Opinie

Luister niet naar Shell

De TU Delft moet zich niet door het betoog van Shell-topman Van der Veer van de reeds ingeslagen weg naar duurzame technologische ontwikkeling laten slaan. Dat vinden Andy van den Dobbelsteen en Martijn Arets.

De opening van het academisch jaar hebben wij moeten missen, maar gelukkig plaatste Delta een verslag van de hoofdspreker van die dag: Shell-topman Jeroen van der Veer. De weergave van zijn betoog hebben wij met enige verbazing gelezen. Was er gemor in de zaal? Het verslag maakt er geen melding van, maar wij kunnen ons niet voorstellen dat de universiteit met het brede duurzaamheidsprogramma zich gewonnen gaf bij de eerste wanklank uit de markt.

In het verslag van Van der Veers lezing werd een vreemde soort van self-fulfilling prophecy uit de doeken gedaan: Shell investeert slechts een klein deel van haar geld in duurzame energie, er zal in de toekomst slechts een zeer geringe groei van duurzame energie zijn en daarom blijven we de komende decennia in grote mate fossiele brandstoffen gebruiken. Juist.

Dit is de toekomstvisie van een van de machtigste concerns in de wereld, die nota bene op een ander spoor PV-cellen ontwikkelt en pioniers op het vlak van duurzame technologieën met de Koninklijke Shell-prijs lauwert. Als Van der Veer de duurzaamheidshouding van de Shelltop weergeeft, of erger nog, van meer oliemaatschappijen, dan wordt het inderdaad nooit wat met duurzame energie.

Even los van het feit dat het niet bepaald vooruitziend is om in te zetten op bronnen waarvan elke tweedejaarsstudent de eindigheid kent (ook als dat pas over zestig jaar is), roept dit beleid maatschappelijk gezien natuurlijk vragen op. Je moet niet denken aan de milieugevolgen van de verder groeiende uitstoot van fossiele verbrandingsgassen in Van der Veers scenario.

Gelukkig bepaalt de vraag doorgaans het aanbod, en kunnen wij gewone mensen met een bewuste keuze van een kruidenier, energieleverancier of laten we zeggen een benzinepomp enigszins bepalen waar het in de toekomst heen moet. Daarnaast zullen we onze hoop moeten zetten op de nieuwe generatie Delftse academici, die over een jaar of twintig aan het roer staan en het begrip ‘duurzaamheid’ in de goede betekenis kennen. Van de huidige generatie Shell-bestuurders schijnen we dat immers helaas niet te hoeven verwachten. We hopen dan ook dat de TU zich niet door Van der Veers betoog van de reeds ingeslagen weg naar duurzame technologische ontwikkeling laat slaan.

Civiele promovendus resp. afstudeerder op het vlak van duurzaam bouwen

De opening van het academisch jaar hebben wij moeten missen, maar gelukkig plaatste Delta een verslag van de hoofdspreker van die dag: Shell-topman Jeroen van der Veer. De weergave van zijn betoog hebben wij met enige verbazing gelezen. Was er gemor in de zaal? Het verslag maakt er geen melding van, maar wij kunnen ons niet voorstellen dat de universiteit met het brede duurzaamheidsprogramma zich gewonnen gaf bij de eerste wanklank uit de markt.

In het verslag van Van der Veers lezing werd een vreemde soort van self-fulfilling prophecy uit de doeken gedaan: Shell investeert slechts een klein deel van haar geld in duurzame energie, er zal in de toekomst slechts een zeer geringe groei van duurzame energie zijn en daarom blijven we de komende decennia in grote mate fossiele brandstoffen gebruiken. Juist.

Dit is de toekomstvisie van een van de machtigste concerns in de wereld, die nota bene op een ander spoor PV-cellen ontwikkelt en pioniers op het vlak van duurzame technologieën met de Koninklijke Shell-prijs lauwert. Als Van der Veer de duurzaamheidshouding van de Shelltop weergeeft, of erger nog, van meer oliemaatschappijen, dan wordt het inderdaad nooit wat met duurzame energie.

Even los van het feit dat het niet bepaald vooruitziend is om in te zetten op bronnen waarvan elke tweedejaarsstudent de eindigheid kent (ook als dat pas over zestig jaar is), roept dit beleid maatschappelijk gezien natuurlijk vragen op. Je moet niet denken aan de milieugevolgen van de verder groeiende uitstoot van fossiele verbrandingsgassen in Van der Veers scenario.

Gelukkig bepaalt de vraag doorgaans het aanbod, en kunnen wij gewone mensen met een bewuste keuze van een kruidenier, energieleverancier of laten we zeggen een benzinepomp enigszins bepalen waar het in de toekomst heen moet. Daarnaast zullen we onze hoop moeten zetten op de nieuwe generatie Delftse academici, die over een jaar of twintig aan het roer staan en het begrip ‘duurzaamheid’ in de goede betekenis kennen. Van de huidige generatie Shell-bestuurders schijnen we dat immers helaas niet te hoeven verwachten. We hopen dan ook dat de TU zich niet door Van der Veers betoog van de reeds ingeslagen weg naar duurzame technologische ontwikkeling laat slaan.

Civiele promovendus resp. afstudeerder op het vlak van duurzaam bouwen

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.