Wetenschap

Meer uren, maar minder salaris voor vrouwelijke professoren

Vrouwelijke hoogleraren hebben een langere werkweek dan hun mannelijke collega’s, maar krijgen minder betaald. Dat staat in de nieuwe Monitor Vrouwelijke Hoogleraren.

(Foto ter illustratie: Sam Rentmeester)

Gemiddeld werken hoogleraren meer dan vier dagen in de week, plus een onbekend aantal overuren. Maar officieel is de werkweek van vrouwelijke hoogleraren net iets langer dan die van mannen: het scheelt zo’n anderhalf uur.

Hun salaris is een ander verhaal, blijkt uit de monitor die het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren gisteren presenteerde. Vrouwen zijn vaak lager ingeschaald dan mannen. Dat kan deels aan hun leeftijd liggen, want vrouwelijke hoogleraren zijn meestal jonger dan hun mannelijke collega’s. Eerder onderzoek laat zien dat het vermoedelijk niet de hele verklaring is.

Sprong
Net als het HOP in oktober zien de makers van de monitor dat er een sprong is gemaakt in het aantal vrouwelijke hoogleraren. Aan de TU Delft was in 2018 16,1 procent van de hoogleraren vrouw, in 2017 was dat 14,6 procent. Er zijn nu landelijk 685 vrouwelijke hoogleraren, tegen 2.272 mannelijke hoogleraren (gerekend in fte, oftewel voltijdsbanen). De prognoses zijn op basis daarvan bijgesteld: in dit tempo komt evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen sneller tot stand. Toch zou het nog altijd meer dan twintig jaar duren.

De sprong in het aantal hoogleraren is mede veroorzaakt door de zogeheten Westerdijk Talentimpuls: een potje van vijf miljoen euro om honderd vrouwelijke hoogleraren aan te stellen: 50 duizend euro per benoeming. Het is afwachten wat precies het effect is van deze impuls, want pas in 2020 komt de eindafrekening. Een ding is duidelijk: deze vrouwen mogen niet meetellen in de eigen streefcijfers van de universiteiten. Het zijn extra hoogleraren. De universiteiten moeten hun streefcijfers halen, anders moeten ze het geld voor deze Westerdijk-hoogleraren terugbetalen

HOP, Bas Belleman

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.