Campus

Meer vrije keuze en meer interactie

Meer vrije keuze en meer interactie tussen de vakken, dat is wat de opleiding civiele techniek wil bereiken met de onderwijsvernieuwing die in september 2002 wordt ingevoerd.

/strong>

‘Vastberaden, maar soepel en met mate’ heet het plan van civiele techniek om het onderwijs te vernieuwen. Het bevat de hoofdlijnen voor een nieuwe indeling van de opleiding civiele techniek, inclusief bachelor/master, semesters en Engelstalig onderwijs. Ingangsdatum: 1 september 2002.

De bachelorsfase bestaat de eerste tweeëneenhalf jaar uit algemene vakken voor iedere civieler. Het laatste halfjaar kan de student zich verdiepen in de richtingen bouw, water of mobiliteit. Bovendien moeten studenten een profiel kiezen: specialist, ontwerper of integrator voor respectievelijk onderzoekswerk, ontwerpwerk en civiel ingenieurswerk met daarbij een bepaalde hoeveelheid management.

Daarmee verschilt het plan weinig van de huidige opleiding, behalve dat het in semesters gegoten moet worden – nu is dat vijf maal acht weken. Toch is er volgens onderwijsdirecteur prof.dr.ir. André Molenaar, een van de bedenkers van het plan, wel degelijk sprake van een ‘wezenlijke vernieuwing’. Zo verdwijnen de vakken inleiding civiele techniek, infrastructuurplanning, functioneel en constructief ontwerpen en wordt het tekenonderwijs verminderd. Algemene vakken die nu nog in het vierde jaar worden gegeven, zoals economie en ethiek, worden naar de bachelors gehaald.

Blind

De eerste kritieken op het in februari gepresenteerde plan zijn inmiddels losgebarsten. Vooral van hoogleraren en professoren die ‘hun’ vakken zien verdwijnen of moeten samenwerken, zoals prof.ir. Leo Wagemans. ,,Er wordt aanzienlijk minder ontworpen”, aldus de hoogleraar constructieleer. ,,De nadruk ligt in het plan veel te veel op het profiel van de specialist.” Een slechte ontwikkeling volgens de hoogleraar constructieleer, maar passend in het streven van het college van bestuur een top vijf-onderzoeksuniversiteit te worden. Wagemans is het niet zo eens met deze strategie. ,,We lopen blind achter De Voogd aan wat betreft de onderwijsvernieuwingen, terwijl we beter naar het bedrijfsleven kunnen luisteren. We zijn de enige opleiding civiele techniek in Nederland.”

Ook het moment voor onderwijsvernieuwing is volgens hem niet goed gekozen. De laatste wijziging, de invoering van het vijfjarig programma, dateert van 1995. Wagemans: ,,We weten nog niet wat de resultaten zijn van de laatste onderwijsvernieuwing. Bovendien hebben we nooit gevraagd wat onze afnemers ervan vonden. We hebben pas een paar studenten afgeleverd.”

Enkele vakken dienen volgens het rapport te fuseren. Zoals funderingstechnieken met grondmechanica, modelvorming met informatica en het ontwerponderwijs van Wagemans met projectonderwijs. Ook worden andere vakken groter om bijvoorbeeldmechanica-onderwijs met constructieonderwijs te combineren.

Toch is Wagemans ook positief over het plan. Vooral de invulling van de masterfase geeft de studenten volgens hem ‘veel meer vrijheid’. Studenten hebben in die fase voortaan voor tien punten vrije keuzeruimte en hun afstudeeronderzoek mag langer dan 26 weken duren, tot maximaal 42 punten. De ruimte die overblijft wordt gebruikt voor afstudeergebonden vakken.

Vergissing

De stage in het vierde jaar is niet meer verplicht, maar kan worden ingeruild tegen extra vakken of een minor afstudeerwerk. Een ‘krankzinnig’ idee volgens ir. Willem Dijk, hoofd van het stagebureau. ,,Zowel studenten als bedrijfsleven waarderen de stage heel erg. Studenten moeten feeling houden met de praktijk. Civiel zou de eerste zijn die dit afschaft.” Ir. Maurits Ertsen van projectonderwijs moet het nog zien. ,Als in de eindtermen van de masters komt staan dat we een professional moeten afleveren, dan hoort daar praktijkkennis bij.” Het niet meer verplicht stellen van het vierdejaarsproject beschouwt Ertsen als een vergissing die nog moet worden rechtgezet. Ook volgens Wagemans moet het vierdejaarsproject terug.

Ordners

Een nieuwe commissie werkt nu aan de invulling van het plan. Zij sporen de mensen bij de secties aan na te denken over hun eigen vakken en in overleg te treden met andere secties. Soms gaat dat vanzelf, zoals bij ir. Hans Welleman. Via informeel overleg probeert hij het onderwijs van de secties mechanica, contructieleer en materiaalkunde, maar ook beton, staal en hout te integreren. ,,Door te clusteren en minder overlappingen moeten studenten gaan denken ‘Ja, daar wil ik in verder”’, aldus de docent mechanica. Samen met een kleine groep collega’s bekijkt hij de mogelijkheden. Iets dat al vaker gedaan is, getuige de volle ordners op de tafel. Welleman: ,,Regelmatig is het onderwijs al geëvalueerd, maar een volgende stap is nooit gezet.” Dit keer heeft hij er het volste vertrouwen in dat het gaat lukken, ondanks dat ook mechanica wat punten inlevert. Toch is dat volgens hem nog niet zeker: ,,Als je met een goed plan komt en uitlegt dat je echt meer punten nodig hebt, dan moet er altijd wel uit te komen zijn.”

De precieze invulling van het plan moet 31 augustus klaar zijn. Hoe het vervolgens een jaar later wordt ingevoerd is nog niet bekend.

Meer vrije keuze en meer interactie tussen de vakken, dat is wat de opleiding civiele techniek wil bereiken met de onderwijsvernieuwing die in september 2002 wordt ingevoerd.

‘Vastberaden, maar soepel en met mate’ heet het plan van civiele techniek om het onderwijs te vernieuwen. Het bevat de hoofdlijnen voor een nieuwe indeling van de opleiding civiele techniek, inclusief bachelor/master, semesters en Engelstalig onderwijs. Ingangsdatum: 1 september 2002.

De bachelorsfase bestaat de eerste tweeëneenhalf jaar uit algemene vakken voor iedere civieler. Het laatste halfjaar kan de student zich verdiepen in de richtingen bouw, water of mobiliteit. Bovendien moeten studenten een profiel kiezen: specialist, ontwerper of integrator voor respectievelijk onderzoekswerk, ontwerpwerk en civiel ingenieurswerk met daarbij een bepaalde hoeveelheid management.

Daarmee verschilt het plan weinig van de huidige opleiding, behalve dat het in semesters gegoten moet worden – nu is dat vijf maal acht weken. Toch is er volgens onderwijsdirecteur prof.dr.ir. André Molenaar, een van de bedenkers van het plan, wel degelijk sprake van een ‘wezenlijke vernieuwing’. Zo verdwijnen de vakken inleiding civiele techniek, infrastructuurplanning, functioneel en constructief ontwerpen en wordt het tekenonderwijs verminderd. Algemene vakken die nu nog in het vierde jaar worden gegeven, zoals economie en ethiek, worden naar de bachelors gehaald.

Blind

De eerste kritieken op het in februari gepresenteerde plan zijn inmiddels losgebarsten. Vooral van hoogleraren en professoren die ‘hun’ vakken zien verdwijnen of moeten samenwerken, zoals prof.ir. Leo Wagemans. ,,Er wordt aanzienlijk minder ontworpen”, aldus de hoogleraar constructieleer. ,,De nadruk ligt in het plan veel te veel op het profiel van de specialist.” Een slechte ontwikkeling volgens de hoogleraar constructieleer, maar passend in het streven van het college van bestuur een top vijf-onderzoeksuniversiteit te worden. Wagemans is het niet zo eens met deze strategie. ,,We lopen blind achter De Voogd aan wat betreft de onderwijsvernieuwingen, terwijl we beter naar het bedrijfsleven kunnen luisteren. We zijn de enige opleiding civiele techniek in Nederland.”

Ook het moment voor onderwijsvernieuwing is volgens hem niet goed gekozen. De laatste wijziging, de invoering van het vijfjarig programma, dateert van 1995. Wagemans: ,,We weten nog niet wat de resultaten zijn van de laatste onderwijsvernieuwing. Bovendien hebben we nooit gevraagd wat onze afnemers ervan vonden. We hebben pas een paar studenten afgeleverd.”

Enkele vakken dienen volgens het rapport te fuseren. Zoals funderingstechnieken met grondmechanica, modelvorming met informatica en het ontwerponderwijs van Wagemans met projectonderwijs. Ook worden andere vakken groter om bijvoorbeeldmechanica-onderwijs met constructieonderwijs te combineren.

Toch is Wagemans ook positief over het plan. Vooral de invulling van de masterfase geeft de studenten volgens hem ‘veel meer vrijheid’. Studenten hebben in die fase voortaan voor tien punten vrije keuzeruimte en hun afstudeeronderzoek mag langer dan 26 weken duren, tot maximaal 42 punten. De ruimte die overblijft wordt gebruikt voor afstudeergebonden vakken.

Vergissing

De stage in het vierde jaar is niet meer verplicht, maar kan worden ingeruild tegen extra vakken of een minor afstudeerwerk. Een ‘krankzinnig’ idee volgens ir. Willem Dijk, hoofd van het stagebureau. ,,Zowel studenten als bedrijfsleven waarderen de stage heel erg. Studenten moeten feeling houden met de praktijk. Civiel zou de eerste zijn die dit afschaft.” Ir. Maurits Ertsen van projectonderwijs moet het nog zien. ,Als in de eindtermen van de masters komt staan dat we een professional moeten afleveren, dan hoort daar praktijkkennis bij.” Het niet meer verplicht stellen van het vierdejaarsproject beschouwt Ertsen als een vergissing die nog moet worden rechtgezet. Ook volgens Wagemans moet het vierdejaarsproject terug.

Ordners

Een nieuwe commissie werkt nu aan de invulling van het plan. Zij sporen de mensen bij de secties aan na te denken over hun eigen vakken en in overleg te treden met andere secties. Soms gaat dat vanzelf, zoals bij ir. Hans Welleman. Via informeel overleg probeert hij het onderwijs van de secties mechanica, contructieleer en materiaalkunde, maar ook beton, staal en hout te integreren. ,,Door te clusteren en minder overlappingen moeten studenten gaan denken ‘Ja, daar wil ik in verder”’, aldus de docent mechanica. Samen met een kleine groep collega’s bekijkt hij de mogelijkheden. Iets dat al vaker gedaan is, getuige de volle ordners op de tafel. Welleman: ,,Regelmatig is het onderwijs al geëvalueerd, maar een volgende stap is nooit gezet.” Dit keer heeft hij er het volste vertrouwen in dat het gaat lukken, ondanks dat ook mechanica wat punten inlevert. Toch is dat volgens hem nog niet zeker: ,,Als je met een goed plan komt en uitlegt dat je echt meer punten nodig hebt, dan moet er altijd wel uit te komen zijn.”

De precieze invulling van het plan moet 31 augustus klaar zijn. Hoe het vervolgens een jaar later wordt ingevoerd is nog niet bekend.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.