Campus

The making of… Getekend

Zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog komt de TU met een grote theaterproductie over Delftse studenten tijdens de Duitse bezetting. Studenten van nu spelen studenten van toen.

Studenten die in 1943 moesten kiezen: loyaal zijn aan de bezetter en doorstuderen, of weigeren en dwangarbeid in Duitsland. Een kijkje achter de schermen van Getekend.

Het idee
Met zijn allen vlammen in het hart van de TU. Zo voelt het voor TU-docent Bauke Steenhuisen, als hij in november 2012 met studenten de opera Carmen opvoert in het auditorium. Kort daarna leest hij het boek ‘Loyaliteit in verdrukking’ van Onno Sinke, over Delftse studenten en de (toen nog)

Technische Hogeschool tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij is er stil van, omdat hij beseft hoezeer de integriteit van het instituut en de ethiek van de ingenieur tijdens de oorlog onder druk stonden.

Het sterke verlangen om over dit thema door te praten én zijn zoete herinnering aan Carmen leiden in februari 2013 tot het idee voor een theaterstuk. Steenhuisen spreekt er in een café over met Onno Sinke, die toevallig net op een toneelcursus zit. Sinke heeft er een goed gevoel bij en na een mailtje aan de rector mag Steenhuisen met een plan komen. Het college van bestuur is enthousiast, waarna de docent in de zomer langs toneeldisputen gaat van het Delfts Studenten Corps, Virgiel en Sint Jansbrug. Samen met wat geïnteresseerde studenten vormt hij een initiatiefgroep om zijn idee verder uit te werken, want er is nog helemaal niks: geen organisatie, geen budget, geen schrijver en geen vereniging.

Om fondsen te kunnen werven, blaast de groep de ‘slapende’ stichting Studium Generale nieuw leven in. Studium Generale was vlak na de oorlog opgericht ‘ter verbreding van de ingenieur’, maar wordt momenteel gerund door een bedrijfsbureau. De initiatiefnemers winnen advies in bij het Nationaal Toneel, strikken scriptschrijver Reinier Noordzij en regisseur Albert van Andel en schrijven samen met Van Andel fondsen aan. In april 2014 vraagt Steenhuisen docent vormstudie Jeroen van de Laar om assistentie voor het maken van een decor. Die zet daarvoor een honours mastervak op poten. Rond die tijd spreekt Steenhuisen met docent Sylvia Pont van het master keuzevak lighting design om studenten zowel het toneel als de foyer te laten belichten.

Om een eigen ruimte te hebben, regelt de initiatiefgroep een lokaaltje in de bibliotheek. De studenten reserveren het auditorium van Hemelvaart tot Pinksteren en gaan in mei 2014 met de scriptschrijver, de regisseur en Steenhuisen op kroegentocht langs studentenverenigingen om geïnteresseerden te vinden voor het spel en de organisatie.

Het script
Voor zijn script begint Noordzij eerst met ongeveer twee maanden research. Hij leest Sinkes boek nog eens en leest stukken uit Lou de Jongs standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, vooral over het studentenverzet en de loyaliteitsverklaring. Met die verklaring confronteren de Duitsers in 1943 alle studenten: wie wil doorstuderen, moet zich eerst loyaal verklaren aan de Duitse bezetter, wie weigert wordt zijn studie ontzegd en naar Duitsland gestuurd voor dwangarbeid. Voor Noordzij is het al snel duidelijk: die verklaring wordt het hoofdonderwerp.

Hij put inspiratie uit de tv-serie Bij nader inzien, die gaat over studenten net na de oorlog, en let daarbij vooral op sfeer en taalgebruik. Het toneelstuk Antigone, waarin Sophocles het geweten tegenover de wet plaatst, vormt de belangrijkste inspiratiebron. Noordzij doelt vooral op de twee zussen in het stuk, van wie er eentje principieel is en de ander wat opportunistischer. Waarom zou hij voor zijn script niet twee broers volgen in hun morele dilemma: tekenen of weigeren?

Met dramaturgen Mark Timmer en Hannah Ester zet Noordzij in twee maanden het verhaal in grote lijnen op. Het gaat over een groep studenten rond twee broers. De een wil principieel niet tekenen, de ander lijkt pragmatischer. Noordzij heeft gesprekken met drie mensen die destijds zelf voor de keuze stonden, weigerden te tekenen en actief in het verzet waren. Veel informatie uit die gesprekken verwerkt Noordzij in het script. Hij schrijft er sinds januari dit jaar 2,5 maanden lang elke dag aan, ondersteund door de dramaturgen en regisseur Van Andel. Bij Sinke checkt hij of elementen uit het script historisch juist zijn. “De geschiedenis levend houden, dat vind ik belangrijk.”

De audities
Op twee donkere avonden in januari zijn er audities. Na diverse oproepen op de campus hebben zich ruim dertig studenten en één docent aangemeld. Ze krijgen een stukje dialoog uit het script-in-wording opgestuurd plus twee monologen waarvan ze er eentje mogen kiezen. Een voor een melden ze zich in het zaaltje van de bibliotheek. Vier mensen achter een tafel wachten hen op.

“Hallo, ik ben Albert van Andel, regisseur. Naast mij zitten scriptschrijver Reinier Noordzij, professioneel acteur Sven Bijma en student Kseniya Otmakova die eventueel teksten souffleert. Wie ben jij en hoe ziet je ziel eruit?”

“Ik ben Tom Postma, masterstudent petroleum engineering. Een huisgenootje vertelde over deze toneelproductie. Ik heb nog nooit wat op toneel gedaan behalve een musical in groep 8, waarin ik een detective in trenchcoat speelde.”

“Oké, welke monoloog heb je gekozen?”

“Die van de verdwijntruc.”

“Heb je iets nodig?”

“Nee, ik heb zelf een glas mee genomen.”

“Als je je tekst kwijt bent, zeg je ‘tekst’. Dat is helemaal niet erg. Oké?”

Tom pakt het glas dat een rol speelt in zijn monoloog en begint: “Ik ga dus een verdwijntruc doen…”

Af en toe klinkt hij wat aarzelend.

Na afloop oppert Van Andel een idee: “Speel je verhaal alsof je het al zes jaar doet. Dat je heel hard spreekt, veel loopt en de zaal na afloop scandeert.”

Tom volgt het advies nauwkeurig op en klinkt veel overtuigender.

Met acteur Bijma volgt een stukje dialoog waarin twee vrienden het hebben over de loyaliteitsverklaring. Postma speelt een twijfelende student die er slecht van heeft geslapen. Een enkele keer moet Otmakova souffleren. Noordzij en Van Andel letten op durf, uitstraling en enthousiasme, maar laten niets doorschemeren. Tot slot neemt Van Andel een foto van Postma. “Op 20 januari volgt de uitslag”, zegt hij tegen de student. “Mocht je het niet geworden zijn, dan wil ik graag in gesprek over figuratie.” Twee weken later hoort Postma dat hij is geselecteerd voor een tekstrol

Het decor
4 maart 2015. Tien gespannen honours studenten zitten rond een grote tafel in de maquettehal van Bouwkunde. “Het uur u: de presentatie”, begint docent Van de Laar in aanwezigheid van de regisseur, scriptschrijver en Steenhuisen. Sinds oktober zijn de studenten bezig aan een decorontwerp. Ze hebben het toneelstuk geanalyseerd, de schrijver en regisseur geïnterviewd, een locatieonderzoek gedaan voor de maten in het auditorium, de technische mogelijkheden uitgezocht en verschillende decors ontworpen. Daaruit koos Van de Laar een definitief ontwerp dat ze nu hebben uitgewerkt, technisch én op haalbaarheid en financiën.

Wat het decor precies voorstelt, moet nog geheim blijven, maar het is opgebouwd uit dozen die fungeren als studeerkamer, sportzaal, universiteitsbibliotheek, sociëteit en kerk. Achter het decor speelt de Groover Big Band muziek uit de jaren twintig en dertig plus liedjes die speciaal voor Getekend door Peter Habraken zijn gecomponeerd. Het geluid testen ze half april met Groover.

“Complimenten”, zegt regisseur Van Andel na de decorpresentatie. “Jullie hebben kleine oogjes en wallen, dus jullie hebben flink doorgewerkt.” Zijn belangrijkste vraag betreft ‘mapping’, projectie van foto’s op het decor. “Als we mappen, mappen we over acteurs heen, dus heb je schaduw… En hoe komen de tafels in het decor? Blokkeert die trap de zichtlijn niet? Ik zou het decor een meter naar voren leggen, dat heb je minimaal nodig voor een gang aan de achterkant. En waar kom je op?” De studenten hebben twee weken om de puntjes op de i te zetten en twee maanden om met de dozen aan de slag te gaan. Op 13 en 14 mei bouwen ze op locatie. 

Repetities en casting
In februari beginnen de repetities, elke maandagavond. In eerste instantie door samen hardop scenes te lezen. De rollen zijn nog niet verdeeld. Van Andel en Noordzij willen eerst weten of de acteurs begrijpen wat er staat en hoe ze de karakters interpreteren. Het uiteindelijke go/no go-moment van de toneelproductie is er pas op 23 februari, waarna Van Andel een team samenstelt met drie professionele acteurs en productieleider Joshua Lindeman. Het script is trouwens ook nog niet af. Noordzij schaaft en schrapt tijdens de repetities, dan hoort hij namelijk hoe het klinkt.

De repetities dienen nog een ander doel: de casting. Kan iemand denken op de manier van het karakter? Heeft hij of zij compassie voor de beoogde rol? Is er een goede match tussen karakters die elkaar veel tegenkomen? Daar letten Van Andel en Noordzij op en daar hebben ze na de audities al lijstjes over gemaakt.

Half maart zijn ze er uit. Drie grote en dragende rollen worden door professionals gespeeld en tien andere rollen komen voor rekening van TU’ers. Neem bijvoorbeeld student Tom Postma (21). Hij speelt uiteindelijk Rudolf. “Tom is heel jong maar heeft nu al een natuurlijk soort autoriteit”, zegt Van Andel. “Hij komt snel tot conclusies, is geen twijfelaar.” Geknipt voor Rudolf.

Tweedejaars student bouwkunde Laurens Oostwegel (19) speelt Joop, een personage dat het heel graag goed wil doen maar erg kan twijfelen omdat hij jong is. “Dat begrijpt Laurens”, zegt Van Andel. “Hij heeft iets jongs en cerebraals.” Laurens begon al vroeg met toneelspelen, deed mee aan verschillende toneelproducties en maakte met een vriend al halverwege zijn middelbare school een toneelstuk. Hij zegt zijn rol vooralsnog niet echt moeilijk te vinden.

Docent organisatiekunde en bestuurskunde Haiko van der Voort (42) speelt een pastoor en twee vaderrollen. Hij speelde eerder in amateurgezelschappen, is gecast op leeftijd en vertegenwoordigt de oudere generatie die niet hoeft te tekenen. Hij vindt het heerlijk om een wat brallerige vader te spelen en noemt het switchen naar zijn andere rollen een ‘uitdaging’. Nog maar enkele dagen geleden pasten ze hun kostuums uit het magazijn van het Nationaal Theater en het RO Theater.

En nu? Nu is iedereen nog hard bezig met de laatste voorbereidingen. Onno Sinke kan niet wachten om te zien hoe het verhaal is geworden. “Ik verwacht er veel van. Zeker met het decor en wat studenten ervan maken met hun technische achtergrond. Dat moet haast wel iets spectaculairs worden.” 

Getekend, 19 tot en met 23 mei,
Aula TU Delft.

getekenddelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.