Wetenschap

Meer onderzoek naar AI nodig, vindt Rathenau

Nederland doet te weinig onderzoek naar kunstmatige intelligentie (AI), waarschuwt het Rathenau Instituut. Ook in de rest van Europa is meer onderzoek nodig.

De TU heeft AI-labs opgericht waar onder meer gekeken wordt naar mens-computerinteractie, materiaalkunde, stedelijke omgeving en watermanagement. (Foto: Andy Kelly/Unsplash)

Europa blijft achter bij China en de Verenigde Staten op het gebied van artificial intelligence (AI), schrijft het Rathenau Instituut. Ook Nederland doet relatief weinig AI-onderzoek.

Het Nederlandse onderzoek naar kunstmatige intelligentie krijgt 226 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds, werd in april bekend. Dat bedrag is deel van een investeringsprogramma van 2,1 miljard euro in de jaren tot 2027.

Veel geld dus, maar is het genoeg? Het Rathenau Instituut heeft zijn twijfels. Grootmachten als China en de Verenigde Staten (VS) zitten ook niet stil. De verwachtingen rond kunstmatige intelligentie zijn hooggespannen.

Kleine speler
Nederland heeft momenteel al geen voorsprong, blijkt uit deze factsheet van het Rathenau Instituut. We zijn relatief een “kleine speler”. Van de 314 duizend AI-publicaties in de jaren 2013-2018 waren er vierduizend van Nederland. Dat is 1,3 procent.

De TU Delft publiceert in Nederland het meeste over AI

Ter vergelijking, Nederland is goed voor 2,1 procent van álle wetenschappelijke artikelen, reviews en conferentiepapers. Op andere wetenschapsgebieden drukken Nederlandse onderzoekers dus sterker hun stempel.

Van de 66,5 duizend AI-onderzoekers in de wereld hebben er duizend een periode in Nederland gewerkt. Dat is 1,5 procent, terwijl dat in alle vakgebieden bij elkaar twee keer zo vaak het geval is: 2,9 procent.

Lichtpuntje
Een lichtpuntje is dat het Nederlandse onderzoek relatief veel impact heeft. Amerikanen en Canadezen scoren beter – hun onderzoek wordt vaker geciteerd door vakgenoten – maar daarna volgen de Britse en Nederlandse onderzoekers op een vrijwel gedeelde derde plaats, terwijl ze bijvoorbeeld Chinese en Japanse onderzoekers ruim achter zich laten. 

Maar in China groeit het onderzoek op dit gebied de laatste jaren tamelijk hard en ook de Verenigde Staten is Europa aan het inhalen. Bovendien heeft de VS bedrijven als Google in huis.

Een goede vergelijking met andere landen blijft lastig, zegt onderzoeker Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut. Je weet niet precies wat er van de plannen en investeringen terechtkomt, en ook niet hoe de verschillende uitgaven te vergelijken zijn.

Aan plannen om AI-onderzoek een extra impuls te geven is geen gebrek aan de TU Delft. Vorig jaar startte de universiteit met de oprichting van de TU Delft AI Labs. In totaal moet de universiteit eind dit jaar nog plek bieden aan 24 van dergelijke labs, waar onderzoekers met verschillende achtergronden samenwerken aan maatschappelijke en wetenschappelijke uitdagingen waar kunstmatige intelligentie bij komt kijken. De teller staat nu op zestien labs. Het bedrag dat de TU jaarlijks steekt in AI-onderzoek is vorig jaar verdubbeld naar 70 miljoen euro.

De TU Delft staat bovenaan in Nederland als het gaat om het aantal wetenschappelijke publicaties over artificial intelligence.

HOP, Bas Belleman / Delta nieuwsredactie

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.