Onderwijs

Meer buitenlandse studenten

Het aantal buitenlanders in het Nederlandse hoger onderwijs is opnieuw gestegen. Vorig jaar volgden 52 duizend buitenlandse studenten uit 61 landen een volledige bachelor- of masteropleiding in Nederland.

Eén op de tien universitaire studenten en één op de vijftien hbo’ers komt tegenwoordig uit het buitenland, blijkt uit een rapport van internationaliseringsorganisatie Nuffic. Omgerekend gaat het om acht procent van alle studenten.

Aan een universiteit studeren ze in bijna de helft van de gevallen aan een masteropleiding. Net als vorige jaren trekken economische studies het grootste aantal buitenlandse studenten, maar procentueel gaan de meesten naar de universitaire landbouwopleidingen en de hbo-kunstopleidingen.

In de top vijf van instellingen met een internationale studentenpopulatie staan net als vorig jaar vier kunstacademies en één universiteit. Aan de Universiteit Maastricht is bijna 43 procent van de studenten uit het buitenland afkomstig. Codarts Hogeschool voor de Kunsten in Rotterdam staat op de tweede plaats met 41,3 procent. Ook de Gerrit Rietveld Academie, de Hogeschool van Beeldende Kunst, Muziek en Dans in Den Haag en de Design Academy Eindhoven tellen relatief veel buitenlandse studenten.

Duitsers vormen nog steeds de grootste groep: het zijn er bijna 25 duizend, oftewel 46 procent. China en België volgen met vierduizend en 2300 studenten. Bulgarije, Turkije en Griekenland zijn sterke stijgers.

Er is weinig onderzoek gedaan naar de fysiologie van zwemmers en daarmee ook naar hoe de hartslagmeter nuttig gebruikt kan worden tijdens een training. Dat stelt Eva Rogaar, afgelopen jaar voorzitter van DSZ Wave. “Zwemmen met een hartslagmeter voelt anders”, verduidelijkt onderzoeker Jan Voute. “In horizontale positie werkt de fysiologie anders dan wanneer je loopt of fietst.”
Het onderzoek maakt deel uit van het iHit-project, waarvan de oud-IO-docent Jan Voute en zijn bedrijf TMM drie jaar geleden de technologie overnamen van TNO. Een jaar geleden benaderde hij Wave, een Delftse studentenzwemvereniging met zo’n 250 leden.

Voute: “Ik wilde testen laten doen in het veld en gebruikers feedback laten geven. We zochten zwemmers die bovengemiddeld intelligent zijn en niet bang voor nieuwe apparatuur. Zeg maar het profiel van de TU-student. Zo kwam ik bij Wave terecht.”

De deelnemers onderwierpen zich tweemaal per week aan een serie testen. Met behulp van door de hartslagmeterband geregistreerde signalen van een dompelmeter en een ‘tx-paal’ aan de kant kon de plaats van de zwemmer worden bepaald. Zo konden de races geanalyseerd worden. Aan de hand van de metingen werd een unieke database opgebouwd door twee afstudeerders aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam.

Voute: “Het gaat erom hoe je je conditie opbouwt en hoe je die omzet in snelheid en kracht. Je wilt je krachtsinspanning meten en de techniek beheersen. Die twee zaken komen bij trainen aan bod. Aan je hartslag kun je zien of je goed bezig bent, of je niet over- of ondertraint.”
Hartslagmeten is belangrijk weet ook triatleet Lennart Middel, een van de tien testpersonen. “Je moet weten met welke intensiteit je moet trainen. Als de trainer zegt: zwem nu op tachtig procent, heeft het geen zin om op negentig procent te trainen.”

De meters werden geleverd door het Zwitserse bedrijf Freelap. Voute: “In het begin is veel geëxperimenteerd, de eerste set bleek heel vervelend om te dragen. De tweede was al beter. Later in het jaar hebben we geprobeerd er zinvolle parameters uit te krijgen.” Middel: “Het is een band die om je middel zit, met touwtjes over je borst. De eerste versie zakte nog af, omdat ik een ingedeukt borstbeen heb.”

Betrokkenen benadrukken de grote waarde van het onderzoek. Voute: “Bij het Nationaal Zweminstituut Amsterdam (NZA) worden ze ook al gebruikt. Daar worden topzwemmers getraind. Met behulp van de meters willen ze die beter aansturen.”

Voute wil voor de verdere productontwikkeling de samenwerking met Wave graag voortzetten: “In het verschiet liggen heel nauwkeurige inspanningsmetingen.” Daarnaast hoopt hij de TU bij het project te betrekken. Aan Wave gaf hij het advies om iets aan de marketing te doen.
Rogaar realiseerde zich dat Wave veel technische onderzoeks- en creatieve, marketinggerichte kennis en vaardigheden in huis heeft en daarnaast over een groot netwerk in de zwemwereld beschikt. Waarom richten we als zwemvereniging geen eigen bedrijf op?, concludeerde zij. Gesprekken met verschillende TU-instanties heeft ze al gevoerd. “Ons is aangeraden met een paar mensen het vak writing business te volgen en daarna mee te doen aan een programma om een bedrijf op te zetten.”  

evarogaar@gmail.com

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.