Campus

‘Losse flodders’

Bouwkundestudenten Anneloes Nieuwenhuis en Pauline Krom zagen in theater De Veste de voorstelling ‘Zin’ van cabaretière Sanne Wallis de Vries.

Een goed vervolg op een succesvol debuut?

Nieuwenhuis: ,,Een leuke voorstelling. Het was voor het eerst dat ik een vrouw alleen een show zag doen. Ik ben wel gaan nadenken over het verschil tussen mannen en vrouwen bij cabaret. Mannen komen vaak continu terug op hetzelfde thema, Wallis de Vries deed dit helemaal niet.”

Krom: ,,Dat kan ook gewoon liggen aan haar stijl. Haar show bestaat uit allemaal losse flodders.”

Nieuwenhuis: ,,Voor de pauze danst ze veel en doet ze typetjes. Na de pauze zingt ze ook, maar daarbij vraag je je af: Waarom doet ze dit nou?. Ze kan wel heel goed observeren, en dat zie je goed in haar typetjes. Die waren heel sprekend. Op een gegeven moment had ze een pak aan waardoor het leek alsof ze een dikke, naakte vrouw was. Er zat een rits op de plek van haar kruis. Ze interviewde een fictieve persoon, die het boek ‘Koken uit je kut’ had geschreven. We zaten steeds te wachten tot die rits openging en er een bloemkool uitkwam, maar dat gebeurde niet.”

Krom: ,,Alles wat ze doet is heel verschillend. Slechts één type komt voor én na de pauze terug. Het was wel bevredigend dat ze dat afrondde. Alles was wel grappig, maar ik vind het vervelend als ergens geen clou inzit. Misschien zochten wij daar ook wel te veel naar.”

Nieuwenhuis: ,,Als Delftse student ga je, denk ik, gauw op zoek naar verbanden in een voorstelling. Je vraagt je af waarom ze bepaalde dingen doet, waarom bepaalde stukken elkaar opvolgen en wat ze ermee wil zeggen. De verklaring blijft echter uit. Het thema is volgens mij ‘vluchtigheid’. Daarom zette ze het ook allemaal zo vluchtig neer.”

Krom: ,,Ik vond de dia’s die ze liet zien heel leuk. Het leek wel een beetje op een bouwkundecollege. Ze wilde laten zien dat haar generatie beter was dan de generatie na haar.”

Nieuwenhuis: ,,Volgens mij voelde ze zich juist beschuldigd. Men vond dat haar generatie niets voorstelde, maar zij vond juist dat er geen generaties bestaan en dat iedereen gelijk is. Daarom gaf ze ook geen oordeel over de typetjes die ze neerzette.”

Krom: ,,Er zat verder niet echt een boodschap in. Ik kon er geen thema uithalen, maar dat kan ook aan mij liggen. Misschien ben ik wel niet vaak genoeg naar cabaret geweest.”

Nieuwenhuis: ,,Ik kon me ook niet goed inleven in haar typetjes. Bij cabaret verwacht je dat wel. Meestal herken je jezelf ergens in, en lach je om jezelf. Dat was bij haar niet.”

,

Bouwkundestudenten Anneloes Nieuwenhuis en Pauline Krom zagen in theater De Veste de voorstelling ‘Zin’ van cabaretière Sanne Wallis de Vries. Een goed vervolg op een succesvol debuut?

Nieuwenhuis: ,,Een leuke voorstelling. Het was voor het eerst dat ik een vrouw alleen een show zag doen. Ik ben wel gaan nadenken over het verschil tussen mannen en vrouwen bij cabaret. Mannen komen vaak continu terug op hetzelfde thema, Wallis de Vries deed dit helemaal niet.”

Krom: ,,Dat kan ook gewoon liggen aan haar stijl. Haar show bestaat uit allemaal losse flodders.”

Nieuwenhuis: ,,Voor de pauze danst ze veel en doet ze typetjes. Na de pauze zingt ze ook, maar daarbij vraag je je af: Waarom doet ze dit nou?. Ze kan wel heel goed observeren, en dat zie je goed in haar typetjes. Die waren heel sprekend. Op een gegeven moment had ze een pak aan waardoor het leek alsof ze een dikke, naakte vrouw was. Er zat een rits op de plek van haar kruis. Ze interviewde een fictieve persoon, die het boek ‘Koken uit je kut’ had geschreven. We zaten steeds te wachten tot die rits openging en er een bloemkool uitkwam, maar dat gebeurde niet.”

Krom: ,,Alles wat ze doet is heel verschillend. Slechts één type komt voor én na de pauze terug. Het was wel bevredigend dat ze dat afrondde. Alles was wel grappig, maar ik vind het vervelend als ergens geen clou inzit. Misschien zochten wij daar ook wel te veel naar.”

Nieuwenhuis: ,,Als Delftse student ga je, denk ik, gauw op zoek naar verbanden in een voorstelling. Je vraagt je af waarom ze bepaalde dingen doet, waarom bepaalde stukken elkaar opvolgen en wat ze ermee wil zeggen. De verklaring blijft echter uit. Het thema is volgens mij ‘vluchtigheid’. Daarom zette ze het ook allemaal zo vluchtig neer.”

Krom: ,,Ik vond de dia’s die ze liet zien heel leuk. Het leek wel een beetje op een bouwkundecollege. Ze wilde laten zien dat haar generatie beter was dan de generatie na haar.”

Nieuwenhuis: ,,Volgens mij voelde ze zich juist beschuldigd. Men vond dat haar generatie niets voorstelde, maar zij vond juist dat er geen generaties bestaan en dat iedereen gelijk is. Daarom gaf ze ook geen oordeel over de typetjes die ze neerzette.”

Krom: ,,Er zat verder niet echt een boodschap in. Ik kon er geen thema uithalen, maar dat kan ook aan mij liggen. Misschien ben ik wel niet vaak genoeg naar cabaret geweest.”

Nieuwenhuis: ,,Ik kon me ook niet goed inleven in haar typetjes. Bij cabaret verwacht je dat wel. Meestal herken je jezelf ergens in, en lach je om jezelf. Dat was bij haar niet.”

Bouwkundestudenten Anneloes Nieuwenhuis en Pauline Krom zagen in theater De Veste de voorstelling ‘Zin’ van cabaretière Sanne Wallis de Vries. Een goed vervolg op een succesvol debuut?

Nieuwenhuis: ,,Een leuke voorstelling. Het was voor het eerst dat ik een vrouw alleen een show zag doen. Ik ben wel gaan nadenken over het verschil tussen mannen en vrouwen bij cabaret. Mannen komen vaak continu terug op hetzelfde thema, Wallis de Vries deed dit helemaal niet.”

Krom: ,,Dat kan ook gewoon liggen aan haar stijl. Haar show bestaat uit allemaal losse flodders.”

Nieuwenhuis: ,,Voor de pauze danst ze veel en doet ze typetjes. Na de pauze zingt ze ook, maar daarbij vraag je je af: Waarom doet ze dit nou?. Ze kan wel heel goed observeren, en dat zie je goed in haar typetjes. Die waren heel sprekend. Op een gegeven moment had ze een pak aan waardoor het leek alsof ze een dikke, naakte vrouw was. Er zat een rits op de plek van haar kruis. Ze interviewde een fictieve persoon, die het boek ‘Koken uit je kut’ had geschreven. We zaten steeds te wachten tot die rits openging en er een bloemkool uitkwam, maar dat gebeurde niet.”

Krom: ,,Alles wat ze doet is heel verschillend. Slechts één type komt voor én na de pauze terug. Het was wel bevredigend dat ze dat afrondde. Alles was wel grappig, maar ik vind het vervelend als ergens geen clou inzit. Misschien zochten wij daar ook wel te veel naar.”

Nieuwenhuis: ,,Als Delftse student ga je, denk ik, gauw op zoek naar verbanden in een voorstelling. Je vraagt je af waarom ze bepaalde dingen doet, waarom bepaalde stukken elkaar opvolgen en wat ze ermee wil zeggen. De verklaring blijft echter uit. Het thema is volgens mij ‘vluchtigheid’. Daarom zette ze het ook allemaal zo vluchtig neer.”

Krom: ,,Ik vond de dia’s die ze liet zien heel leuk. Het leek wel een beetje op een bouwkundecollege. Ze wilde laten zien dat haar generatie beter was dan de generatie na haar.”

Nieuwenhuis: ,,Volgens mij voelde ze zich juist beschuldigd. Men vond dat haar generatie niets voorstelde, maar zij vond juist dat er geen generaties bestaan en dat iedereen gelijk is. Daarom gaf ze ook geen oordeel over de typetjes die ze neerzette.”

Krom: ,,Er zat verder niet echt een boodschap in. Ik kon er geen thema uithalen, maar dat kan ook aan mij liggen. Misschien ben ik wel niet vaak genoeg naar cabaret geweest.”

Nieuwenhuis: ,,Ik kon me ook niet goed inleven in haar typetjes. Bij cabaret verwacht je dat wel. Meestal herken je jezelf ergens in, en lach je om jezelf. Dat was bij haar niet.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.