Onderwijs

Magnetrons op wielen

Delftse alumni zijn succesvol in de auto-industrie. Vooral IO’ers. Tijdens het symposium ‘Advanced Automotive Design’ praatte een select clubje topontwerpers over de toekomst van de auto.

De Snoek, de Porsche 911, de raketvormige Cadillac uit 1959. Een enorm arsenaal iconen uit de autohistorie, gefotografeerd alsof het architectonische hoogtepunten zijn, zoeft voorbij op projectieschermen in de aula. De Britse autojournalist Stephen Bayley laat er geen misverstand over bestaan. Niets symboliseert beter romantiek, seks, prestige en vrijheid dan de wilde benzineauto met al zijn grandioze vormen.

Stephen Bayley, auteur van het boek ‘Cars’ en columnist van het Engelse CAR Magazine, was uitgenodigd om de aftrap te geven van het symposium over auto-ontwerp. Dit vond afgelopen vrijdag plaats in de aula, ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van IO.

Bayley schetste een somber toekomstscenario. Wanneer de verbrandingsmotor verdwijnt (‘onvermijdelijk gezien de milieuproblemen’), dan is het gedaan met de romantiek van de auto. “Het worden elektrische gebruiksvoorwerpen: magnetrons op wieltjes. Of misschien kopen mensen straks accu’s en is de auto een wegwerpvoorwerp, zoals een scheermesje van Gilette.”
Negen IO-alumni die het hebben geschopt tot belangrijke auto-ontwerpers, verschenen op het toneel om te vertellen hoe zij de grote uitdaging op hun vakgebied willen tackelen. Niet het ontwikkelen van efficiëntere en lichtere batterijen, het klassieke hete hangijzer, stond centraal, maar het ontwerpen van romantische karaktervolle elektrische auto’s.

Maakt Bayley zich terecht zorgen? BMW-hoofdontwerper Adrian van Hooydonk denkt van niet. Al geeft hij toe dat hij twijfels had over de wijze waarop bij BMW op een gegeven moment werd nagedacht over milieuvriendelijke auto’s. “Er miste iets. De discussies gingen alleen maar over techniek en niet over emotie. Als designers maakten we ons zorgen dat de ontwikkeling van elektrische auto’s zou leiden tot een standaard ontwerp.”

Maar als het aan Van Hooydonk ligt, slaat BMW een andere weg in. Tijdens een autoshow in Frankfurt deze maand, toonde hij een door zijn team ontworpen hybride concept racewagen die zeer futuristisch oogt, de Vision Efficient Dynamics. “Tegen mijn team had ik gezegd: jongens en meisjes, dit is jullie kans, nu kunnen jullie science fiction maken. Maar wel positieve science fiction, niet van die postnucleaire fictie.”

De auto heeft weinig weg van een magnetron. Hij ziet er razendsnel uit, ondanks het feit dat hij geen grote uitlaten heeft en geen brede banden. “We moesten een ander vocabulaire gebruiken om snelheid uit te drukken”, zegt de TU-alumnus. Dat heeft zijn team gedaan door de nadruk te leggen op de aerodynamica van de wagen. Gekleurde onderdelen in de carrosserie geven aan hoe de lucht langs de wagen stroomt. En de achterlichten zijn in scherpe randen uitgesneden. De wagen haalt een topsnelheid van 250 kilometer per uur. Beetje flauw om dat te benadrukken wellicht, want voor die snelheid moet hij eerst overschakelen van zijn elektro- naar zijn eveneens ingebouwde dieselmotor.

Topontwerper Lowie Vermeersch van het Italiaanse auto-ontwerpbedrijf Pininfarina – dat de lijnen heeft getekend van diverse Ferrari’s en Maserati’s – is absoluut niet bang dat auto’s saai worden. Accu’s ziet hij als een zegen. “Verbrandingsmotoren zijn enorme blokken. Die kun je niet makkelijk kwijt in de auto. Accu’s kun je daarentegen modelleren en over de hele auto uitspreiden.”

Daar komt bij dat volgens Vermeersch de auto-industrie steeds meer gebruikmaakt van handige computerprogramma’s – rapid prototyping programma’s – die ontwerp en techniek combineren. Zo ziet een ontwerper meteen hoe ver je kunt gaan, doordat de techniek om allerlei rare vormen (torsies) te maken verder is ontwikkeld. “Dat geeft je de vrijheid tot stilistische expressie. Het helpt je om auto’s te ontwerpen die efficiency uitstralen.”
Maar de jaren vijftig, waarin ontwerpers zich uitleefden op hun ontwerpen, zijn voorgoed voorbij. “Gesculpteerde auto’s zoals de Cadillac 59, komen niet meer terug”, zegt de Pininfarina-ontwerper. “Dat was space age-romantiek. Daar is een andere romantiek voor in de plaats gekomen, die van de natuurlijke ‘sophisticiteit’.”

Het symposium moest antwoord geven op de vraag hoe het komt dat Delftse IO’ers het zo goed doen in de autowereld. IO moest natuurlijk wel bejubeld worden op haar verjaardag. Maar die discussie kwam niet zo goed uit de verf. Volgens Vermeersch is het Delftse succes vooral het gevolg van ‘geluk en toeval’. En Bayley meent dat er geen academische discipline is die voorschrijft hoe je auto’s moet ontwerpen. In de vroegere jaren althans. “Ergens is er iets in de absurde logica van de verbrandingsmotor die smeekt om wonderbaarlijke vormen.”

Over the course of the next three-and-a-half years, fifteen TU Delft students will be given the opportunity to spend six months in Australia. The students will follow water-related programs at the universities of Adelaide, Melbourne and Brisbane. TU Delft, together with the universities of Dresden (Germany) and Dundee (Great Britain), launched an exchange program with a group of Australian universities. The European Union and the Australian government are subsidizing the travel and accommodation costs for the forty-five European students heading to Australia. The same number of Australians will be coming to Europe to study. This exchange was the brainchild of Dr Jasper Verberk (civil engineering and geosciences). TU Delft will be allowed to send fifteen students. Students from any of TU Delft’s faculties can enroll, provided that their studies are related to the topic of water.

De Snoek, de Porsche 911, de raketvormige Cadillac uit 1959. Een enorm arsenaal iconen uit de autohistorie, gefotografeerd alsof het architectonische hoogtepunten zijn, zoeft voorbij op projectieschermen in de aula. De Britse autojournalist Stephen Bayley laat er geen misverstand over bestaan. Niets symboliseert beter romantiek, seks, prestige en vrijheid dan de wilde benzineauto met al zijn grandioze vormen.

Stephen Bayley, auteur van het boek ‘Cars’ en columnist van het Engelse CAR Magazine, was uitgenodigd om de aftrap te geven van het symposium over auto-ontwerp. Dit vond afgelopen vrijdag plaats in de aula, ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van IO.

Bayley schetste een somber toekomstscenario. Wanneer de verbrandingsmotor verdwijnt (‘onvermijdelijk gezien de milieuproblemen’), dan is het gedaan met de romantiek van de auto. “Het worden elektrische gebruiksvoorwerpen: magnetrons op wieltjes. Of misschien kopen mensen straks accu’s en is de auto een wegwerpvoorwerp, zoals een scheermesje van Gilette.”
Negen IO-alumni die het hebben geschopt tot belangrijke auto-ontwerpers, verschenen op het toneel om te vertellen hoe zij de grote uitdaging op hun vakgebied willen tackelen. Niet het ontwikkelen van efficiëntere en lichtere batterijen, het klassieke hete hangijzer, stond centraal, maar het ontwerpen van romantische karaktervolle elektrische auto’s.

Maakt Bayley zich terecht zorgen? BMW-hoofdontwerper Adrian van Hooydonk denkt van niet. Al geeft hij toe dat hij twijfels had over de wijze waarop bij BMW op een gegeven moment werd nagedacht over milieuvriendelijke auto’s. “Er miste iets. De discussies gingen alleen maar over techniek en niet over emotie. Als designers maakten we ons zorgen dat de ontwikkeling van elektrische auto’s zou leiden tot een standaard ontwerp.”

Maar als het aan Van Hooydonk ligt, slaat BMW een andere weg in. Tijdens een autoshow in Frankfurt deze maand, toonde hij een door zijn team ontworpen hybride concept racewagen die zeer futuristisch oogt, de Vision Efficient Dynamics. “Tegen mijn team had ik gezegd: jongens en meisjes, dit is jullie kans, nu kunnen jullie science fiction maken. Maar wel positieve science fiction, niet van die postnucleaire fictie.”

De auto heeft weinig weg van een magnetron. Hij ziet er razendsnel uit, ondanks het feit dat hij geen grote uitlaten heeft en geen brede banden. “We moesten een ander vocabulaire gebruiken om snelheid uit te drukken”, zegt de TU-alumnus. Dat heeft zijn team gedaan door de nadruk te leggen op de aerodynamica van de wagen. Gekleurde onderdelen in de carrosserie geven aan hoe de lucht langs de wagen stroomt. En de achterlichten zijn in scherpe randen uitgesneden. De wagen haalt een topsnelheid van 250 kilometer per uur. Beetje flauw om dat te benadrukken wellicht, want voor die snelheid moet hij eerst overschakelen van zijn elektro- naar zijn eveneens ingebouwde dieselmotor.

Topontwerper Lowie Vermeersch van het Italiaanse auto-ontwerpbedrijf Pininfarina – dat de lijnen heeft getekend van diverse Ferrari’s en Maserati’s – is absoluut niet bang dat auto’s saai worden. Accu’s ziet hij als een zegen. “Verbrandingsmotoren zijn enorme blokken. Die kun je niet makkelijk kwijt in de auto. Accu’s kun je daarentegen modelleren en over de hele auto uitspreiden.”

Daar komt bij dat volgens Vermeersch de auto-industrie steeds meer gebruikmaakt van handige computerprogramma’s – rapid prototyping programma’s – die ontwerp en techniek combineren. Zo ziet een ontwerper meteen hoe ver je kunt gaan, doordat de techniek om allerlei rare vormen (torsies) te maken verder is ontwikkeld. “Dat geeft je de vrijheid tot stilistische expressie. Het helpt je om auto’s te ontwerpen die efficiency uitstralen.”
Maar de jaren vijftig, waarin ontwerpers zich uitleefden op hun ontwerpen, zijn voorgoed voorbij. “Gesculpteerde auto’s zoals de Cadillac 59, komen niet meer terug”, zegt de Pininfarina-ontwerper. “Dat was space age-romantiek. Daar is een andere romantiek voor in de plaats gekomen, die van de natuurlijke ‘sophisticiteit’.”

Het symposium moest antwoord geven op de vraag hoe het komt dat Delftse IO’ers het zo goed doen in de autowereld. IO moest natuurlijk wel bejubeld worden op haar verjaardag. Maar die discussie kwam niet zo goed uit de verf. Volgens Vermeersch is het Delftse succes vooral het gevolg van ‘geluk en toeval’. En Bayley meent dat er geen academische discipline is die voorschrijft hoe je auto’s moet ontwerpen. In de vroegere jaren althans. “Ergens is er iets in de absurde logica van de verbrandingsmotor die smeekt om wonderbaarlijke vormen.”

Zie ook: Interview met Adrian van Hooydonk.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.