigaar de collegezaal is.”

Ondertussen voert rector Wakker zijn privé-rookbeleid wel uit: ,,Ik heb begrepen dat mijn kamer officieel een openbare ruimte is, dus dat daar ook niet gerookt mag worden. Mijn methode om daarvoor te zorgen is geen asbakken neerzetten. Tot mijn grote genoegen is roken verboden en een glaasje cognac gelukkig niet.”

Sinds 1 januari 1990 is ook de TU Delft verplicht ervoor te zorgen dat in voor het publiek toegankelijke of voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten een rookverbod wordt ingesteld. Uitzonderingen mogen gemaakt worden in kantines en wachtruimten, maar gangen en vergaderzalen dienen rookvrij te blijven.

In de praktijk is daar meestal weinig van te merken. En controle is er ook nauwelijks. De Lange is daar blij mee. ,,Ik vind het wel best zo. Anders zou ik straks naar buiten moeten om een sigaretje te roken.” Maar, geeft hij toe: ,,dat komt natuurlijk omdat ik zelf een roker ben.

Rector Wakker – zelf niet-roker – geeft het volmondig toe: ,,Ons rookbeleid strookt niet met de wet.” De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het rookbeleid ligt volgens hem echter bij de gebouwbeheerders. Die moeten zorgen voor de handhaving van het verbod.

C. Staakman, gebouwbeheerder bij Bouwkunde, heeft het rookbeleid hoog op zijn agenda staan. ,,We zijn er volop mee bezig en proberen het roken zo veel mogelijk te weren”, zegt hij. ,,Maar dat is nog niet zo makkelijk.” Ook bij de bouwkundestudenten is de rookgewoonte goed ingesleten. ,,In de pauzes lopen wij van de interne dienst rond om mensen erop te wijzen dat roken verboden is. Vaak zeggen ze dan ‘oh ja, vergeten’ en doen hun sigaret uit. Maar soms krijg je ook wel heftige discussies. Dan vinden ze dat ik me niet met hun zaken moet bemoeien.”

Zelf is Staakman ook roker en op zijn kamer mag hij graag een sigaretje opsteken. Maar op de gang geeft hij het goede voorbeeld. ,,Een van de problemen is dat de docenten zich ook niet aan het rookverbod houden. Sommigen lopen gewoon met een sigaar de collegezaal is.”

Ondertussen voert rector Wakker zijn privé-rookbeleid wel uit: ,,Ik heb begrepen dat mijn kamer officieel een openbare ruimte is, dus dat daar ook niet gerookt mag worden. Mijn methode om daarvoor te zorgen is geen asbakken neerzetten. Tot mijn grote genoegen is roken verboden en een glaasje cognac gelukkig niet.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.