Campus

Menselijke invloeden klimaatverandering zijn verwaarloosbaar

Zoveel deskundigen, zoveel meningen over het broeikaseffect. Steeds weer loopt de discussie uit op een welles-nietes tussen doemdenkers die de zondvloed vrezen en optimisten die de klimaatverandering aan natuurlijke variatie toeschrijven.

Zien TU-kenners het broeikaseffect als een bedreiging? En zo ja, gaan we het tegenhouden?

Prof.ir. R.W.J Kouffeld, emeritus hoogleraar energievoorziening, OCP

,,Ik geloof in de raming dat de verbranding van fossiele brandstoffen drie procent bijdraagt aan de klimaatverandering. Dat noem ik verwaarloosbaar. De meeste koolstofdioxide in de atmosfeer is afkomstig van ontbossing, vulkanen en oceanen. Volgens mij worden de klimaatveranderingen grotendeels veroorzaakt door invloeden van buiten de aarde, zoals zonnevlekken. We hebben al eerder ijstijden en woestijnen gehad. Die klimaatveranderingen gebeuren zo langzaam dat de natuur zich daaraan aanpast.

Ik vind het niet nodig om de menselijke invloed op het klimaat terug te dringen, omdat die invloed maar zo klein is. Ik denk trouwens ook niet dat het mogelijk is om de CO2-emissies op de korte termijn te verminderen. Zowel het aantal mensen als het hoofdelijk energieverbruik op de wereld neemt toe. Hoe kunnen we de mensen in ontwikkelingslanden verbieden om ook een koelkast te willen?

Ik heb meer angst voor een energietekort dan voor te veel koolstofdioxide in de atmosfeer. Tussen nu en tien jaar verwacht ik een piek in de productie van fossiele brandstoffen. Daarna neemt het af. Het is fysiek onmogelijk om het energietekort dat dan ontstaat met duurzame energie op te vangen. Om te voorkomen dat we straks in een energiegat vallen, pleit ik ervoor om de optie van kernenergie open te houden.”

Ir. W.A. Timmer, universitair docent windenergie, CiTG

,,Die discussie over het broeikaseffect komt natuurlijk niet zomaar de wereld in. Er is naar mijn mening wel degelijk iets aan de hand. Dus moet je de problemen aanpakken: de uitstoot van koolstofdioxide onder andere.

Windenergie voorziet nu in 0,6 tot 1 procent van de electriciteitsbehoefte van Nederland. Dat kan op termijn meer worden, maar windturbines zullen nooit de volledige energiebehoefte dekken. Dat is een utopie. Ik denk dat je in je handen mag klappen als windenergie uiteindelijk tien tot vijftien procent van de energie levert.

Zonne-energie is op het moment nog te duur, maar is de afgelopen jaren wel in een stroomversnelling gekomen. Ik hoorde dat er ook weer een kernenergielobby op gang komt. Dat is een voorschot nemen op latere methodes om het radioactieve afval aan te pakken. Ik ben daar huiverig voor.”

Ir. P. Huisman, voorheen hoofd van de afdeling waterkeringen bij Rijkswaterstaat, universitair hoofddocent land- en waterbeheer,CiTG

,,Ik denk dat de mens verantwoordelijk is voor de huidige klimaatveranderingen. Als je ziet dat de temperatuur de afgelopen eeuw met een graad is gestegen en dat alle modellen dezelfde trend aangeven, moet je gewaarschuwd zijn.

De zeespiegelstijging als gevolg van de toenemende temperatuur is een bedreiging voor een heleboel laaggelegen landen die over minder knowhow beschikken dan wij. Maar ook in ons land zullen we de vinger aan de pols moeten houden.

Bij de aanleg van de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en de Nieuwe Waterweg hebben we rekening gehouden met een zeespiegelstijging van een halve meter. In de duinen hebben we zelfs ruimte gereserveerd voor het opvangen van een maximale zeespiegelstijging in twee eeuwen van tweemaal vijfentachtig centimeter.

De uitstoot van broeikasgassen moet teruggebracht worden, maar de wereldgemeenschap gaat zich pas realiseren wat er aan de hand is als een eilandstaat als de Maldiven in de zee verdwijnt. Eerder niet. Dat laat ook de geschiedenis van ons land zien. De generatie die een watersnoodramp heeft meegemaakt zegt: dat nooit meer.”

Dr.ir. C. van Daalen, universitair docente beleidsanalyse, TBM

,,Ik denk dat het broeikaseffect een door de mens veroorzaakt probleem is. Ik maak me er zorgen over. Onze sectie houdt zich niet inhoudelijk met het onderwerp bezig, maar probeert de interactie tussen de beleidsmakers en onderzoekers te verbeteren. In de aanloop naar de klimaatconferentie van Kyoto hebben we workshops georganiseerd waarbij onderzoekers ontdekten wat beleidsmakers van klimaatmodellen willen leren.

Inmiddels is er bij de beleidsmakers consensus dat er iets aan het broeikaseffect gedaan moet worden. De vraag is wanneer. Als je langer wacht kun je goedkoper maatregelen nemen, omdat je dan meer technische mogelijkheden hebt. Maar ben je dan nog op tijd?

Ik denk dat er bij de klimaatconferentie in Den Haag te veel verschillende gezichtpunten zijn om tot overeenstemming te komen. Er komen steeds meer van dit soort problemen waarbij je op bovenlandelijk niveau tot beslissingen moet komen. Wat je ziet is dat de urgentie plots groter wordt als het probleem echt meetbaar wordt, zoals bij zure regen en het gat in de ozonlaag. Er zullen dus eerst gebieden moeten overstromen, vrees ik.”

Zoveel deskundigen, zoveel meningen over het broeikaseffect. Steeds weer loopt de discussie uit op een welles-nietes tussen doemdenkers die de zondvloed vrezen en optimisten die de klimaatverandering aan natuurlijke variatie toeschrijven. Zien TU-kenners het broeikaseffect als een bedreiging? En zo ja, gaan we het tegenhouden?

Prof.ir. R.W.J Kouffeld, emeritus hoogleraar energievoorziening, OCP

,,Ik geloof in de raming dat de verbranding van fossiele brandstoffen drie procent bijdraagt aan de klimaatverandering. Dat noem ik verwaarloosbaar. De meeste koolstofdioxide in de atmosfeer is afkomstig van ontbossing, vulkanen en oceanen. Volgens mij worden de klimaatveranderingen grotendeels veroorzaakt door invloeden van buiten de aarde, zoals zonnevlekken. We hebben al eerder ijstijden en woestijnen gehad. Die klimaatveranderingen gebeuren zo langzaam dat de natuur zich daaraan aanpast.

Ik vind het niet nodig om de menselijke invloed op het klimaat terug te dringen, omdat die invloed maar zo klein is. Ik denk trouwens ook niet dat het mogelijk is om de CO2-emissies op de korte termijn te verminderen. Zowel het aantal mensen als het hoofdelijk energieverbruik op de wereld neemt toe. Hoe kunnen we de mensen in ontwikkelingslanden verbieden om ook een koelkast te willen?

Ik heb meer angst voor een energietekort dan voor te veel koolstofdioxide in de atmosfeer. Tussen nu en tien jaar verwacht ik een piek in de productie van fossiele brandstoffen. Daarna neemt het af. Het is fysiek onmogelijk om het energietekort dat dan ontstaat met duurzame energie op te vangen. Om te voorkomen dat we straks in een energiegat vallen, pleit ik ervoor om de optie van kernenergie open te houden.”

Ir. W.A. Timmer, universitair docent windenergie, CiTG

,,Die discussie over het broeikaseffect komt natuurlijk niet zomaar de wereld in. Er is naar mijn mening wel degelijk iets aan de hand. Dus moet je de problemen aanpakken: de uitstoot van koolstofdioxide onder andere.

Windenergie voorziet nu in 0,6 tot 1 procent van de electriciteitsbehoefte van Nederland. Dat kan op termijn meer worden, maar windturbines zullen nooit de volledige energiebehoefte dekken. Dat is een utopie. Ik denk dat je in je handen mag klappen als windenergie uiteindelijk tien tot vijftien procent van de energie levert.

Zonne-energie is op het moment nog te duur, maar is de afgelopen jaren wel in een stroomversnelling gekomen. Ik hoorde dat er ook weer een kernenergielobby op gang komt. Dat is een voorschot nemen op latere methodes om het radioactieve afval aan te pakken. Ik ben daar huiverig voor.”

Ir. P. Huisman, voorheen hoofd van de afdeling waterkeringen bij Rijkswaterstaat, universitair hoofddocent land- en waterbeheer,CiTG

,,Ik denk dat de mens verantwoordelijk is voor de huidige klimaatveranderingen. Als je ziet dat de temperatuur de afgelopen eeuw met een graad is gestegen en dat alle modellen dezelfde trend aangeven, moet je gewaarschuwd zijn.

De zeespiegelstijging als gevolg van de toenemende temperatuur is een bedreiging voor een heleboel laaggelegen landen die over minder knowhow beschikken dan wij. Maar ook in ons land zullen we de vinger aan de pols moeten houden.

Bij de aanleg van de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en de Nieuwe Waterweg hebben we rekening gehouden met een zeespiegelstijging van een halve meter. In de duinen hebben we zelfs ruimte gereserveerd voor het opvangen van een maximale zeespiegelstijging in twee eeuwen van tweemaal vijfentachtig centimeter.

De uitstoot van broeikasgassen moet teruggebracht worden, maar de wereldgemeenschap gaat zich pas realiseren wat er aan de hand is als een eilandstaat als de Maldiven in de zee verdwijnt. Eerder niet. Dat laat ook de geschiedenis van ons land zien. De generatie die een watersnoodramp heeft meegemaakt zegt: dat nooit meer.”

Dr.ir. C. van Daalen, universitair docente beleidsanalyse, TBM

,,Ik denk dat het broeikaseffect een door de mens veroorzaakt probleem is. Ik maak me er zorgen over. Onze sectie houdt zich niet inhoudelijk met het onderwerp bezig, maar probeert de interactie tussen de beleidsmakers en onderzoekers te verbeteren. In de aanloop naar de klimaatconferentie van Kyoto hebben we workshops georganiseerd waarbij onderzoekers ontdekten wat beleidsmakers van klimaatmodellen willen leren.

Inmiddels is er bij de beleidsmakers consensus dat er iets aan het broeikaseffect gedaan moet worden. De vraag is wanneer. Als je langer wacht kun je goedkoper maatregelen nemen, omdat je dan meer technische mogelijkheden hebt. Maar ben je dan nog op tijd?

Ik denk dat er bij de klimaatconferentie in Den Haag te veel verschillende gezichtpunten zijn om tot overeenstemming te komen. Er komen steeds meer van dit soort problemen waarbij je op bovenlandelijk niveau tot beslissingen moet komen. Wat je ziet is dat de urgentie plots groter wordt als het probleem echt meetbaar wordt, zoals bij zure regen en het gat in de ozonlaag. Er zullen dus eerst gebieden moeten overstromen, vrees ik.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.